6+ De Bloomsbury-groep blijft Rindert Kromhout
inspireren. Bekend is zijn trilogie voor 12+ over enkele hoofdfiguren uit het
gezelschap: Soldaten huilen niet, April is de wreedste maand (Leopold
2013) en Vertel me wie wij waren (Leopold
2014). En nu, in zijn 150ste kinderboek, voert hij een reïncarnatie op van hun
mecenas en gastvrouw, Lady Ottoline Morrell, ook inspiratiebron voor werk van
onder anderen Huxley en Lawrence.
Het motto van het
boek is een uitspraak van haar: ‘Stilstand is waar ik bang voor ben. Avontuur
en mislukking zijn veel, veel beter’. In dit prentenboek heet ze Mevrouw
Wervelwind, een daverende speaking name.
Letterlijk alles en iedereen zal in het dorpje waar dit verhaal zich afspeelt,
nooit meer hetzelfde zijn. De bakker zal zijn koekjesaanbod gaan variëren, hoe
beroemd zijn superkoekje ook is. De meubelmaker wil voortaan ook best eens een
scheve stoel maken, de kokkin van het eethuis gooit haar principes over voor- en
nagerecht overboord en de kunstenares experimenteert met ondersteboven
schilderijen: heel verruimend allemaal!
Mevrouw Wervelwind komt op een
belangrijk moment het dorp binnenwaaien. De juf droomt van een avontuur in de
wijde wereld, ‘Een dag of een jaar of langer of korter, dat weet ik nog niet’.
Eigenlijk is de school dus op zoek naar een nieuwe juf, maar de kandidaten die
zich komen voorstellen, voldoen werkelijk helemaal niet -- opvallend genoeg
voor zo’n ingedut dorpje mogen de kinderen zelf bepalen wie er geschikt is.
Mevrouw Wervelwind, ja, dat zou een goeie juf zijn, de kinderen gaan vanzelf
huppelen of op hun handen lopen als ze voorbijkomt. Ook een duif probeert eens
anders te vliegen dan normaal. Maar mevrouw Wervelwind heeft helemaal geen zin
in juf worden, simpelweg omdat ze kinderen niet leuk vindt.
Zoals gebruikelijk gaat Kromhout
niet op de knieën. Sommige grappen zijn alleen voor oudere kinderen en
volwassenen te volgen, en ook de beeldspraak is best pittig (‘haar armen
wiekten als de vleugels van een paradijsvogel’). Dat geldt ook voor de
boodschap, maar de ommekeer in het dorp zal voor zes-plussers zeker grappig
zijn. Die boodschap is op zich niet superorigineel, ook nog niet echt een zaak
om te overdenken voor kleine kinderen, en is wellicht ook een beetje drammerig:
niet één bewoner geeft een beetje tegenwicht.
Illustrator Jan Jutte (zijn
zoveelste samenwerking met Kromhout, die hij waardeert om zijn stevige teksten)
is zijn vertrouwde zelf: dik gepenseelde contourlijnen, weinig details en
nauwelijks heldere kleuren (wat hier goed uitkwam). Dat mevrouw Wervelwind er
zo kleurrijk uitziet, komt voor een deel door wat roden en blauwen, maar vooral
door de grijze, bruine, zachtgele en beige kleding van de dorpsbewoners en het
zachtroze en -groen van de huizen en de velden. Zie ook de grauwe kleurloosheid
van het atelier van de schilderes.
De kleding van de kinderen zal wel enigszins verwijzen naar
de jaren twintig en dertig van de 20ste eeuw, met hun petjes, pofbroeken en
jurkjes met voorschoot. Het totaalomslag toont de tegenstellingen al fraai,
evenals het advies de boel ook eens van een andere kant te bekijken. De
auto-met-chauffeur blijft aan de rand van het dorp, mevrouw Wervelwind is er
maar eventjes. Op de titelpagina schildert Jutte het portret van Wervelwind.
Het verwijst naar het schilderij dat Augustus Edwin John in 1919 van lady
Morrell maakte, met grote hoed en met geprononceerde mond en neus.
En de juf van dit
over het geheel geslaagde, vrolijke boek? Die blijft. Knotje en brilletje heeft
ze nog, maar haar grijze jurk heeft ze verruild voor een gekleurde, gemaakt uit
de lange sjaal die mevrouw Wervelwind verloor toen ze het dorp weer
uitwapperde. Of deed ze het expres?
Rindert Kromhout & Jan
Jutte: Mevrouw Wervelwind. Amsterdam, Leopold, 2019. ISBN 9789025875275.
Distributie Standaard Uitgeverij
© 2023 | MappaLibri