12+ - Davies dag begint als zijn moeder hem de
deur uitduwt. Het is een stralende zomerdag, veel te mooi om binnen te zitten,
zegt ze. Met wat proviand en een verzameling oude kinderspullen in zijn rugzak
trekt hij op pad. Zijn vriend Gosh weet hem te vertellen dat Jimmy Killen is
doodgestoken. Als jonge ramptoeristen werken ze zich tot bij het lichaam. Davie
heeft een sterk vermoeden wie de dader is: Zorro Craig, een leeftijdsgenoot van
een rivaliserende familieclan. De Killens en de Craigs staan elkaar naar het
leven, dat is bekend. Davie trekt erop uit om Zorro Craig op te sporen. Wat
volgt, is een roadmovie-van-één-dag, waarbij niet zozeer het vinden van een
mogelijke moordenaar centraal staat, als wel de zinderende sfeer van de
zomermiddag waarop een jongen die nog met één been in de kindertijd staat, op
zoek is naar zijn plek in de wereld.
Almond weeft realiteit en
fantasie door elkaar heen in het hoofd van Davie, op een subtiele manier die de
lezer soms pas hoofdstukken verder duidelijk wordt. Is het Engeland waarin hij
de hele dag door de straten van de stad en door de heuvels kan zwerven, en
daarbij vooral moet opletten voor twee rivaliserende clans, dat van vandaag?
Dit klinkt eerder als een evocatie van een stadje in Almonds jeugd, of misschien
zelfs nog beter: een tijdloze plek, waarin alle ontmoetingen archetypische
kwaliteiten hebben.
Nadat ze het dode lichaam gezien hebben en Davie er op zijn eentje
vandoor is gegaan, is zijn eerste gesprek er een met een jonge priester die op
het punt staat zijn boord af te leggen. Die ontmoeting wordt dan weer gevolgd
door een gesprek met twee grofgebekte meisjes die een hele paradijs met
monsters op de stoep aan het krijten zijn; een confrontatie met de
Craigs-kinderen waarin hij aan een paal gebonden en vernederd wordt; een
ontmoeting met een tuinman; twee oudere dames die hem een verhaal vertellen
over een baby die door een buizerd werd meegenomen…
Geen van alle zijn deze ontmoetingen heftig (de scène op
het terrein van de Craigs niet te na gesproken), de dialogen zijn bedrieglijk
eenvoudig. Davie doet vaak weinig meer dan instemmen met wat zijn
gesprekspartners hem vertellen. Maar stelselmatig weeft Almond een web waarin
alles met alles verbonden is, en waar Davie steeds duidelijker het centrum van
uitmaakt. En met elke ontmoeting wordt ook duidelijker wat hij écht met zich
meedraagt, op dit kantelpunt van volwassen worden: de recente dood van zijn
vader en het rouw- en verwerkingsproces waar hij nog volop in zit.
De kleur van de zon is een trip door een droomlandschap en door de
zoete zintuiglijke werkelijkheid van een zomerdag tegelijk. De wereld van Davie
wordt bevolkt door figuren die zowel echt als verzonnen zijn, net zoals zijn
worstelingen met zichzelf en zijn leven soms heel concreet en soms innerlijk
imaginair zijn.
Net als Davie lijkt te verdrinken in de hitte van
de zomerdag, kun je als lezer verdrinken in dit boek: zachtjes, zonder dat je
het doorhebt. Met het vallen van de duisternis komt alles samen, en blijkt de
wereld een beetje veranderd, en jij ook – ten goede.
David Almond: De kleur van de
zon, Querido, Amsterdam, 2019, 221 p. Vertaling van Colour of the sun door
Annelies Jorna. ISBN 9789021414942
© 2023 | MappaLibri