In een grondig gedocumenteerd verhaal,
opgebouwd als een retrograde (het boek begint in het jaar 1659 en eindigt in
1604), legt Jan Pauwels de geschiedenis bloot van Maria Troon, het klooster van
de birgitinessen in Dendermonde. De kloostergemeenschap bleef er bestaan van
1466 tot 1784. Eigen aan de stichting was dat het hier ging om een
dubbelklooster, dat onder leiding stond van een abdis en in principe de strikte
scheiding van de vrouwen- en mannengemeenschap voorstond.
Dat deze vorm van samenleven in
de praktijk tot excessen kon en zou leiden, was voorspelbaar. De 17de eeuw was
overigens een periode van spanningen binnen de christengemeenschap: het
jansenisme trad op de voorgrond, de katholieke kerk reageerde krampachtig tegen
de vernieuwingsdrang.
Pauwels maakt de spanningen tussen de gezagsdragers
aanschouwelijk: de manier waarop mensen, vaak met de beste bedoelingen bezield,
aan de schandpaal worden genageld en als speelbal worden gebruikt in het
niemand en niets ontziende spel van machtsdrang en machtswellust loopt als een
rode draad door het verhaal. Ook het leven binnen de kloostergemeenschap wordt
ten voeten uit getekend. Uit de beschrijving van de uitspattingen die handig
werden gedirigeerd door de abdis en de priores van het klooster, blijkt dat
vrijelijk werd omgesprongen met de regels van het kloosterleven. Soberheid was
er alleen voor de armere zusters die het ‘vertrouwen’ van de abdis niet waardig
werden geacht, en al even exclusief waren de seksfeestjes die werden
voorbehouden aan de uitverkorenen. Dat uiteindelijk een kerkelijke ban werd
uitgesproken, mag dan ook geen verwondering wekken. De ‘gekroonde hoofden’ (een
allusie op de birgittijnse kroon, mooi afgebeeld op het omslag van de boek: een
zwarte sluier met witte hoofdbanden en rode stippen die de wonden van de
gekruisigde moeten voorstellen) moeten een stap terugzetten.
Jan Pauwels wekt een stuk lang
obscuur gebleven historie tot leven, in goed geschreven dialogen, die soms wat
te lang uitgesponnen worden als het gaat om filosofisch-kerkelijke disputen.
Dat her en der ook excerpten uit het geraadpleegde bronnenmateriaal in de
originele Latijnse versie worden geciteerd, kan voor de lezer een obstakel
vormen. Daartegenover staat dan wel dat de personages psychologisch sterk
worden uitgetekend en in hun onderlinge relaties een overtuigend beeld ophangen
van een 17de-eeuwse kloostergemeenschap.
Jan Pauwels, Gekroonde hoofden,
Dadvidsfonds, Leuven 2018, 383 p. ISBN 9789059089228. Distributie Standaard
Uitgeverij
© 2024 | MappaLibri