Leslie (Sierra) Jamison (1983) werd
geboren in Washington DC en
groeide op in Pacific Palisades, een begoede kustwijk van Los Angeles. Haar
vader is een econoom en haar moeder doceert gezondheidszorg en voedingsleer.
Leslie groeide op met twee oudere broers. Na de scheiding van haar ouders toen
ze elf was, leefde ze bij haar moeder.
Verlatingsangst,
onzekerheid en een grote nood aan bevestiging door mannen zijn het gevolg van
de verbroken band met haar vader. Ze beschouwt dat wel maar als een deel van
het verhaal dat tot alcoholisme leidde. Het feit dat geestesziekte en
alcoholisme volop aanwezig zijn in haar familiestamboom wordt ook sterk
benadrukt.
Vanaf haar
dertiende ontdekte Jamison alcohol en vanaf haar vijftiende dronk ze zich
regelmatig bewusteloos. Aan de University of Iowa begon ze elke dag te drinken
in het zog van haar schrijversdroom en al de alcoholische schrijvers die
haar vooraf gingen. Toch was ze een ‘high-functioning alcoholic’. Ze ging
drinken met vrienden, dronk thuis alleen nog een stuk door en stond de volgende
dag om vijf uur op om te werken, terwijl de anderen hun roes uitsliepen.
Ze studeerde Engels
aan Harvard College (de auteur Uzodimna Iweala was een klasgenoot) en
studeerde af met een thesis over incest in het oeuvre van William Faulkner. Aan
de Iowa Writers' Workshop haalde Jamison een Master in Fine Arts, waarna ze een
doctoraat Engelse literatuur haalde aan Yale University met de dissertatie The Recovered: Addiction and Sincerity in
20th Century American Literature (2016).
2010 werd een breekpunt in haar leven. Na verschillende
mislukte pogingen om te stoppen met drinken, ging ze op haar
zevenentwintigste in zee met Alcoholics Anonymous (AA). Sindsdien is ze nuchter en een echte believer in de superioriteit van het nuchter zijn. Voor haar is nuchter geschreven literatuur kwalitatief altijd beter dan literatuur geschreven onder invloed van een of ander genotsmiddel.
De mythe dat echte schrijvers drinken mag gerust doorprikt
worden, maar haar doctrine van nuchter zijn en de kracht van de AA grenst aan het
religieuze. Zo lijkt het of ze zich een onvoorwaardelijke geloofsovertuiging
opgelegd heeft om op het rechte pad te kunnen blijven. Begrijpelijk, één borrel
kan alles weer aanzwengelen, maar nu trekt ze de hele (literaire) wereld mee in
bad om haar ontwenning te sublimeren.
Feit blijft dat een groot deel van haar studies en haar
debuutroman The Gin Closet (2010, De gin-kast) in een waas van alcohol
gehuld zijn. De roman bleef onder de radar tot Jamison met haar essaybundel The Empathy Exams (2014, Examens in empathie) internationaal
doorbrak. Een fusie van memoires, reportage en kritiek die als bruisend en
vernieuwend ervaren wordt (‘The next thing in non-fiction’). Een formule die
met een hoog memoires-gehalte doorgetrokken wordt naar haar volgende boek: The Recovering. Intoxication and its
Aftermath (2018, Ontwenning. Over
alcohol, bedwelming en herstel).
Jamison woont in Brooklyn en is gehuwd met de schrijver Charles Bock (1969), bekend van de roman Beautiful Children (2008). Samen hebben
ze een dochter en er is een stiefdochter uit Bocks vorige huwelijk. Bocks vorige
vrouw, Diana Colbert, stierf eind 2011 aan leukemie. Eind 2019 kwam er een (bijna onvermijdelijk) einde aan het huwelijk met Bock:
'I grew up in a family thick with divorces and overpopulated by remarriages: both sets of grandparents divorced, my mother’s twice; both my parents married three times; my oldest brother divorced by forty. Divorce seemed less like an aberration than an inevitable stage in the life cycle of any love. [...] I grew up believing that relationships would probably end, but I also grew up with the firm belief that even after a relationship was over, it was still a part of you, and that this wasn’t necessarily a bad thing.' (Make It Scream, Make It Burn)
Sinds 2015 doceert Jamison non-fictie aan Columbia
University. Dit gegeven gecombineerd met de evolutie binnen haar werk van
fictie naar non-fictie geven aan dat literaire non-fictie haar oeuvre sterk zal
blijven bepalen. Ook al blijft de deur naar fictie open staan en heeft ze
binnen beide disciplines een sterke, oeuvreverbindende interesse voor de manier
waarop het menselijk lichaam ervaringen verwerkt.
