15+ - Een
nietsontziend maar hoopvol boek schrijven over een gruwelijk hard thema. De
Canadese auteur Allan Stratton verkiest duidelijk engagement boven evidentie.
Met Chanda’s geheim geeft hij het aidstaboe
in Afrika een menselijk gezicht. In het vervolg op dit veelbekroonde
boek, Chanda's oorlog, wordt de
problematiek van de (Afrikaanse) kindsoldaten aangekaart. Met opnieuw veel
hoop, liefde, warmte en vastberadenheid als troostend tegengif voor zoveel
gruwel en onrecht.
Het verhaal begint
zes maanden na de dood van Chanda's moeder. Om een oude familievloek op te
heffen, bezoekt Chanda met haar broertje en zusje haar familie op het
platteland in Tiro. Daar wil haar grootmoeder haar uithuwelijken aan Nelson,
een jongen uit het dorp. Door te weigeren,
maakt Chanda haar familie opnieuw te schande en moet ze het dorp onmiddellijk
verlaten. Ze geraakt echter niet weg omdat de noodtoestand is afgekondigd en
het leger de hoofdweg heeft afgesloten. De volgende nacht valt het
rebellenleger o.l.v. Mandiki het dorp binnen. Huizen worden verwoest, ouderen
vermoord en (kleine) kinderen, waaronder Soly, Iris en Nelsons broertje Pako
ontvoerd en als kindsoldaat gerekruteerd.
Vastberaden om haar broertje en zusje terug thuis te brengen, zet Chanda samen
met Nelson de achtervolging in. De zoektocht is fysiek en mentaal loodzwaar.
Dagenlang bijten de twee zich vast in sporen zoals platgetrapt gras of
voetafdrukken in de modder. Uiteindelijk kunnen Chanda en Nelson de kinderen
bevrijden via een hachelijke list. Eenmaal thuis is de nachtmerrie nog lang
niet voorbij. Soly en Iris zijn zwaar getraumatiseerd door wat ze als
kindsoldaat meegemaakt hebben. Ze zonderen zich af, wantrouwen alles en iedereen
en gedragen zich soms als kleine beesten. Met veel geduld, begrip en liefde
wint Chanda het vertrouwen van haar broertje en zusje langzaam terug en bouwt
ze opnieuw een warme en veilige thuis op.
Aan de basis van dit boek, dat dankzij subtiele herhalingen ook los gelezen kan
worden, ligt dezelfde succesformule als in het eerste boek: een beklijvend,
actueel thema, een intrigerende Afrikaanse setting en een ijzersterk
hoofdpersonage dat je doorheen het boek sleurt en af en toe naar adem doet
happen. Chanda's ontwapenende karakter, een interessante mix van een
vastberaden moederkloek die als een leeuwin voor haar welpen strijdt en een
opstandige tiener die aan zichzelf twijfelt, is levensecht. Omdat ze tegelijk
de ik-verteller is, kan de lezer zich inleven in het ver-van-zijn-bedprobleem
van kindsoldaten.
Opmerkelijk is dat Chanda als ik-verteller zelf
geen kindsoldaat is, maar 'zus van'. Dat zorgt voor een dankbaar evenwicht: als
ooggetuige staat Chanda dicht bij de gruwelijke werkelijkheid van de
kindsoldaten, maar tegelijk is er ook ruimte voor duiding en reflectie.
De keuze voor een dergelijk perspectief biedt bovendien ook
een mooie uitweg voor het dilemma hoe je zulke moeilijk verteerbare thema's in
fictie voor jongeren vertaalt zonder de waarheid geweld aan te doen. Door de
aandacht regelmatig te verleggen naar de avontuurlijke speurtocht, de politieke
achtergrond, of Chanda's mentale gevecht met angsten, pijn of schuld, blijft de
portie gruwel draaglijk.
Toch heeft deze rijkdom aan
perspectieven ook een keerzijde. Chanda’s
oorlog wil wel erg veel tegelijk zijn: én probleemroman, én
avonturenverhaal, én psychologische roman. Vooral de combinatie van een
complexe, bikkelharde thematiek en een bij momenten detectiveachtige plot is
geen sinecure. Hoe schrijf je immers een lekker spannend verhaal over
kindsoldaten zonder aan authenticiteit in te boeten? Dat het verhaal
geloofwaardig blijft, dankt Stratton aan zijn hoofdpersonage. Het lijkt
misschien bij de haren getrokken om een 16-jarig meisje op eigen houtje de
achtervolging te laten inzetten op een rebellenleger. Maar vanuit Chanda's
karakter als plichtsbewuste, vastberaden moederkloek is deze wending zo sterk
gemotiveerd dat je als lezer niet eens aan een alternatief zou denken.
Dat is wel even anders voor de
ontknoping, i.e. de manier waarop Chanda en Nelson de kinderen uit het
rebellenleger bevrijden. De deus ex machina, met een rinkelende gsm, een
katapult en een bijennest in de hoofdrol, doet de wenkbrauwen fronsen en doet
de rest van het anders zo briljante boek oneer aan. Het einde van het verhaal
(Pako pleegt zelfmoord en Soly en Iris zijn totaal ontwricht) is dan weer zo
schrijnend echt, dat de ongelukkige ontknoping niet lang blijft hangen. Chanda’s oorlog is een spannend, vlot en
vooral belangrijk boek, dat nog maar eens herinnert aan de kracht van goede
fictie om een breed publiek van jonge mensen wakker te schudden voor een
moeilijke, complexe thematiek.
Alan Stratton:
Chanda’s oorlog, Van Goor, Houten 2010, 318 p. ISBN 9789047508885. Vertaling van Chanda’s wars door Annelies Jorna
Oorspronkelijk
verschenen in De Leeswelp
© 2023 | MappaLibri