3+ - Beweging blijft Leo Timmers inspireren tot
prentenboeken. Ditmaal gaat het niet over voertuigen - zie Ik vlieg (De
Leewelp 2003, p. 192), Wie rijdt? De Leeswelp 2006, p. 12) en tal
van andere -, maar over een razende vaart naar beneden op een besneeuwde
helling. Een varkentje beklimt tegen de wil van zijn ouders in een helling en
laat zich op zijn slee naar beneden vallen. Viermaal moet hij een groep naar
omhoog klimmende tegenliggers ontwijken: langs een rij pinguïns met
reuzenski's, over twee krokodillen met een slee, onder wandelende gieren door,
en tussen de benen van een reddershond die een gekwetste olifant draagt. Aan
het eind botst hij toch: op zijn ouders.
Dit wel heel eenvoudige en snel voorgelezen verhaaltje wordt met een minimum aan woorden in een repetitieve
structuur verteld. Bij elke dreiging tot botsing komen de zinnen "Oei!
Mama! Papa! Ik ga botsen! Of kan ik erlangs?" (alleen dat laatste
voorzetsel verandert telkens), waarna de opluchting volgt: "Oef! Ik kan
eroverheen." (of een ander voorzetsel). Peuters kunnen dus vier
voorzetsels inoefenen, maar het zijn natuurlijk in de eerste plaats de grappige
illustraties die de aandacht trekken en de charme uitmaken. Timmers tekent weer
koddige dieren met bolle vormen en glimmende kleuren. De acht pinguïns
verschillen in lengte en dikte en dragen gekke hoofddeksels; de gieren zijn
bizarre stappers met puntige hoeden; de gekwetste olifant is bijzonder bol en
in kleurig trimpak gestopt. Timmers weet ook de vaart naar beneden goed te
evoceren met prenten die elkaar strak opvolgen, een consequente diagonale lijn,
lichte variatie in de gelijkaardige prenten en details als dwarrelende veren
bij de opstijgende gieren.
Leo Timmers:Oei!,
Clavis, Hasselt 2008, 26 p. : ill. ISBN 9789044809060
Oorspronkelijk verschenen in De
Leeswelp
© 2024 | MappaLibri