Een huis voor Harry

4+ - Harry beleeft het spannendste avontuur van zijn leven. Op uitnodiging van vlinder Vera verlaat de mollige huiskat zijn knusse zolderkamer voor de stad. Vol enthousiasme springt Harry over daken en muurtjes, totdat hij de vlinder uit het oog verliest en op eigen houtje verder moet. De paniek slaat toe; alleen Vera kent de weg naar huis.  
 
Huiskat Harry heeft het hoofdzakelijk aan zijn eigen stunteligheid te danken dat hij het spoor bijster raakt. In vergelijking met Wij samen op stap (2013), waarin Leo Timmers een konijntje en zijn moeder uit winkelen stuurt, is de stad waarin Harry verdwaalt een sobere ruimte. De huiskat botst weliswaar op verwarrende verkeersborden, maar wordt steevast tegen een witte achtergrond gepositioneerd. Het explosieve kleurgebruik waarmee hij zijn stempel drukte, beperkt Timmers hier tot een minimum. De cover getuigt reeds van ingetogen tinten, maar vooral het paartje tuffende dennengroene auto’s is mijlenver verwijderd van de blitse wagens uit Boem! (2011). Timmers heeft een goede reden voor deze ommezwaai. Met behulp van een sober kleurenpalet verlevendigt hij Harry’s aandoenlijke troosteloosheid.  
 
Daarnaast zorgt Timmers opnieuw voor een bewonderenswaardige diepte in zijn acrylprenten. De glimmende, geschubde daken en Harry’s vacht zou je zo willen aanraken. Naar het einde toe nemen levendige kleuren en personages alsnog de overhand. Olijke zwerfkatten fleuren het verhaal op, maar Harry’s ontmoeting met een oranje vlinderzwerm in het stadspark markeert een uitgekiende visuele apotheose. In een blogpost voor jeugdliteratuur.org legt Timmers uit hoe hij deze compositie in elkaar puzzelde en vervolgens iedere vlinder handmatig schilderde. Het is een huzarenstukje dat werkelijk alle lof verdient.  
 
Goede prentenboeken herken je aan een spitsvondige wisselwerking tussen tekst en beeld. Timmers’ eenvoudige zinnetjes zijn op zich weinig verrassend, maar in combinatie met de illustraties ontstaat een humoristisch verhaal. Vooral Harry’s inspectie van andermans woningen steunt op die tekst-beeldrelatie. In snedige zinnen of zelfs trefwoorden vermeldt Timmers dat de huiskat respectievelijk kleine, hoge en lage huizen aantreft. De illustraties maken de verschillende woningtypen concreet en zijn gelaagder dan op het eerste gezicht lijkt. Het lage huis van de duizendpoot bijvoorbeeld is bij nader inzien een ‘stapelhuis’. Erboven woont een gebeeldhouwde leeuw, waarop zich nog een dikkige duif genesteld heeft.  
 
Dergelijk ironische spelletjes geven het verhaal meer diepgang. Wanneer Harry zijn vriendje net is kwijtgeraakt, staat er: ‘Ik ben mijn huis kwijt, denkt Harry. Voor altijd.’ In de illustratie eronder likt de huiskat vol zelfmedelijden van een plasje water, waarbij een huisjesslak boven hem uittorent. Hij draagt zijn huis tenminste altijd bij zich. Enkele huizen later zijn het nota bene enkele zwerfkatten die Harry helpen zijn thuis terug te vinden. Met huiskat Harry is een nieuwe, poezelige antiheld geboren. Zijn expressieve snoetje en waterige oogjes doen ieders hart smelten. Harry onderneemt een dommige poging om vlinder Vera achterna te vliegen, maar zoals Dikkie Dik komt ook deze volslanke kater op zijn pootjes terecht.  
 
Leo Timmers: Een huis voor Harry, Querido 2017, [48] p. : ill. ISBN 9789045121284. Distributie: WPG Uitgevers 

© 2024 | MappaLibri