Richard Nixon zal, anders dan hij hoopt in Zoeklicht op het gazon, de nieuwe roman
van Auke Hulst, niet herinnerd worden om zijn belangrijke verwezenlijkingen
zoals de terugtrekking uit Vietnam, de ontspanningspolitiek met de Sovjet-Unie
en de banden die met China werden aangehaald. Hij zal voor eeuwig de eerste
president blijven die vrijwillig aftrad, als gevolg van het Watergateschandaal.
Een leugenaar, dat is het beeld dat de meesten hebben van de 37ste President
van de Verenigde Staten. Hulst tekent hem echter als een diep tragische figuur
en het verhaal, dat grotendeels de biografie van Nixon volgt, maar – en dat is
de winst van een roman over dit onderwerp – ook in het hoofd van de fel
geplaagde politicus kijkt, noopt tot mededogen.
Hulst zoomt in op drie
sleutelscènes in het leven en de carrière van Nixon. Dat blijken niet de grote
politieke beslissingen, maar momenten van eenzaamheid en twijfel. In het eerste
hoofdstuk zien we hem in de nacht van 9 mei 1970, een zoveelste doorwaakte en
in alcohol gedrenkte nacht, waarin Nixon besluit het Witte Huis te verlaten en
te gaan praten met de studenten die protesteren tegen zijn beleid. Het leidt
tot paniek van de staf en de mensen die de president moeten beveiligen – de
titel van het boek is de code die zij hanteren voor het feit dat Nixon zich
buiten waagt.
Het tweede deel zapt terug naar
8 november 1960. Dat is de dag van de verkiezingen, waarin hij het opneemt
tegen (en uiteindelijk nipt zal verliezen van) John F. Kennedy. In plaats van
naar het hoofdkwartier te gaan om de resultaten af te wachten, stapt Nixon in
de auto en laat zich naar Tijuana, Mexico, brengen – tot wanhoop van de partij
die niet weet waar de kopman zich bevindt. En passant passeert in dit hoofdstuk
zijn jeugd (een arm gezin met een tirannieke vader, een verafgode moeder en
twee broers die sterven aan tbc), zijn vicepresidentschap onder Eisenhouwer en
zijn haat-liefdeverhouding met Kennedy. Het laatste hoofdstuk speelt in de
nacht waarin Nixon beslist af te treden en volledig in het nauw gedreven
twijfelt over een wanhoopsdaad, maar uiteindelijk met opgeheven hoofd ontslag
geeft.
Drie
keer zien we de man die de machtigste van de wereld zou moeten zijn, in
opperste vertwijfeling. Hij werkt ontzettend hard, maar voelt zich
ondergewaardeerd en kan de druk niet aan. Bovendien heeft hij voortdurend het
gevoel dat er voor anderen meer consideratie bestaat dan voor hem – met als beste
voorbeeld Kennedy, die minstens even criminele feiten pleegt, maar daarmee
wegkomt –, en dat anderen een gemakkelijker levenspad hebben dan hij. Nixon
komt hier niet naar voren als een genadeloze fraudeur, maar als een mens met
een minderwaardigheidscomplex.
In Zoeklicht op het
gazon krijgt de harde politicus die zich bediende van ongeoorloofde
praktijken een menselijk gelaat. Hulst draagt tal van mogelijke oorzaken aan
die zijn falen kunnen helpen verklaren, met een haast psychoanalytische analyse
van zijn jeugd, de vaderfiguur en zijn moederbinding. Het levert een invoelend
portret op van een politiek beest dat zich hier iets minder het monster toont
dat velen in hem vermoedden.
Auke Hulst: Zoeklicht op het gazon, Ambo/Anthos, Amsterdam
2018, 194p. ISBN 978902633391. Distributie VBK België
© 2024 | MappaLibri