9+ - Kate DiCamillo, bekend van
onder meer De zomer van Winn-Dixie,
Despereaux, of Het verhaal van een muis, een prinses, een schoteltje soep en een
klosje garen en Het verhaal van de
olifant en de goochelaar, of Hoe Peter zijn zusje terugvond,
biedt met De vloek van de vliegende
Olifantes opnieuw een fameus staaltje aan van haar vertelkracht. Lezers
schommelend tussen acht en de elf jaar kunnen met deze boeken uit de voeten.
Vanaf de eerste pagina van dit zelfstandig te lezen vervolg op Neem mijn hand sleept DiCamillo’s
kenmerkende verteltrant de lezer mee. Het eigenlijke verhaal zet in wanneer
Louise door haar oma in het holst van de nacht wordt gewekt. Ze rijden weg uit
Florida, vallen zonder brandstof, en dan krijgt oma ook nog eens ondraaglijke
tandpijn. Louise kan niet anders dan het heft in eigen handen te nemen.
Louise is de verteller van het relaas. Het drama (vlucht, geldgebrek,
afhankelijkheid van welwillende vreemden) wordt verwoord met klinkende zinnen
aan het einde van een hoofdstuk zoals ‘Ik werd zo blij [...] dat ik bijna
vergat wat voor onrecht oma me allemaal had aangedaan. Bijna.’ en ‘Ja. Voor het
eerst sinds we de grens tussen Florida en Georgia waren overgegaan voelde ik,
Louise Olifante, me hoopvol.’ De situatie waarin Louise en haar oma zich
bevinden is absoluut precair, maar nergens wordt het spannende verhaal te zwaar
op de hand. DiCamillo slaagt er immers in kleine en grote sprankjes van hoop
binnen te smokkelen. Dat heeft veel te maken met haar personage: met haar
charme (en, toegegeven, ook haar zangtalent) weet Louise op een geloofwaardige
manier vriendelijke en minder vriendelijke onbekenden meestal te ontwapenen.
Zoals ze veel andere personages weet te charmeren, pakt ze ook de
lezer in. De moeilijke familiale omstandigheden waar we mondjesmaat inzicht in
krijgen, krijgen extra vlees maar ook licht en lucht doordat Louis afdwaalt in
haar vertelling. Na veel vijven en zessen kunnen oma en Louise in De Nachtkaars
terecht om uit te rusten. Louise vertelt: ‘De Nachtkaars was een heel schoon
motel. Dat weet ik omdat ik onder het bed keek. Dat is altijd het eerste wat ik
doe als ik een motelkamer inga.’ Vervolgens krijgen we een opsomming van alles
wat Louise al van onder motelbedden heeft vergaard: haarspeldjes, een bic,
paperclips, een brief aan iemands oom Al. Met dit ietwat viezig lijstje doet
DiCamillo ook wel een appel aan het vermogen van de lezer om mee te leven met
Louise. ‘De brief begon met ‘Beste oom Al’. Ik weet niet meer hoe hij verder
ging, maar ik was blij dat er ergens op de wereld een oom Al was.’ Uit haar
nevenverhaaltjes spreekt Louises schrijnende, maar toch ook wel grappige
verlangen naar vriendschap, vastheid en een thuis.
Louise staat op het punt waarheden ontdekken die haar zullen
kwetsen, maar er komen ook vriendschappen bij en relaties die haar sterken voor
het leven. In het echte leven zal dat niet anders zijn en daarbij vallen boeken
als deze te koesteren.
Kate DiCamillo: De vloek van de vliegende Olifantes, Lannoo, Tielt
2019, 210 p. ISBN 9789401454858. Vertaling van Louisiana's
way home door Harry Pallemans
© 2024 | MappaLibri