Verboden liefdes : verhalen uit Boccaccio's Decamerone

15+ - Na de succesvolle samenwerking bij hun Shakespeare-bewerkingen (Te veel verdriet voor één hart) is dit het tweede boek met bewerkingen van Ed Franck en illustraties van Carll Cneut voor Davidsfonds Literair. Brontekst is de veertiende-eeuwse Decamerone van Boccaccio, waarbij Ed Franck 25 liefdesverhalen uit het kaderverhaal heeft gelicht en heeft omgezet naar vlot leesbare teksten voor een hedendaags publiek.  
 
Dat deze verhalen het verdienen om bewerkt te worden, staat buiten kijf. De Decamerone is een gevarieerd boek, geschreven met veel humor en fantasie, dat bovendien vele latere sprookjesschrijvers geïnspireerd heeft. Dat het nodig was om de verhalen te bewerken wordt duidelijk als je de brontekst leest, zoals die bijvoorbeeld digitaal beschikbaar is op de website van Project Gutenberg: de archaïsche taal en langdradige uitwerking van sommige passages zitten een vlot leesbaar boek in de weg. Bovendien mikt Franck met de teksten op een publiek van jongeren.  
 
Helemaal consistent in het inschatten van de lezers is hij daarbij niet. De inleiding vind ik daarbij nogal kinderachtig: Ed Franck nodigt de jongeren uit om zich in te beelden dat de Derde Wereldoorlog uitbreekt en dat ze gaan schuilen in een atoomkelder in West-Vlaanderen, naar analogie van het kaderverhaal van Boccaccio, waar de verhalenvertellers zich verschuilen voor de pest. Het is een wat krampachtige poging om een link met het heden te leggen en de lezers om identificatie te vragen, alsof je aan jonge lezers niet gewoon kan uitleggen in welke historische context het verhaal ontstaan is.  
 
In de verhalen zelf laat Franck die hedendaagse link ook volledig los. Daar wordt van de jongeren veel meer voorkennis of tolerantie voor onbekende zaken verwacht, bijvoorbeeld over de geografie van Italië of over de verschillende rollen en gebruiken in de kerk. Dergelijke zaken zijn ook niet onoverkomelijk, omdat de verhalen zelf voldoende hebben om de aandacht van de lezer vast te houden: in bijna alle teksten zit flink wat erotiek, en de meeste zijn ofwel gesponnen rond de kleine kantjes van de mens, of rond een intense, onmogelijke liefde. Het noodlot slaat meermaals genadeloos toe in deze bundel, maar nog meer voorbeelden vind je van overspelige echtgenotes en geestelijken die de duivel onder hun pij niet kunnen bedwingen.  
 
Het kaderverhaal is geschrapt, maar aan het begin van elk verhaal vind je daarvan nog een restant in de vorm van een korte, vaak humoristische moraal. Zo leer je in 'Hart op hart': 'Het verdriet heeft minstens honderd wegen om bij de mens binnen te sluipen.' 'De truc met de veer', over een geile monnik, begint met de beschrijving van enkele Europese monniken die hun tijd verdrijven met onschuldige zaken, zoals het zingen van Gregoriaanse liederen of het tekenen van miniaturen, gesuggereerd wordt dat alle andere collega's even inhalig en bedorven zijn als de monniken die in de Decamerone beschreven worden. 
 
De verhaalkeuze van Ed Franck valt zeker toe te juichen en de teksten lezen vlot, terwijl sommige iets barokkere passages toch behouden konden worden. Er zit een mooie mix in het boek, van erotische verhalen en kluchten tot griezelverhalen en hoofse liefdesverhalen. Een uitdaging voor Carll Cneut, die de variatie in het boek heeft voorzien van illustraties die tegelijkertijd toch de eenheid onderstrepen.
 
Bij Francks bewerkingen van Shakespeares tragedies, Te veel verdriet voor één hart, maakte Carll Cneut portretten van de hoofdpersonages; ze behoren tot zijn sterkste werk. In Verboden liefdes opteert hij voor schaduwprenten, zoals wel meer illustratoren van sprookjes en volksverhalen doen; ik denk bijvoorbeeld aan Arthur Rackham en de knipsels van Hans Christian Andersen, of recenter Jane Ray. Bij sommige verhalen staan er kleine prentjes van Cneut tussen de tekst, af en toe krijg je een grotere kleurplaat met figuren in een contrasterende kleur.  
 
Cneut maakt maximaal gebruik van de expressieve kracht van zijn schaduwprenten en laat tegelijkertijd ruimte voor de verbeelding van de lezer. Hierdoor sluiten zijn illustraties goed aan bij het tegelijkertijd universele en specifieke karakter van de verhalen. Net als bij Shakespeare zijn zijn vrouwenfiguren daarbij bijzonder impressionant in het uitdrukken van hun gevoelens en in hun kuise of verleidelijke elegantie. Maar ook lelijkheid en verdorvenheid hebben maar een paar omtrekken nodig om tot leven te komen -- die schaduwprenten van de verdorven middeleeuwers doen sterk denken aan de randfiguren uit Dulle Griet. Soms geeft Cneut de schaduwprenten een eigen, witte schaduw, en dan lijkt het alsof ze uit het blad zijn geknipt of gewandeld.  
 
De erotische knipogen zitten soms subtiel in de prenten verwerkt. Je ziet er zelden een naakte man of vrouw, maar een uitgestoken zwaard of een scherp uitstekende neus zeggen soms genoeg, en onder de pijen van enkele nonnetjes uit 'Een gewijde harem' kan je een zwangere buik vermoeden. Net als in zijn prentenboeken heeft Cneut soms aan één bladzijde niet genoeg, wat bijvoorbeeld resulteert in een indrukwekkende prent van een perenboom, die zich over twee bladzijden spiegelt. In de schaduw van de boomstam kan je nog andere figuren vermoeden. Een krachtig contrast ontstaat bovendien tussen de gedetailleerde knipsels en enkele schaduwprenten die in een wat grove, expressieve stijl geschetst zijn.  
 
Cneut toont hier opnieuw dat hij zichzelf als veelvuldig bekroond illustrator blijft uitdagen en nieuwe technieken maximaal inzet om een verhaal diepgang te geven. Een goed verteller en fantasierijk illustrator was precies wat nodig was om de Decamerone nieuw leven in te blazen.
 
Ed Franck (bew.), Giovanni Boccaccio, Carll Cneut (ill.): Verboden liefdes : verhalen uit Boccaccio’s Decamerone, Davidsfonds, Leuven 2010, 231 p. ill. ISBN 9789063066000
 
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswelp 2010 

© 2024 | MappaLibri