Utrecht, 1911. Van een van zijn cliënten
krijgt advocaat Frits Schröder een zware eikenhouten schrijftafel cadeau. De
makers ervan, vader en zoon Rietveld, komen hun meubelstuk eigenhandig
afleveren. Ze bellen aan en worden ontvangen door Truus Schröder (1889-1985),
de kersverse echtgenote van de raadsman.
De vrouw aan wie deze biografie
is gewijd, neemt geen blad voor de mond. Truus vond het logge bureau vakwerk
van de oude stempel en ging over de stijl ervan in discussie met de oude
Rietveld. Die kon zijn ergernis niet verbergen, dit in tegenstelling tot zijn zoon
Gerrit Rietveld (1888-1964), de toen nog onbekende ontwerper die vanaf de jaren
vijftig nationaal en internationaal erkenning voor zijn werk zou krijgen: hij
vond in Truus meteen een geestverwante. Hij en Truus verloren elkaar daarna
niet meer uit het oog. Eerst spraken ze elkaar vanwege meubelstukken die aan
restauratie toe waren, hadden het in één adem over vormgeving, maatvoering en
esthetiek, om algauw hun twijfels en hun ideeën over het leven en het geloof
met elkaar te delen.
In 1921 sloegen ze de handen voor het eerst echt in elkaar. Omdat Truus
haar echtgenoot er niet toe kon overhalen om hun donkere, neoclassicistische
herenhuis in een moderner kleedje te steken, had ze ter compensatie carte
blanche geëist in één ruimte. Zo verbouwden zij en Gerrit haar boudoir tot haar
‘kamer-met-de-mooie-grijzen’.
Deze samenwerking was slechts een opstapje naar een groter
project. Rietveld, de grensverleggende pragmaticus die al de Rood-blauwe stoel
had ontworpen, was zich gaandeweg meer op architectuur gaan toeleggen en bouwde
in 1924 aan de stadsrand van Utrecht een modernistisch huis op vraag van Truus,
die inmiddels weduwe was. De vormgeving ervan bepaalden ze samen.
Toen Rietveld haar
zijn ontwerptekening voor de eerste verdieping toonde, vond zij de binnenmuren
er te veel aan. De schuifwanden die daarop als ruimteverdelers zijn ontstaan,
waren toen ronduit baanbrekend. Een andere bijzonderheid is het hoekraam dat
bestaat uit twee delen die opengaan als ‘uitslaande vleugels’ en dat dankzij de
ontbrekende hoekstijl ongehinderd uitkeek op het weidse polderlandschap.
Truus ging er in 1925
wonen en dat voor de komende zestig jaar. Het iconische huis, dat de
geschiedenisboeken inging als het Rietveld Schröderhuis en in 2000 Unesco
werelderfgoed werd, introduceerde Gerrit Rietveld in de groep van kunstenaars
verbonden aan De Stijl, het
avant-gardetijdschrift waar in de onrust van de Eerste Wereldoorlog een
beweging uit ontstond die de kunst radicaal wilde vernieuwen en hoopte om zo de
maatschappij ten goede te veranderen. Rietveld streefde naar heldere vormen en
werkte graag met de drie primaire kleuren. Rood, geel en blauw komen dus niet
toevallig terug in de boektitel, die overigens verwijst naar een van de
slotzinnen waarmee Rietveld graag de brieven afsloot die hij aan Truus schreef
als hij in het buitenland was: ‘I love you, R’.
Zijn echtgenote,
Vrouwgien, overleed in 1957. Tot zolang verdeelde Rietveld zijn aandacht over
haar en hun zes kinderen én over Truus, zijn creatieve partner. Jessica van
Geel (1973), cultuurhistoricus en voorheen journaliste voor onder meer NRC Handelsblad, brengt het verhaal van
de voorzichtig beleden liefde tussen Rietveld en Truus, zonder voorbij te gaan
aan de ontregelende gevolgen die hun gereserveerde verhouding had op zijn gezin
alsook op haar drie kinderen.
Hun verhaal is omstandig, maar tegelijk meeslepend, helder
en vlot verteld. Er gaat een handige stamboom aan vooraf en twee uitgebreide
fotokaternen plakken gezichten op de protagonisten. Het leven van Truus
Schröder omspant bijna een eeuw. In haar biografie verweeft Jessica van Geel
behendig de sporen van de politieke en culturele geschiedenis op de levens van
alle hoofdrolspelers.
Wat ze extra wilde toelichten bij haar onderzoeksbronnen
heeft ze aan het eind in opmerkingen gegoten die zijn gerangschikt volgens het
hoofdstuk waarop ze betrekking hebben. Veel van het bronmateriaal komt uit
familiale en persoonlijke archieven, en ook uit het Rietveld-Schröderarchief
waar Truus zelf weliswaar sterk haar stempel op heeft gedrukt.
Algemeen wordt
evenwel aanvaard dat Truus Schröders gevoel voor ruimte en haar eigenzinnige
ideeën op het gebied van binnenhuisarchitectuur van groot belang waren voor
Rietveld, ook al werd haar inbreng minder uitgesproken, toen hij zich vanaf de
jaren vijftig op grotere architecturale projecten begon toe te leggen. Zowel
haar bijdrage aan zijn carrière als hun omzichtige genegenheid voor elkaar worden
uitvoerig belicht in deze biografie en familiesaga in één.
Jessica van Geel: I love you,
Rietveld. Lebowski Publishers, Amsterdam, 2018. 462 p. ISBN 9789048837038
© 2024 | MappaLibri