Het huis woont in mij

Peter Swanborn oogst in Nederland succes met zijn dichtbundels. Het thema daarvan is dan ook bijzonder herkenbaar: het overlijden van de beide ouders, en de manier waarop die ingrijpende gebeurtenissen het leven en de identiteit van de dichter fundamenteel veranderen. Het huis woont in mij gaat resoluut verder op dat onderhand bekende patroon. Ditmaal staat de ruimte van het ouderlijk huis centraal. Zoals de titel van de bundel aangeeft, wordt de ruimte verinnerlijkt. Het ik dwaalt door de verschillende kamers, en daarbij dringen zich onwillekeurig allerlei herinneringen aan hem op. De ruimte begint te herleven, objecten worden levend en overleden personages duiken terug op. Ook het ik transformeert daarbij; hij wordt opnieuw een kind dat waarneemt en aanvoelt. Daarbij valt een dubbele beweging op.  
 
Aan de ene kant kiest de dichter voor een relatief afstandelijke en objectiverende blik, die vooral oog heeft voor sprekende details en objecten. Swanborn toont zich eens te meer als een begenadigde waarnemer, iemand die met enkele details een hele ruimte en een aparte atmosfeer kan neerzetten. Aan de andere kant is de emotionaliteit echter nooit ver weg. In deze bundel gaat het vaak om gevoelens van bevreemding en angst, die niet rechtstreeks worden benoemd maar via een spookachtige sfeer voelbaar worden gemaakt. Het spreken en de gebaren van de doden hebben iets intiems en herkenbaars, maar tegelijk zijn ze ook bedreigend. Ook de manier waarop de dichter in het heden staat wordt door zo een dubbelheid gekenmerkt. Alle ruimten krijgen iets vreemds, routines worden als het ware tot wetten. Het traditionele beeld van het autonome subject wordt daardoor bij momenten herleid tot iets mechanisch. Het lyrische ik draait als het ware mee in een machine die alles lijkt te omvatten maar die hij niet begrijpt.
 
Vooral die mix van herkenbare details en vervreemding werkt in deze bundel opnieuw indringend door. Swanborn heeft duidelijk zijn eigen toon gevonden, en kan hoe langer hoe meer indruk maken door het vakmanschap dat hij onmiskenbaar hanteert: in veel gedichten staat geen woord te veel of op de verkeerde plaats. Tegelijk echter krijgen de verzen onderhand iets van een formule, waarop eindeloos gevarieerd wordt. Gaandeweg verdwijnt de verbazing van de lezer dan ook, aangezien hij de stijlgrepen van de auteur begint te verwachten. De bundel is daardoor toch minder sterk dan een aantal afzonderlijke gedichten. Veel lezers zullen zich echter aangesproken voelen (en terecht) door de voortreffelijke wijze waarop Swanborn een herkenbaar maar tegelijk delicaat thema tot oprechte poëzie weet te transformeren.
 
Peter Swanborn: Het huis woont in mij, Podium, Amsterdam 2013, 45 p. ISBN 9789057595684. Distributie Elkedag Boeken
 
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswolf 

© 2024 | MappaLibri