6+ - Zestien absurde
gedichten serveert Ted van Lieshout ons in deze bundel, in een bijzonder
smakelijke verpakking, verzorgd door Sieb Posthuma. Er gebeuren gekke dingen
met dieren, fruit, knuffels en cijfers. Cijfers vormen trouwens een andere rode
draad doorheen deze bundel: in bijna alle gedichten komen cijfers of een
cijfermatig gegeven voor. Posthuma haalt die cijfers helemaal naar voren, niet
alleen door de juiste aantallen van dieren en dergelijke te tekenen, maar ook
door cijfers te verwerken in de lichamen en kledij van de personages. Zo
krijgen we lakeien met een cijfer als buik, een jongetje met cijfers in zijn
gezicht, stijfdeftige heren met cijfers op hun hoedje. In de schutbladen komen
nog leuke dingetjes: cijfers als mensjes, in alle vormen en kleuren. Posthuma is op zijn
sterkst als hij zijn kronkelige personages en voorwerpen in reeksen mag
tekenen, en dat kan hij hier ten volle uit.
Grappige tekeningen dus, voor
overwegend grappige gedichten. Sommige gedichten bestaan trouwens uit niet meer
dan een grap: een spin op sokken die 'gewoon' boe roept of cijfers als
lettergrepen ("1 2tal 3lingen 4t 5en6tig tot 7tig n8en feest... met 9
10ers die 11 zijn geweest"). Andere, sterke gedichten vertrekken van
vertrouwde genres in de komische kinderpoëzie: een leuk aftelrijm in een
gedichten over stoute kinderpoppen; een gedicht over olifantenjam dat sterk aan
Annie M. G. Schmidt doet denken; een knappe, tegensprekelijke dialoog tussen
een jongen en zijn opa over een zeepaardje; een bakerrijm over de westenwind.
Van Lieshout brengt sterk geritmeerde teksten, maar ontsiert enkele gedichten
toch wel met een overbodig, flauw coda. Het mooiste gedicht in deze bundel is
dat over een kind dat er tegengestelde ideeën op na houdt over haar
knuffelbeer. Het is een gedicht vol elkaar tegensprekende stemmen, dat perfect
de complexe, veranderlijke gevoelswereld van kinderen oproept:
‘Mijn beer is dood,
mijn beer is dood
Ik wou de eendjes voeren.
Mijn beer
ging mee en wilde brood.
Hij is gesprongen in de sloot.
Ik ben voor beren veel te groot.
Mijn beer is dood, mijn
beer is dood!
Er
kwamen dertien eenden aan.
Die
hebben hem toen kwaad gedaan.
Welnee, er was gesnater
Van eendjes in het water.
Ze kwekten en kwaakten wat
En hebben om zich heen gespat.
En beer, die werd een beetje nat.
We drogen hem en dat is dat.
Mijn beer is stout, mijn beer is
stout.
Ik ga hem morgen temmen.
Dan voeren we de eendjes weer
En kan hij leren zwemmen.’
Ted van Lieshout, Sieb Postuma: Spin op sokken, Leopold, Amsterdam 2009,
25 p. : ill. ISBN 9789025852115.
Distributie Standaard Uitgeverij
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswelp 2009
© 2025 | MappaLibri