Prooi

Met zijn thrillers heeft de Zuid-Afrikaanse auteur Deon Meyer in het Nederlandse taalgebied een ruim lezerspubliek aan zich weten te binden. In zijn breeds opgevatte roman Prooi grijpt hij terug naar de formule die hem het nauwst aan het hart ligt: een stevig opgezette plot rond een dubbele moordzaak die zijn vaste speurdersduo Bennie Griessel en Vaughn Cupido moet zien op te lossen, en binnen deze plot steeds nadrukkelijk focussend op de politieke en socio-economische situatie in Zuid-Afrika, ‘zo’n mooie plek. En zo’n lange geschiedenis van conflict en verraad en hebzucht.’

Wat Prooi dan weer zo boeiend en intrigerend maakt, is de opbouw van het geheel. Deon Meyer maakt er een dubbelverhaal van. Aan de ene kant is er het verhaal rond Daniel Darret, die zijn geboorteland achter zich heeft gelaten en nu in Bordeaux bij een antiquair een nieuwe job heeft gevonden. Dat zijn verleden in Zuid-Afrika hem hoe dan ook blijft achtervolgen, verklaart dat hij op zeker moment wordt betrokken bij de plannen de Zuid-Afrikaanse president bij zijn bezoek aan Parijs om te brengen. Binnen deze verhaallaag legt Meyer de vinger op de wonde van de problemen in het land,

‘hoe de president en zijn gespuis gestolen hebben. Miljarden en nog eens miljarden. Overheidsinstellingen geplunderd. In het buitenland witgewassen. Met de hulp of vrijwillige blindheid of het omkopen van bekende, gerespecteerde, internationale accountantsfirma’s en softwareleveranciers en spindokters en banken. […] Geld waarmee de voormalige verdrukten verheven hadden kunnen worden, geld dat gebruikt had kunnen worden om werk te scheppen, sociale voorzieningen te creëren, de economie vlot te trekken. Geld dat het lot van de armen had kunnen verlichten. Afrika is weer eens geplunderd, verkracht.’

Zonder dat Deon Meyer hier een naam laat vallen, is toch snel duidelijk over welke president het hier gaat en over welke wandaden in diens beleid hij het precies heeft: de ‘staatskaping’ of de verregaande corruptie op regeringsniveau, mede bepaald door de inmenging van Indiase magnaten.

Parallel aan het Barret-verhaal ontwikkelt Deon Meyer dan de moordzaken die Griessel en Cupido moeten aanpakken. Alles begint met de moord op een gewezen lid van de Staasbeveiliging die tijdens een tocht met een luxetrein, waar hij als privébeveiligingsagent voor een oude Nederlandse dame optreedt, brutaal wordt omgebracht. Hoe die moordaanslag uiteindelijk (ook) te maken heeft met de opdracht die Darret in Frankrijk krijgt, wordt gaandeweg de roman duidelijk gemaakt.

De spanningsboog wordt binnen dit geheel vakkundig uitgewerkt en maakt zo van Prooi een echte pageturner. Het surplus dat Deon Meyer verder aanreikt door te focussen op wat Bennie Griessel als privépersoon bezighoudt, geeft de roman ook een emotionele kant die de lezer echt laat meevoelen en meedenken met het personage. Griessel staat nu al 240 dagen ‘droog’ en wil zijn relatie met Alexa, die zelf ook heeft moeten vechten tegen een alcoholverslaving, bestendigen. Zijn twijfels, zijn angst om door haar afgewezen te worden als hij haar ten huwelijk vraagt: het is de rode draad door het verhaal.

Prooi bevestigt waarvan zovele lezers in Zuid-Afrika en hier bij ons al lang overtuigd waren: Deon Meyer staat als thrillerauteur aan de top van wat het genre te bieden heeft.

Deon Meyer: Prooi, Bruna, Amsterdam 2019, 422 p. ISBN 9789400508392. Vertaling van Prooi door Martine Vosmaer en Karina van Santen. Distributie Standaard Uitgeverij

© 2024 | MappaLibri