De seringenboom

Wie kent ze niet, de korte verhalen over de eekhoorn, de olifant, de mier en de andere dieren in het bos? Maar Toon Tellegen schrijft meer dan alleen dierenverhalen. Met De seringenboom verschijnt zijn tweede roman waarin niet de dieren, maar de jeugd centraal staat. Het boek is een eerbetoon aan zijn zes jaar oudere broer die in 2016 is overleden. In De seringenboom beschrijft Tellegen hun gezamenlijke jeugd, overgoten met een dosis fictie. Het resultaat is een kleine schelmenroman die wonderbaarlijk goed aansluit bij de rest van zijn ouevre.
 
Het boek bestaat uit verschillende korte anekdotes waarin steeds de schelmenstreken van de broer beschreven worden: hij loopt een hersenschudding op als hij via een te korte ladder op de schuur wil klimmen, hij zakt jaarlijks door het ijs, hij schiet een bal over de haven heen recht in het raam van de kruidenierswinkel, hij hangt een fiets aan een boom enzovoort. Uit elke anekdote blijkt weer hoe zeer Toon opkijkt tegen zijn broer. Hij heeft het idee dat voor zijn broer alles mogelijk is. Zijn broer kent geen grenzen en blijft keer op keer proberen, ondanks botbreuken of natte kleren. Daarmee is het boek niet alleen een ode aan de broer van de schrijver, maar ook een ode aan het onmogelijke. Dit is enkel te bereiken met hetzelfde doorzettingsvermogen waarmee de olifant in bomen blijft klimmen in Tellegens dierenverhalen.
 
Door de regels heen en in de gedichten aan het begin en het eind van het boek schemert echter ook iets anders door: het gemis van de broer die er niet meer is. Door hem weer als jongen in herinnering te roepen en deze herinneringen uitvergroot weer te geven, probeert Tellegen zijn broer in leven te houden voor zichzelf en voor anderen.
 
Net als de dieren in het bos is de kleine Toon op zoek naar betekenis, vooral naar de betekenis van de woorden die hij de mensen om zich heen hoort gebruiken. Hij zet zijn levendige fantasie in om aan woorden betekenis te geven:
 
‘Mijn broer zei dat ze nu in vergetelheid zou raken. Ik dacht dat vergetelheid misschien ook een soort moeras was.’

Vooral spreekwoorden en gezegden stellen hem voor raadsels. Zo legt zijn moeder de dominee het vuur aan de schenen. De kleine Toon stelt zich dat als volgt voor:
 
‘Mijn moeder [...] streek een lucifer af en stak zijn broekspijpen onder zijn toga aan, en de dominee zweefde als en brandend vloeipapiertje omhoog tot hij tegen de nok van de kerk botste en zwartgeblakerd naar beneden viel tussen de voorste gelovigen.’

Al met al is De seringenboom een geslaagde en gelaagde novelle over de overmoedigheid van de jeugd, over het onmogelijke en over de dood. Lichtvoetig benadert Tellegen deze thema’s met een combinatie van actie in de vorm van de streken van de broer en introspectie door het gepeins van de betekeniszoekende kleine Toon. Juist deze krachtige combinatie zien we ook terug in Tellegens dierenverhalen. Met dezelfde vertrouwde middelen schept Tellegen in De seringenboom echter een hele andere wereld dan we eerder van hem gewend waren.
 
Toon Tellegen: De seringenboom, Querido, Amsterdam 2018, 125 p. ISBN: 9789021408897. Distributie L&M Books 


© 2024 | MappaLibri