12+ - Mason Buttle
vindt in zijn kluisje op school een T-shirt waarop iemand met stift het woord
‘STOMME’ geklad heeft. Mason weet meteen wie het was en waar die flauwe grap
vandaan komt. Het schooljaar begon met een spellingwedstrijd waaraan alle
klassen moesten meedoen. Slecht begin, een spellingwedstrijd is niets voor Mason.
Zijn hersens halen dingen door elkaar en ook al weet hij welke letters hij moet
kiezen, ze ontglippen hem. Zelfs bij een eenvoudig woord als ‘stoppen’. Dat had
hij moeten spellen, maar er kwam ‘stomme’ uit. Hilariteit alom en Matt Drinker moest
daar natuurlijk nog een pesterijtje aan toevoegen, dat T-shirt, dat met vette
zwarte letters uitschreeuwt hoe stom Mason wel is.
In dit ongemeen sterke openingshoofdstuk
zit je meteen in Masons hoofd en beleeft mee hoe de zaken bij hem mislopen. Hoe
de spanning in zijn hoofd binnendrijft als rook, hoe de wedstrijdklok de tijd
wegtikt en hij op de eerste schooldag al finaal afgaat. Maar dat gemene T-shirt
van Matt Drinker is eigenlijk een cadeau. Mason zweet namelijk ongewoon veel en
hij neemt altijd een extra T-shirt mee naar school om er niet als een goorling
bij te lopen. Nu was hij dat vergeten, maar hij kan dus dat STOMME-shirt
aantrekken. Misschien ziet niemand wat erop staat als hij maar goed in beweging
blijft.
‘En als ze het wel zien, nou, ik
zal je wat zeggen. Er zijn ergere dingen.’
En Mason heeft ergere dingen
meegemaakt. Hij heeft een ‘wegloopvader’ en een dode moeder. Hij woont met zijn
oom Drum en oma in een bouwvallige boerderij op een groot stuk land met
appelboomgaarden. Oom Drum slijt zijn dagen in het eetcafé en heeft om aan geld
te komen een deel van het land verkocht aan een projectontwikkelaar. Masons
beste vriend, Benny Kilmartin, is ook dood, hij stierf nu meer dan een jaar
geleden na een ongeluk in de appelboomgaard. Hoe dat gebeurde, is niet helemaal
duidelijk en inspecteur Baird blijft Mason maar vragen stellen daarover.
Maar er zijn ook
goeie dingen. De maatschappelijk werkster bijvoorbeeld, Blinny, die hem met een
spraakcomputer leert omgaan, zodat hij zijn verhaal kan doen zonder dat zijn
spellingproblemen hem in de weg zitten. En natuurlijk Calvin Chumsky, een klein
jochie dat eruit ziet ‘alsof hij van paperclips en plakband is gemaakt’ en
eeuwig en altijd bezig is met zijn tablet. Ze worden beste maatjes en bundelen
hun krachten tegen Matt Drinker en zijn maten, die hen dagelijks op weg naar
huis bekogelen met lacrosseballen, of in het seizoen met appels. Maar op een
dag is Calvin verdwenen en inspecteur Baird denkt alweer dat Mason meer weet
dan hij vertelt.
De waarheid volgens Mason Buttle is een intens verhaal, volledig
verteld vanuit Masons gezichtspunt. Zijn blik is naïef, zijn brein een beetje
sloom, maar Mason heeft een warme inborst, en zijn nuchterheid en gevoel voor
humor helpen hem de dagen door. Mason vertelt uiterst gedetailleerd en ook al
snapt hij zelf niet altijd de draagwijdte van wat er omgaat, hij geeft de lezer
wel bijzonder veel informatie. Omdat je als lezer net iets beter dan Mason
snapt wat er aan de hand is, voel je je al snel betrokken. Medelijden krijgt
geen kans, daarvoor is Mason te opgewekt en te nuchter, maar meeleven doe je
wel van de eerste bladzijde.
De waarheid volgens
Mason Buttle is goed geconstrueerd, elk detail krijgt gaandeweg een plek in
het verhaal. Connor heeft geen beschrijvingen nodig om een betekenisvolle
context en een wel omschreven persoonlijk en sociaal kader te scheppen Ze geeft
in een mooie, levendige taal en met goed gedoseerde humor diepte aan haar
personages. Ze worden alle, hoe klein hun rol ook is, overtuigend
gekarakteriseerd. De korte hoofdstukken en de permanente actie zorgen voor een
stevige dynamiek, maar Mason houdt ook van wat reflectie. Hij praat en denkt in korte zinnetjes, in een
staccato ritme, wat zijn ongecompliceerde conversatie iets bedachtzaams geeft:
‘Ik zal je wat zeggen. Als je
ergens aan denkt, kun je het naar je toe halen. Niet altijd. Maar soms wel. En
dat kan iets zijn dat je niet eens wilt. Uit het busraam zien Calvin en ik
dienstauto 003 staan. Wit met blauwe strepen. Geparkeerd bij de bouwval. Matt
en Lance en Corey kunnen hem ook zien. Net als ieder ander.
De
hele bus wordt er stil van. Op Lance na. Hij zegt: ‘O… de smerissen zijn weer
bij Buttlekont thuis.’
Leslie Connor was met De
waarheid volgens Mason Buttle een van de vijf finalisten van de National
Book Award 2018 in de categorie ‘Young Peoples Literature’. Elizabeth Acevedo werd
de laureaat met The poet X (niet vertaald).
In 2017 verscheen van Leslie Connor De gevangenisfamilie van Perry T. Cook in het
Nederlands.
Leslie Connor: De waarheid
volgens Mason Buttle, Lemniscaat, Rotterdam 2018, 253 p. ISBN 9789047710264. Vertaling van The truth as told by Mason Buttle door
Annelies Jorna. Distributie De Eenhoorn
© 2023 | MappaLibri