Het lijkt zo normaal: een vader die in 1958 met zijn twee zonen
een ijsje gaat eten. Maar het loopt al snel uit de hand. De zwarte Robert
Franklin Williams en zijn zonen Bobby en John zijn niet gewenst in het
restaurant waar ze het lekkerste ijs van Monroe verkopen. Alleen aan de
achterkant van de zaak mogen zij via een luik ijs kopen. Dit houdt Robert F.
Williams niet tegen om onverschrokken naar binnen het lopen. Een uur later wordt
hij gearresteerd.
Met deze scène begint We hadden
liefde, we hadden wapens. Het is het verhaal van de zwarte verzetsstrijder
Robert F. Williams, voorzitter van de NCAAP van Monroe, gezien door de ogen van
zijn zoon John en zijn vrouw Mabel. Door deze invalshoek wordt het een zeer
persoonlijk verhaal dat de impact op het gezin goed duidelijk maakt. Mabel
trouwt in 1947 op haar zestiende met Robert, een man van wie zij amper wat
weet. Ze is opgegroeid met het idee dat ze haar plaats moet kennen en
voorzichtig en bescheiden moet zijn om zo min mogelijk op te vallen bij de
blanken. Mabel komt er al snel achter dat de aanpak van haar echtgenoot anders
is. Robert stelt onrecht en racisme aan de kaak door te provoceren en actie te
voeren. In tegenstelling tot de geweldloze aanpak van Martin Luther King,
strijdt Robert F. Williams voor het recht op gewapende zelfverdediging. Zo
neemt hij het met veertig bewapende mannen op tegen de Ku Klux Klan die van
plan is het lichaam van een zwarte misdadiger uit het mortuarium te halen en te
verminken. Alleen hun aanblik is al voldoende om de Klan af te schrikken.
Niet alleen
Mabel, maar ook Bobby en John worden meegesleurd in het gewapende verzet van
Robert. Ze leren met wapens omgaan en John krijgt de taak om de wapenvoorraad
in huis te bewaken. Ze zien op jonge leeftijd hoe hun vader gearresteerd worden
en krijgen te maken met bedreigingen. Met zijn verzet weet Robert de woede van
de Ku Klux Klan op zich af te roepen en door een misverstand wordt hij ook nog
gezocht door de FBI. Het gezin moet in 1961 vluchten
uit Monroe. Dan volgt een zwerftocht door Amerika, Cuba en China waarbij
John en Bobby vaak gescheiden zijn van hun ouders. Uiteindelijk keren ze terug
in Amerika, maar zich hier opnieuw vestigen lijkt lastiger dan gedacht. ‘We
verbeeldden ons wel dat we de draad konden oppakken, maar het was alsof de
wereld in onze afwezigheid een fractie was gekanteld,’ zegt de achttienjarige
John.
In het
boek speelt muziek een grote rol. Vanuit Cuba zenden Robert en Mabel Radio Free
Dixie uit, met nieuws, commentaar en soulmuziek. Tijdens haar laatste maanden
luistert Mabel naar muziek om herinneringen op te halen. Christine Otten weet
de songteksten op een betekenisvolle wijze met het leven van het gezin te
verbinden. ‘Ain’t got no country,’ zingt Nina Simone als Mabel terugdenkt aan
haar gezin op de vlucht. Vooral het nummer ‘Sinnerman’ van Simone – met teksten
als ‘Where you gonna run to’ en ‘Please hide me’ – is exemplarisch voor de
vlucht van de Williams.
Christine Otten heeft zich voor dit boek gebaseerd op
gesprekken met onder andere Mabel en John Williams. Deze gesprekken hebben haar
de kans gegeven om het verhaal van Robert F. Williams te vertellen vanaf de
zijlijn van zijn vrouw en zijn zoon. Alleen blijkt de zijlijn veel meer te zijn
dan dat. Ook zij worden betrokken in het verzet van hun man en vader. In het
boek wordt dit uitgewerkt met de vraag wie het verhaal toebehoort. John heeft
zijn moeder op haar sterfbed beloofd om haar verhaal de wereld in te sturen,
maar heeft hier moeite mee. Dan verschijnt de scholiere Kaila Crowden die John
wil interviewen en zich als het ware het verhaal komt toeëigenen. Op metaniveau
is er natuurlijk de schrijfster Christine Otten die hetzelfde doet. Tegen het
einde van het boek trekt John de conclusie ‘dat het er niet toe doet of je
erbij was of niet, of je heldhaftig was of niet, daar gaat het niet om, de
verhalen zijn net zo goed van ons, van ons allemaal. Het is onze geschiedenis.
Van ons.’
We hadden liefde, we hadden wapens is
een prachtig persoonlijk verhaal geschreven in een duidelijke, nuchtere
schrijfstijl met weinig metaforen. Zowel door de gebeurtenissen als de invloed
ervan op de personages is het een boek waarin je wilt blijven lezen. Het
verhaal toont dat degene die onrecht en racisme aankaart, niet geliefd wordt en
op zware represailles kan rekenen. Hoewel sinds de jaren zestig het expliciet
racisme is afgenomen, sluimert het nog steeds. Degenen die het aan de kaak
durven stellen, kunnen nog steeds rekenen op beledigingen en bedreigingen. Dit
boek dat zich afspeelt in de jaren vijftig en zestig is daardoor actueler dan
het lijkt.
Amsterdam : Atlas Contact 2016, 252 p. ISBN 9789025445683.
Distributie Veen Bosch & Keuning
© 2023 | MappaLibri