Naar
eigen zeggen heeft Luuk Imhann ruim vier jaar lang gewerkt aan zijn debuutroman Paradijs, een hommage aan zowel Lord of the Flies als aan Heart of Darkness. Vijf
biologen gaan samen met twee gidsen op pad in een regenwoud op een niet nader
genoemde Aziatische bergrug. Doel is de neusapen en andere fauna en flora te
bestuderen. Al snel blijkt de groep niet goed uitgerust te zijn voor dit soort
expedities. Door de nodige tegenslagen (ziekte, ongeval) dunt het zevental
onvermijdelijk uit en de overblijvende leden lijken wel gek te worden. Met zo’n
uitgangspunt – hoewel niet bijzonder origineel – heeft een schrijver alvast
genoeg materiaal om onder andere nauwgezet de sociale interactie in een kleine
groep mensen te bestuderen.
Helaas blijkt Paradijs de kwaliteit van zijn voorbeelden
helemaal niet te kunnen evenaren. In de eerste hoofdstukken zien we
hoofdzakelijk een auteur aan het werk die worstelt met een geschikt begin te
vinden en op zoek is naar de juiste toon. Eenmaal die horde genomen, lijkt
Imhann al wat zelfzekerder te worden. Toch blijft de uitwerking pover: veel
herhalingen, filosofische gemeenplaatsen en een gebrek aan stijl zijn de
voornaamste mankementen. Zo is het gros van de roman geschreven vanuit het
ik-standpunt, maar dit wordt in enkele hoofdstukjes zonder duidelijke reden
doorbroken. Dat mag, alleen hanteert Imhann die wisselingen van gezichtspunten
niet consequent. Op een andere plek smokkelt de schrijver in ware found footage-stijl een zes
pagina’s tellend biologisch classificatiesysteem de tekst binnen. Het helpt het
verhaal niet vooruit, doet niet ter zake en staat haaks op de rest van de
inhoud. De eenmaligheid van die ingreep leidt dan ook onherroepelijk tot een
stijlbreuk. Tot slot is de sfeeropbouw alles behalve geslaagd. Met de talloze
herhalingen dat ‘de Berg leeft’ en de leider van de neusapen mysterieus is,
schiet de lezer niets op. Het lijkt wel alsof Luuk Imhann fantasie tekort komt
om de lezer effectief het raadselachtige regenwoud te laten voelen.
Inhoudelijk
blijkt Paradijs evenmin een hoogvlieger. De
bordkartonnen personages zijn onderling inwisselbaar. Aanknopingspunten met de
wereld van het hoofdpersonage ontbreken grotendeels, waardoor (emotionele) betrokkenheid
niet tot stand komt, en uiteindelijk de afloop niet veel meer uitmaakt.
Met
de talrijke knipogen naar zijn inspiratiebronnen heeft Luuk Imhann de lat voor
hemzelf erg hoog gelegd, te hoog zelfs. Aan Paradijs mag dan misschien jaren gewerkt en
geschaafd zijn, maar al die inspanningen hebben zich jammer genoeg niet
vertaald in een resultaat.
Amsterdam :
Querido 2016, 200 p. ISBN 9789021401614. Distributie : LMBooks
© 2025 | MappaLibri