De tolk van Java

Jarenlang waren de boeken die Alfred Birney schreef, verborgen parels in de Nederlandstalige literatuur. Pas nu, na de bekroning van De tolk van Java met de Henriëtte Roland Holst-prijs en de Libris Literatuur Prijs, treedt de Nederlandse auteur van Indisch-Schotse afkomst in het voetlicht.

De tolk van Java
is een vuistdikke roman waarin een zoon het oorlogsverleden van zijn vader probeert te vatten. Het levert een tweeledig verhaal op. Langs de ene kant zijn er de wreedheden, begaan door de vader in de Bersiap-periode (van 1945 tot 1949, de strijd van de voormalige kolonie Indonesië om onafhankelijkheid van Nederland); langs de andere kant is er de invloed die dat verleden heeft op het gezin van de vader, bestaande uit zijn vrouw en kinderen.

Eén van die kinderen is Alfred Birney. Aan de hand van het teruggevonden manuscript van zijn vader, waarin die zijn werk als tolk in Nederlands-Indië beschrijft, probeert de zoon te begrijpen hoe het komt dat zijn eigen jeugd bestond uit mishandelingen en verblijven in diverse internaten.

Alfred groeide op in het Nederland van de jaren zestig. Het was een periode waarin niet werd gesproken over wat er in Nederlands-Indië gebeurd was. Bovendien was er van enige multiculturaliteit nog geen sprake; Alfred, met zijn Nederlandse moeder (consequent aangehaald als het 'kamerolifantje' in het boek) en zijn vader met Schots-Indisch-Chinese achtergrond, bleef met de andere Indische kinderen een buitenbeentje in de klas.

Dan krijgt Alfred als een echte Sjaalman een pak documenten in handen, en net als Multatuli’s Droogstoppel zal hij ze becommentariëren. De papieren blijken teksten die Alfreds vader op zijn slaapkamer avond na avond op een oude Olivetti uittikte, terwijl zijn vrouw en kinderen in de huiskamer waren. In deze documenten beschrijft vader Arto wat hij meemaakte in zijn jongere jaren.

Hierdoor begrijpt Alfred eindelijk waardoor zijn vader tot zulke agressie gedreven werd. Hij verneemt immers dat zijn vader al tijdens de Tweede Wereldoorlog (toen Japan de voormalige Nederlandse kolonie bezette) onnoemelijke wreedheden zag en ook zélf onderging. Het waren verhalen die de kleine Alfred al op zesjarige leeftijd van zijn vader te horen kreeg, maar toen met geen mogelijkheid kon plaatsen.

Als Indonesië zichzelf onafhankelijk verklaart in 1945 en de strijd aangaat met Nederland, meldt vader zich aan als KNIL-militair. Officieel wordt hij aangesteld als tolk; hij dient gevangenen bij te staan en te helpen bij het vertalen, maar in de praktijk voert hij ook zelf tal van verhoren uit. In de militaire acties die volgen, doodt Arto verschillende Indonesische strijders - zoveel zelfs dat hij het tellen bij honderd staakt. Daarbij zijn ook vrouwen en kinderen, zelfs baby's. 

Zijn onverwerkte verleden komt in zijn latere leven naar boven in de vorm van psychoses en mishandeling van zijn eigen kinderen, onder wie Alfred. De nachtmerries en angsten die zoon Alfred jarenlang kwellen, en waardoor hij bijvoorbeeld niet met zijn rug naar de deur durfde te slapen, lijken pas door het schrijven van dit boek bezworen, stelt de auteur.

Alfred Birney is erin geslaagd zijn persoonlijke geschiedenis op zeer beklemmende en tegelijk trefzekere stijl neer te zetten. Daarbij plaatst hij zijn eigen verhaal in een groter stuk maatschappelijke historie. De gruwelijkheden worden zodanig beschreven dat de lezer het vaak bijzonder moeilijk krijgt. Die documentaire stijl wisselt de auteur af met fragmenten manuscript, archieven en brieven.

Thema's als loyaliteit (van kinderen en ouders ten opzichte van elkaar; van een inlander die samen met de voormalige kolonisator Nederland tegen zijn Indonesische vrienden gaat vechten, etc.), en de relatie tussen vader en zoon prevaleren. Dat laatste onderwerp keert trouwens vaak terug in ander werk van Birney, zoals in het eveneens autobiografische Vogels rond een vrouw (1991) en De onschuld van een vis (1995).

Hoewel De tolk van Java lijkt te passen in de aandacht die er bij het Nederlandse publiek begint te komen voor wat er precies gebeurde, is het idee om de dekolonisatie eindelijk eens van binnenuit te bestuderen niet nieuw. Birney zelf stelde al de bloemlezing Oostindische inkt - 400 jaar Indië in de Nederlandse letteren (1998) samen, een werk over de band tussen Nederland en haar voormalige kolonie, maar dan gezien vanuit het standpunt van de inlander.

En natuurlijk is ook in de Indonesische literatuur werk te vinden waarin het thema aan bod komt, zie alleen al maar De Guerillafamilie van de veelgeprezen Pramoedya Ananta Toer (°1925 - † 2006), over een arme Indonesische familie die ten onder gaat aan de onafhankelijkheidsstrijd tegen de Nederlanders.

Maar in de Nederlandse literatuur bleef het thema zeer lang onderbelicht. Alfred Birney zelf klaagde meermaals aan dat Nederland voorbijging aan de vele wreedheden die het had begaan tegenover de plaatselijke bevolking. Toen onderzoekers van diverse landelijke instituten om geldelijke steun vanwege de regering vroegen in 2012 om de rol van de Nederlandse militairen tijdens de dekolonisatie ten gronde te bestuderen, werd dat nog afgewezen en gingen de wetenschappers in eigen naam aan de slag.

Het lijkt of er met de uitgave van het promotieonderzoek van Remy Limpach (De brandende kampongs van Generaal Spoor) eindelijk een kentering komt en de staat werkelijk gaat laten bekijken wat er gebeurde. In dit opzicht is het boek van Alfred Birney wellicht een eyeopener voor het grote publiek en zal de lectuur van De tolk van Java een belangrijke bijdrage leveren aan een beter begrip van het verleden.

Los van het grote maatschappelijke belang is De tolk van Java ook gewoon zeer knap geschreven en bevat het werk ondanks het loodzware thema toch ook humor. Birney’s taal met zijn prachtig meanderende zinnen doet af en toe doen denken aan de literatuur van de Portugees Antonio Lobo Antunes (° 1942).

Ook Antunes had als grote literaire thema een soortgelijke onafhankelijkheidsstrijd (namelijk die van de Angolezen tegen kolonisator Portugal); beide auteurs hanteren een compacte stijl waarin de gruwelijkheden van de oorlog niet uit de weg gegaan worden. Ze tonen aan wat de gevolgen van een oorlog voor de gewone mensen – soms generaties later – kunnen zijn en waarom het belangrijk is alle partijen voldoende ruimte te geven in de verwerking van hun eigen verleden. 

De veelheid aan thema's, de keuze om diverse stijlen (herinneringen brieven, dagboekfragmenten, … ) met elkaar te combineren én het autobiografische karakter maken van De tolk van Java nu al een van de belangrijkste en indringendste boeken van de laatste jaren.

Alfred Birney: De tolk van Java, De Geus Amsterdam, 2017, 541 p. ISBN 9789044538502. Distributie: L&M Books

© 2024 | MappaLibri