‘I had always thought of myself as a fiction writer, and
that identity pretty much carried me through the entire course of my first
novel. It was in the process of writing my second novel that I started writing
essays. It was really frustrating for me to kind of get a beat on it, get some
sense of its pulse, so I found myself following little escape hatches into
nonfiction projects. Also, nonfiction lends itself more easily to certain kinds
of conversations. It feels like a beginning to a set of conversations rather
than a transactional, ‘I’ve written this and now I gave it to you’’. (New
Journal)
(Lees verder na illustratie: detail cover De gin-kast)
De roman De gin-kast
werd pas in het Nederlands vertaald na het succes van de essaybundel Examens in empathie. Alcohol staat al centraal
van in de titel van het boek waarin Stella en haar tante Tilly (Matilda) afwisselend
het woord nemen. Twee generaties van vrouwen die met de leegheid van hun
bestaan worstelen.
Door de zorg voor haar aftakelende grootmoeder (Oma Lucy)
ontdekt Stella toevallig het bestaan van haar tante, al die jaren verzwegen
door haar dominante moeder Dora. Matilda verliet op jonge leeftijd haar familie
om een betekenisvol leven te zoeken maar kwam terecht in de underground van
Nevada en belandde in een neerwaartse spiraal van verslaving.
Na de dood van Oma Lucy gaat Stella haar tante opzoeken die
in een trailer woont aan de rand van de woestijn. In de zorg voor elkaar groeit
een band tussen de zwaarlijvige alcoholicus Tilly en haar van anorexia
herstellend nicht. Beiden zijn fragiel en balanceren op de rand van de afgrond.
Ze kunnen elkaar niet redden maar door samen in dialoog te gaan weten ze elkaar
staande te houden en het leven zoals het is te trotseren.
In Jamisons terugkerende thematiek van ‘eating disorders,
alcoholism, prostitution, abandonment, abortion, incest, depression and suicide’
zitten ook de essays van Examens in
empathie vervat: ‘I write about food. I write about ‘being a woman’. I
write about varieties of sadness that elude our practices of naming and
reckoning. I write about the body, always. I can’t get away from it’. (simonandschuster.com)
‘I’m really interested in how physical bodies shape
experience—that’s all over my fiction and nonfiction. In my novel, there are
dramas on the level of the body, like an eating disorder or an addiction. In my
essays, I write about disease and empathy in a medical context. That attention
to bodies is evident in craft too.’ (New Journal)
Zelf verbindt ze die terugkerende obsessie met het
autobiografische karakter van haar werk. In die zin lijkt het voortdurend
opzoeken van en schrijven over persoonlijk gerelateerde thema’s een vorm van
therapie en confrontatie met het verleden. Dialoog staat daarbij centraal of
die nu verloopt tussen personages, tussen haar en de uit het leven geplukte
mensen die ze verwerkt in haar essays of haar sessies bij Alcohol Anonymous,
die een belangrijk deel uitmaken van haar memoires en culturele geschiedenis Ontwenning.
(Lees verder na illustratie: detail cover Examens in empathie)
De mengeling van memoires, reportage en kritiek in de elf
essays van Examens in empathie heeft
Jamison een brede en internationale basis gegeven voor haar publicaties. Eigen
pijn en de pijn van anderen, zowel fysisch als psychisch, en het
inlevingsvermogen van de ander staan centraal in deze bundel. Introspectie,
schuld en angst spelen een belangrijke rol in deze exploratie van pijn,
empathie en vertrouwen.
'Trust always matters, but it especially matters when
you're writing about pain. You're trusting your readers with the story of
something that hurt you--or something that hurt someone else--so you also trust
them to follow, to push back, to connect. Trust keeps preaching at bay:
juxtaposition and subjective confession are alternatives to polemic.’
Een essay
blijft echter een constructie, een voorstelling van de feiten vanuit een
bepaalde invalshoek. ‘Niets menselijks is mij vreemd’ (Terentius), maar voor Jamison blijft het raden in hoeverre ze iemands ervaringen kan peilen: ‘Nothing human is
alien to me is what the book's epigraph says (and also a tattoo on my arm) but
the truth is--things remain alien. Inevitably. Insolubly.’ (Harper’s Online)
Met de ontroerende memoires Ontwenning als voorlopig sluitstuk, gebaseerd op haar 'unsexy' doctoraat voor Yale University (het uitgebreide notenapparaat en de gestoffeerde bibliografie zijn daarvan getuige), kiest Jamison resoluut voor nuchter-zijn.
Angst om na de alcohol geen inspiratie meer te vinden om te kunnen schrijven, is een vicieuze cirkel voor veel schrijvers. Jamison doorbreekt die patstelling door haar nieuw verworven nuchter-zijn als een superieure levenshouding te belijden, die niet voor iedereen is weggelegd. Een haast religieus geloof dat haar op het rechte pad houdt.
Verloochening van de geïntoxiceerde manier van schrijven ligt aan het hart van dit boek omdat daarin de impuls om over zichzelf te schrijven en de impuls om te drinken onlosmakelijk verbonden zijn. Deze visie is bepalend voor de manier waarop ze haar voormalige alcoholische voorbeelden benadert en van hun voetstuk haalt, zowel van de gerenommeerde Iowa Writer's Workshop als daarbuiten.
