Na
het overlijden van kunstenaar Friso Wiegersma (1925-2006) vond zijn weduwnaar
op zolder de correspondentie tussen Wiegersma en diens vorige geliefde, de
cabaretier Wim Sonneveld (1917-1974). Samen met Frank Jochemsen maakte hij een
keuze uit de brieven; Jochemsen zelf voorzag de teksten van een begeleidend
schrijven en voetnoten. Marinka Reuten, bekend van boekomslagen voor diverse
uitgeverijen als Atlas en Nijgh & Van Ditmar, verdient dan weer een aparte
vermelding omwille van de kwaliteitsvolle boekverzorging. Daarbij besteedde ze
veel aandacht aan lettertype en bladspiegel – de ruime
uitlijning zorgt voor rust in het hoofd van de lezer. Zeker ook dragen de
knappe kleurenreproducties van affiches, originele foto's, ‘friepels’ en de
talrijke facsimile’s van de brieven bij aan de kwaliteit van de uitgave.
We
lezen chronologisch mee, van 1948 tot enkele maanden voor Sonnevelds dood in
1974. De eerste brief dateert van een reis van Wiegersma naar Brussel, in de
laatste verbleef Sonneveld in Mexico. Afgesloten wordt er met een fotokatern,
én met het lied dat Wiegersma schreef na het plotse overlijden van Wim Sonneveld
en dat later bekend zou worden in de vertolking van Willem Nijholt (Het
lachen dat we samen deden).
Bij aanvang van hun prille liefde
bestond er tussen de ontluikende cabaretier en de decorontwerper ook nog een
werkrelatie. Wiegersma hielp op de achtergrond mee met Sonnevelds programma’s;
pas later zou hij ook teksten voor hem gaan schrijven (Het dorp, Lieveling
enz.). Hoewel Wiegersma zelf vrij openlijk homoseksueel was, bleef Wim
Sonneveld tot zijn dood naar de buitenwereld toe zeer gesloten over zijn
privéleven. Zijn twee ‘mannen’ (Hubert Janssen was de tweede) werden doorgaans
als medewerker voorgesteld aan de buitenwereld. In de brieven leren we een
andere Sonneveld kennen. We lezen hoe de liefde ontluikt – de relatie die
Sonneveld had met Huub Janssen was op dat moment bekoeld – en opbloeit. Janssen
zal echter steeds zeer nauw betrokken blijven bij het leven van Sonneveld en
Wiegersma.
Naast
de liefde is de kunst het andere belangrijke thema in de briefwisseling.
Sonneveld beschrijft de films die hij ziet, zoals Silk Stockings in
1957, en ontmoetingen die hij heeft, bijvoorbeeld met George Stevens (regisseur
van A Place in the Sun) in Texas. Gedetailleerd gaat hij in op zijn
indrukken – ze zullen een belangrijke rol spelen in zijn ontwikkeling als
cabaretartiest.
De
tournees die Sonneveld zowat over de hele wereld brengen, van Curaçao en de
Verenigde Staten tot in Japan, boden tevens veel stof tot schrijven. De
terminologie uit die tijd blijft gehandhaafd, zodat we nu en dan lezen over
‘boschnegers’ die zijn pad kruisen. Ook anekdotiek heeft vanzelfsprekend een
plaats in de brieven: wat te doen met het overgewicht aan bagage bij een vlucht
met KLM? Met wie ga je vanavond uit eten? Kortom, normale gesprekken die anders
aan de keukentafel gevoerd zouden worden.
In de voetnoten wordt soms te veel uitgegaan van de
onwetendheid van de lezer (‘Mae West was een Amerikaanse actrice’, ‘Ko van Dijk
was acteur’). Over het algemeen zijn het wel nuttige aanvullingen en
explicaties van namen en feiten die de briefschrijvers aanhalen.
Voor essentiële inleidingen die Jochemsen bij elk van de zes
chronologisch ingedeelde hoofdstukken schreef, steunde hij op diverse reeds
gepubliceerde biografieën, zoals het onvolprezen De parel van het
cabaret (2006) van Hilde Scholten en Telkens weer het
dorp (2000) van Friso Wiegersma.
Nieuwe feiten brengt deze uitgave dan ook niet. Wat echter
wel van belang is, is dat we via de brieven de authentieke – en niet de
publieke – stem horen van Wim Sonneveld. Daarenboven bieden ze een duidelijk
zicht op de ontwikkeling van zijn carrière en van de relatie tussen Sonneveld
en Wiegersma. Een belangrijke bonus is de opname van de prachtige tekeningen
van Friso Wiegersma, de foto’s van programmaboekjes, onder meer afkomstig uit
de Bijzondere Collectie van de Universiteit van Amsterdam én uit
privécollecties.
Frank
Jochemsen: Niemand dan wij: brieven en tekeningen van Wim Sonneveld en Friso
Wiegersma, Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam 2017, 240 p. ISBN 9789038804255.
Distributie: L&M Books
© 2023 | MappaLibri