12+ - Nauwelijks acht jaar oud overleefde Bridge (Bridget)
Barsamian een dramatisch auto-ongeval. ‘”De verpleegster zei: ‘Dertien gebroken
botten en een doorboorde long. Er moet een reden zijn waarom jij op de wereld
bent gezet, meisje, dat je dit hebt overleefd.”’ Een besef dat Bridge gedurende
het hele verhaal met zich meedraagt en waaraan de auteur geregeld appelleert.
Tevens maakt het onmiskenbaar deel uit van de zorgvuldig opgebouwde
spanningsboog; naarmate het verhaal vordert, begrijpt Bridge steeds duidelijker
wat die specifieke reden kan zijn.
In het eerste deel van haar strak gecomponeerde roman
focust Stead op de besognes van Bridge. Met lede ogen moet zij toezien hoe de
hechte vriendschap met haar beste vriendinnen Emily en Tabitha ‘uit balans
raakte’. Terwijl Emily’s lichaam ‘explodeert’, dweept Tabitha met een
feministische lerares en zet zich voor goede doelen in. Bridges hang naar de
beschermende kindertijd openbaart zich in het dragen van ‘kattenoren’. Dat is
een bijzonder motief, dat echter onvoldoende uitgewerkt wordt. Overtuigender is
Steads portret van drie tienermeisjes, tussen kindertijd en adolescentie in,
die elk op hun eigen manier volwassen (moeten) worden. Wanneer Bridge haar
klasgenoot Sherm beter leert kennen, zet haar eigen transformatie tot
adolescente in.
Opnieuw verrast Stead met een geloofwaardig uitgewerkte toenadering
tussen twee gevoelige tieners, voor wie het leven geen vanzelfsprekendheid is.
Voornamelijk Bridge overtuigt als een authentiek en levensecht personage. Net
zoals in Als je terugkomt (2010) en De spionnenclub (2013) etaleert Stead
een uniek inlevingsvermogen in haar personages en appelleert ze aan het
empathisch vermogen van haar lezers. Stead bedient zich daarbij van ritmische
zinnen die met veel precisie aan het papier worden toevertrouwd; haar verhaal
kon als het ware niet anders verteld worden. Goedgekozen beelden, metaforen en
ironische bedenkingen ondersteunen de stilistische rijkdom.
Het verhaal verloopt niet geheel
rechtlijnig: Bridges relaas wordt meermaals onderbroken door twee extra
verhaallijnen. Het ene wordt verteld door een naamloos personage, van wie
gaandeweg duidelijk wordt dat ze tot Bridge kennissenkring behoort. De
protagoniste gunt zich een baaldag om een onomkeerbare daad uit het recente
verleden te overdenken en de consequenties ervan in te zien. De andere
verhaallijn bestaat uit brieven van Sherm aan zijn onlangs verhuisde opa, die
na vijftig jaar huwelijk de familiebanden plotseling verbrak. Hoewel niet
slecht geschreven, benadrukken deze verhaallijnen dat iedere tiener wel fouten
maakt en geheimen heeft. Ze gelden te sterk als echo van Bridges verhaal om
zelfstandig te kunnen overtuigen.
Gaandeweg komt Wie je
morgen bent in een impasse terecht: de belangrijkste spelers zijn
geïntroduceerd, Bridges eerste stappen richting volwassenheid gezet. Om het
voorspelbare verhaalverloop te counteren, integreert Stead een onverwachte
gebeurtenis, en daarbij zet ze hoog in. Emily laat zich door haar crush Patrick verleiden om hem
halfnaakte foto’s te zenden. De gevolgen zijn niet te overzien en de
vriendschap tussen de drie meiden wordt behoorlijk op de proef gesteld. De
hooggespannen verwachtingen kan Stead vervolgens niet waarmaken, temeer omdat
ze deze ontluisterende scène niet realistisch uitwerkt, maar slechts als een
storm in een glas water afdoet.
Zijdelings raakt de
auteur wel aan de ‘grote thema’s’ uit de jeugdroman, zoals vriendschap,
vertrouwen en verliefdheid, maar in tegenstelling tot haar eerder werk mist het
verhaal subtiliteit. Stead verliest de strakke compositie steeds vaker uit het
oog, wat resulteert in een amalgaam aan verhaallijnen en (sub)thema’s die elkaar
danig in de weg zitten. Een inderhaast toegevoegde epiloog – die zich twee jaar
later afspeelt – fungeert nogal doorzichtig als ijkpunt in het verder rommelig
uitgewerkte einde.
Rebecca Stead is geen auteur van grote gebaren en spectaculaire
plotwendingen, dat bleek al uit haar vorige werk. Wie je morgen bent past naadloos in haar nog bescheiden oeuvre, als
een klein verhaal over vriendschap en vertrouwen tussen enkele tienermeisjes,
die bovendien de verregaande consequenties van hun daden leren inzien. Jammer
dat de roman geleidelijk ontspoort in een onoverzichtelijk kluwen. In
vergelijking met eerder werk hanteert Stead stilistisch eenzelfde hoge niveau, maar
inhoudelijk en qua compositie valt Wie je
morgen bent tegen.
Amsterdam : Querido 2016, 311 p. Vert. van Goodbye stranger door Jenny de
Jonge. ISBN 9789045119502. Distributie: WPG Uitgevers
© 2025 | MappaLibri