Zelfs voor een nuchtere auteur biedt het onderwerp van verslaving en ontwenning een onstuitbare stuwkracht. Jamison excelleert in het beschrijven van de persoonlijke gevoelssfeer. Maar voor de nodige afstand, nuance en beschouwing over de leefwereld van bekende alcoholische schrijvers moeten we uiteindelijk bij Olivia Laings Het uitstapje naar Echo Spring : Waarom schrijvers drinken aankloppen, een van de bronnen uit haar lijvige literatuurlijst.
(Lees verder na illustratie: detail Self-Portrait (1926) Walker Evans)
Met haar essaybundel Make It Scream, Make It Burn (2019, Laat het schreeuwen, laat het branden) bouwt Jamison verder aan een oeuvre van literaire non-fictie, waarin memoires, kritiek en journalistiek versmolten worden. Het is in zekere zin een vervolg op de bundel The Empathy Exams (2014, Examens in empathie), waarmee de ontstaansgeschiedenis een paar jaar overlapt.
De nieuwe essays kwamen tot stand in een periode van zeven jaar, waarin ze geschreven en herschreven werden, door het oog van nieuwe informatie en een veranderende wereld. Maar waar ze in de vorige bundel vanuit een diepgewortelde persoonlijke leefwereld vertrok om de buitenwereld te exploreren, gebruikt Jamison hier vooral verhalen van anderen om die daarna gaandeweg op zichzelf te projecteren.
Die zeven jaar waren ook een transformatie voor Jamison, waarin ze een ander mens geworden is, de alomtegenwoordige pijn heeft kunnen loslaten en stabiliteit gevonden heeft als schrijver, docent, echtgenote, moeder en stiefmoeder. Het leven staat centraal, voortdurend gevoed vanuit verlangen, observeren en steeds opnieuw weer thuiskomen. 'Make life scream. Make it burn. Make it funny. Make it
strange. Make it sing.'
De titel, Make It Scream, Make It Burn, gaat terug op een ode van de dichter William Carlos Williams aan de fotografie van Walker Evans die het leven van de gewone man indringend documenteerde: 'What the artist does applies to everything, every day, everywhere to quicken and elucidate, to fortify and enlarge the life about him and make it eloquent—to make it scream.' (lesliejamison.com)
(Lees verder na illustratie)
Met de memoires Splinters (2024, Splinters) tracht Jamison greep te krijgen op haar leven na covid en de finale breuk met haar vijftien jaar oudere echtgenote Charles Bock (C. in het boek). Die episode valt min of meer samen met de geboorte van hun dochter, Ione Bird, aan wie het boek werd opgedragen. Centraal staat een (bemiddelde) alleenstaande vrouw die, een tijd lang geïsoleerd door de pandemie, haar rol als moeder, schrijver en docent vormgeeft in moeilijke omstandigheden.
Andere schrijfsters zijn haar over het thema moederschap voorgegaan en de vraag rijst of Jamison, in deze voor haar doen opvallend zuivere vorm van memoires, de herhaling en redundantie kan overstijgen. Stilistisch blijft ze superieur, maar er is duidelijk de koppeling nodig met de New Yorkse kunstscène om het proza naar een hoger niveau te tillen.
Jamison is altijd op haar best in een vermenging van elkaar verrijkende genres, waarbij ze zich een werkelijkheid en betekenislaag buiten zichtzelf als spiegel voorhoudt en voedt met persoonlijke inleving. Volledig op zichzelf teruggeworpen is haar leven, zoals ze zelf nog in haar vorige boek benadrukt, een kroniek van een aangekondigde scheiding. Het twaalfstappenplan blijft duidelijk haar levensgids voor de toekomst, maar kan het alle andere demonen in haar leven van toxic masculinity tot anorexia bezweren?
Leslie Jamison: Splinters, Nijgh & Van Ditmar Amsterdam, 2024, 294 p. ISBN 9789038811611. Vertaling van Splin door Pon Ruiter, Aad Janssen en Marianne Palm. Distributie L&M Books
Leslie Jamison: Laat het schreeuwen, laat het branden, Hollands Diep Amsterdam, 2020, 286 p. ISBN 9789048825479. Vertaling van Make It Scream, Make It Burn door Pon Ruiter, Aad Janssen en Marianne Palm. Distributie OverAmstel Uitgevers
Leslie Jamison: The Recovering, Granta London, 2018, 534 p.
ISBN 9781783781522
Leslie Jamison: Ontwenning, Hollands Diep Amsterdam, 2018,
524 p. ISBN 9789048825455. Vertaling van The Recovering door Gerda Baardman en
Bart Gravendaal. Distributie OverAmstel Uitgevers
Leslie Jamison: De gin-kast, Hollands Diep Amsterdam, 2016, 301
p. ISBN 9789048825431. Vertaling van The Gin Closet door Lucie Schaap en Maaike
Bijnsdorp. Distributie OverAmstel Uitgevers
Leslie Jamison: Examens in empathie, Hollands Diep
Amsterdam, 2015, 317 p. ISBN 9789048825431. Vertaling van The Empathy Exams door
Maaike Bijnsdorp en Lucie Schaap. Distributie OverAmstel Uitgevers
(Illustratie: detail foto Leslie Jamison (Beowulf Sheenan) uit The Recovering)
© 2024 | MappaLibri