Het is een huizenhoog cliché, maar aan de
vooravond van een belangrijke verjaardag – je bereikt de pensioenleeftijd, of
je wordt binnenkort vijftig, om er slechts twee te noemen – zal er bij iedereen
een moment aanbreken waarop hij zijn eigen leven in overschouwing neemt. Al is
het maar voor heel even, of om tot de conclusie te komen dat hij best tevreden
mag zijn met wat hij heeft bereikt, de onvermijdelijke evaluatievraag stelt
zich hoe dan ook.
De Duitse historicus Simon Strauss ervaarde hetzelfde toen hij zijn
dertigste verjaardag zag opdoemen. Als hoogopgeleide telg uit een welvarend
middenklasse gezin met het vooruitzicht op een vaste baan en een
pensioenspaarrekening, kon hij niet anders dan blij zijn. Het is immers dit
door de maatschappij opgelegde toekomstbeeld dat elke generatiegenoot
nastreeft. Alleen, zo luidde zijn slotsom, spat de middelmaat ervan af. Deze
oncomfortabele vaststelling maakt hem onzeker, angstig zelfs. Een gevoel waar
wel meer millennials mee worstelen. In zijn debuutroman Zeven nachten, waarin hij met deze constatatie aan de slag gaat,
klinkt dat zo:
‘Mijn innerlijk wordt bedreigd
door de kleurloze lijst die op me wacht. Hij hangt er al, rechtsboven op de
witte muur. Klaar om me in te kaderen, mijn leven te fixeren.’
Om aan de vloek van
de volwassenheid te ontsnappen, sluit de verteller in de roman een pact met een
duivelse figuur. In zeven nachten moet hij zich overleveren aan de zeven
hoofdzonden. Zijn ervaringen moet hij tegen de ochtend hebben neergepend op
zeven bladzijden. Alleen zo kan hij opnieuw wat vuur en passie zijn leven
binnensmokkelen, luidt het verdict.
De sterkte van het boek zit in
het inleidende hoofdstuk. In essayistische vorm ontleedt hij onze huidige
westerse samenleving en het bijwijlen gemakzuchtige karakter van twintigers.
Het hoofdstuk zit boordevol intelligente opmerkingen en interessante
vaststellingen, waardoor het een heel eigentijds document wordt.
Als het
hoofdpersonage zich nadien een voor een overgeeft aan de zeven zonden, wordt
het soms wat fletser. Gulzigheid beperkt zich tot het bestellen van vlees op
restaurant. Wellust gaat niet verder dan het observeren van anderen op een
gemaskerd bal. Het is een indicatie van de ambigue houding van de ik-figuur:
hij wil de wereld wel bestormen, maar is soms ook gewoon te lui om daarvoor
zijn zetel uit te komen. Ook hierin zullen leeftijdsgenoten zich ongetwijfeld
herkennen.
De
vraag die zich immers stelt, is of de millennial een leven in volle vrijheid
verkiest boven een leven dat in volle bewustzijn toch aanleunt tegen de norm,
of omgekeerd. Het antwoord op die vraag sluimert al van bij het begin
onderhuids en neigt uiteindelijk – niet verrassend – naar de tweede optie. Niettemin
weet Strauss met Zeven nachten deze
gecompliceerde levensfase op een overtuigende manier te beschrijven. Wij zijn
alvast benieuwd naar meer.
Simon Strauss: Zeven nachten, Nieuw Amsterdam, Amsterdam
2019, 107 p. Vertaling van Sieben Nächte door Marcel Misset. ISBN 9789046824634.
Distributie Pelckmans Uitgevers
© 2024 | MappaLibri