Vergeet de meisjes

Wat doet de Amerikaanse journalist Fields in het Nederlandse gehucht Voorhorst? Hij is er omdat zijn hoofdredacteur het graag wil. Om een interview af te nemen van Iris Kouwenaar, geboren in 1978, achternicht van Gerrit Kouwenaar. Zij debuteerde met Antidote, een ideeënroman met een uitzonderlijke cultstatus, waarvoor ze zelfs de Man Booker Prize kreeg, een bijzondere eer die debuten zelden te beurt valt.
 
Maar die cultstatus ook echt verzilveren is niet voor Iris weggelegd. Schrijven doet ze allang niet meer. Ze leidt een teruggetrokken bestaan, ver weg van de drukte en het geroezemoes, samen met haar vriendin Kay, met wie ze een platonische vriendschaps-liefdesrelatie onderhoudt. Dat intrigeert Fields, maar het irriteert hem ook. Want Kay schermt Iris zodanig af dat Fields alles uit de kast moet halen om ook maar bij haar in de buurt te geraken.
 
Hij moet zich als een detective een wegbanen door het privéleven van de schrijfster die hij wil interviewen. Op kluchtige wijze verstopt hij zich in de kleerkast, onder het bed, achter het gordijn. Hij komt wel dichterbij, maar raakt nooit tot de kern. Door Fields als verteller in te schakelen plaatst Alma Mathijssen haar lezers in datzelfde perspectief. We mogen gluren naar dat fascinerende koppel, dat droomt van een wereld waarin de artificiële verschillen tussen man en vrouw weggevallen zijn.
 
Gaandeweg komen we er samen met Fields wel achter waarom Kouwenaar haar pen heeft opgeborgen. Wanneer Kay haar vriendin in een onbewaakt moment alleen laat ziet Fields zijn kans schoon om haar enkele vragen te stellen. Maar dan blijkt algauw hoe ontnuchterend haar waarheid is. Achter haar stilzwijgen schuilt geen mysterie, geen diepere grond. Ze wil gewoon met rust gelaten worden, ze is te zwak om overeind te blijven in een wereld die haar dingen oplegt: prijsuitreikingen, nieuwe publicaties, afspraken met uitgevers. Of interviews.
 
Vergeet de meisjes is een fascinerend, geheimzinnig boek. Mathijssen heeft meer betekenis gelegd in wat ze niet dan in wat ze wel zegt, en dat spel voert ze tot de uiterste consequenties door. Uiteindelijk is dat ook wat ze zegt: de mens leeft van idealen en verhalen, en vaak liggen die ver van de werkelijkheid waarin we ons bevinden. Zonder verbeelding gaan we dood, het knagende verlangen naar het leven dat we niet leiden, is wat ons ongelukkig en gelukkig tegelijk maakt.
 
Uiteindelijk wordt het verbond tussen Iris en Kay bijna letterlijk verbroken. Wanneer tuinmannen een inschattingsfout maken en een boom verkeerd afzagen, valt die door het slaapkamerraam van Iris. Het lijkt een groteske, weinig geloofwaardige ingreep, maar de hilariteit die ontstaat, is bijzonder effectief. Want hoeveel groter kan het contrast zijn dan tussen de briljante maar gekwetste kunstenares enerzijds, en anderzijds de gelaarsde, bonkige tuinmannen die in volle paniek haar trap opstormen om de schade op te meten?
 
Het is het begin van het einde, maar niet zonder dat Kouwenaar nog een paginalang prozagedicht schrijft waarin ze de herinneringen aan Kay en hun intens verstrengelde vriendschap vereeuwigt. En ja, het gedicht kopieert het procedé dat Georges Perec in Je me souviens gebruikt, maar dat is niet erg, want de literaire genialiteit die Mathijssen hier etaleert doet nu al snakken naar een volgend boek.

Alma Mathijssen: Vergeet de meisjes, De Bezige Bij, Amsterdam 2017, 216 p. ISBN 9789023499404. Distributie: WPG Uitgevers 

© 2024 | MappaLibri