Na een aantal bekroonde romans,
waaronder Een honger (2015), publiceert de jonge auteur Jamal Ouariachi
(°1978) nu voor het eerst een verzameling van zijn kortverhalen. Alle tien
werden ze voor een ander doel geschreven: nu weer voor een lezing, dan weer
voor een tijdschrift. Pas later ging Ouariachi tot deze bundeling over. Humor
en zin voor absurdisme in taal en inhoud is wat hen bindt. Door middel van
korte zinnen en veel dialogen grijpt Ouariachi de lezer bij de lurven - met als
duidelijk doel een verhaal te vertellen met een kop en een staart.
Toch toont de auteur naast die voorkeur voor een meer
traditionele verhaalstructuur ook zin voor experiment, zowel in taal als
verhaalverloop. Onder de uitgesproken grappige bovenlaag van zijn verhalen
schuilt altijd een ernstige ondertoon, of op zijn minst stof tot nadenken voor
de lezer. Neem bijvoorbeeld ‘De moslim
sportvissers club’, waarin het al snel duidelijk wordt dat ze niets te
maken willen hebben met Ali's Hengelsportgenootschap (‘een club sjiitische
weirdo's’) of ‘De visbroeders’ (‘nogal extreme types’). Tegelijk toont
Ouariachi (zelf half-Marokkaans) hoe er wordt omgegaan met vooroordelen in de
maatschappij.
Zijn verhalen bevatten steeds een onverwacht element,
waardoor de lezer met andere ogen naar de gebeurtenissen (en de wereld rondom
zich) gaat kijken. Neem nu het satirische ‘De brug’, dat handelt over een man wiens droom het is het ene
deel van de stad met het andere te verbinden via een brug. We volgen hoe de
hoofdpersoon alles opzij schuift om zijn project te realiseren, maar door
onverwachte wendingen verandert in een tragisch figuur, eerder dan een held die
door zijn stad op handen gedragen wordt.
Die
bovengemiddelde aandacht voor wat er in de vertellende karakters van zijn
oeuvre omgaat, dankt Ouariachi ongetwijfeld aan zijn opleiding tot psycholoog. Dat
zien we ook in het titelverhaal waarin de ik-figuur een vreemd object mee naar
huis neemt van zijn werk: ‘Een plakje kort gebakken kastanjechampignon, daar
leek het nog het meest op.’ Dat plakje zal de vriendin van de ik-figuur tot
wanhoop drijven en de spanning stijgt dan ook wanneer de gevolgen van de
impulsieve daad ten volle duidelijk worden. Een eveneens en uitgesproken
macaber verloop kent ‘De
toeristenslager’, over een kannibaal in Amsterdam, en ‘Come together’, een verslag van een
blind date. Steeds weer zet de schrijver de lezer op een verkeerd spoor;
spanning en humor verzekerd tot de laatste zin. ‘Come together’ is dan ook meteen het meest geslaagde verhaal van
de bundel. Nu en dan roepen de plotwendingen in Herinneringen in
aluminiumfolie herinneringen op aan de donkere kortverhalen van Edgar Allen
Poe en, meer nog, aan de lugubere Tales of the Unexpected van Roald
Dahl. Liefhebbers van deze Angelsaksische literatuur zullen zeker ook de
kortverhalen van Ouariachi smaken.
In
Ouariachi's lijvige roman Een honger had de lezer soms wel het idee dat
het wat minder uitgesponnen kon - hij blééf maar aan het vertellen – maar dat
is in Herinneringen in aluminiumfolie veel minder het geval. Door de
vorm waar Ouariachi voor koos (het kortverhaal) legt hij zichzelf wat
beperkingen op. Dat Jamal Ouariachi een uitgesproken mening heeft over het
genre, toont hij in het nawoord, ‘De
schuld van de schrijvers’. Hier zet hij uiteen waarom hij vindt dat de
kwaliteit van veel kortverhalen die recent in het Nederlandse taalgebied werden
uitgegeven, te wensen overlaat. Niet de lezer, maar de schrijver moet aan de
slag, zo betoogt hij. De auteurs mogen niet steeds terugvallen op wat hij noemt
‘het spaarpot-proza van Nescio’, waarin reductie tot hoogste goed verheven
wordt. Een auteur moet teruggaan naar het vertellen van verhalen, aldus nog
Jamal Ouariachi. Herinneringen in aluminiumfolie geeft alvast de aanzet.
Amsterdam
: Querido 2017, 224 p. ISBN 9789021406268.
Distributie: L&M Books
© 2025 | MappaLibri