In de voorste linie

15+ - De schrijver van de populaire ‘Gone’-serie, Michael Grant, bedrijft in zijn nieuwste boek een fraai staaltje counterfactual history, heel vrij vertaald als: ‘Wat als…?’. Het is een interessante vorm van geschiedenis bedrijven, met de bedoeling zekere omstandigheden beter in beeld te krijgen door een voorstelling te maken van andere mogelijkheden.

Deze soort van geschiedenis schrijven, die dus meer gebruikmaakt van fictie, werd ook toegepast in de literatuur. Wat als Hitler de oorlog had gewonnen (in een liedje van Herman van Veen, op tekst van Willem Wilmink), wat als Charles Lindbergh in 1940 president van de VS was geworden (in Roths roman Het complot tegen Amerika).

Grants ‘Wat als…?’ is een Amerikaans leger begin jaren veertig waarvoor vrouwen zich aanmelden en waarin vrouwen volop meedoen. Niet alleen dus voor het ondersteunende werk, maar ook echt: aan het front, In de voorste linie. Het is een geslaagd experiment, waarbij Grant uiterst scherp de ondergeschikte positie van de vrouw in beeld krijgt evenals het overal opduikende racisme en antisemitisme.

Hij moest daarvoor natuurlijk wel heldere types gebruiken uit verschillende milieus: een onbevangen, en beschermd opgegroeide, jonge blanke vrouw (Rio), die bijvoorbeeld nog nooit een zwarte gezien heeft, een jodin (Rainy) en een zwarte vrouw (Frangie). De combinatie van vooroordelen komt spijkerhard door: Wat? Geholpen door een vrouw, en nog een zwarte ook! Blanken en zwarten worden ook apart opgeleid en in aparte eenheden geplaatst.

Alledrie de vrouwen hebben hun eigen motieven. Rio heeft haar zus verloren (die vocht tegen de Japanners), Rainy wil haar aandeel hebben in de strijd tegen de jodenhaters en Frangie doet het aanvankelijk vooral omdat haar gezin tijdelijk geen inkomen heeft. Grant brengt de drie, die op verschillende plaatsen worden opgeleid, kundig met elkaar in contact. Ze krijgen ook elk een duidelijk afgebakende taak: Rio is schutter, Rainy werkt voor de inlichtingendienst en Frangie wordt hospik.

In het eerste deel (‘Vrijwilligers en dienstplichtigen’) volgen we de drie hoofdpersonen, min of meer om de beurt, in hun aanmelding, het afscheid van het thuisfront, de opleiding en het verlof vlak voor de uitzending naar het front. De scènes uit de opleiding zijn een tikje bekend, uit verschillende films, met de kameraadschap, de sluimerende conflictjes en vooroordelen, de snoeiharde training en de bikkel van een sergeant die de groep klaarstoomt. Sergeants groeien uit tot de andere helden van dit verhaal, vrouwen en mannen. Het is dan 1942.

In een intermezzo uit 1945 is een wat vreemd gepresenteerde, almachtige, vrouwelijke ik-verteller aan het woord (‘Wat vind je van mijn soldatenmeisjes, beste lezer?’), maar die ik is zelf lid van ‘ons clubje’, en ligt, gewond geraakt, in een legerhospitaal. Deze ik constateert dat het voor veel lezers vast lang wachten is op een beetje harde actie, maar de oorlog met al zijn geweld en ranzigheid komt eraan in het tweede deel dat ‘Oorlog’ heet.

En inderdaad, al snel lopen er darmen uit lijven in schuttersputjes en ook zien we Frangie als hospik dappere pogingen doen aan flarden geschoten lijven op te lappen. Het is aan het front in Tunesië waar de Amerikanen op onverwachte weerstand van de Duitsers stuiten en de groep van Rio en Jenou een op het oog hopeloze actie (bedacht door de bij de groep gearriveerde Rainy) moet gaan uitvoeren.

In de voorste linie
is een enigszins traditionele roman, met het bekende spannende-boek-omslag: indringende blik, donker, rode letters. Grant krijgt het voor elkaar alles als heel vanzelfsprekend te presenteren, zonder overdrijving en heel bescheiden moralistisch.

Het enige vet uitgewerkte is de wraak van Rainy, maar als verhaalelement voor de jongere lezer doet die het vast niet slecht. Ook de manier waarop hij toont hoe Rio verandert van een lief, naïef meisje naar een uiterst kundige, op de juiste momenten koele killer, is sterk.

De schrijver, ervaren in het schrijven van sequels, laat de lezer via de ik in het slotstuk alvast even weten dat er zeker weten een vervolg komt!

Michael Grant: In de voorste linie, HarperCollins Amsterdam, 2017, 414 p. ISBN 9789402723205. Vertaling van Front Lines door Erica van Rijsewijk. Distributie: Agora Books

© 2024 | MappaLibri