De laatste heilige schrijver
In 1924 pleegde Max Brod
woordbreuk jegens een vriend en bewees de wereldliteratuur een onschatbare
dienst. Brod zag het als zijn taak om de manuscripten van Franz Kafka te
behoeden voor verdwijning, in weerwil van zijn belofte dat hij ze na Kafka's
dood zou vernietigen. Brod redigeerde het handschrift en maakte er een keuze
uit. Heel wat teksten waren onaf, onduidelijk, titelloos en soms ontbraken er
pagina's. Brod gaf ze een titel en maakte melding van de ontbrekende stukken. Brief
aan mijn vader en ander proza uit de nalatenschap van Franz Kafka
(1883-1924) is een intrigerende bloemlezing die licht werpt op Kafka's
ontwikkeling als schrijver, van zijn vroegste notities tot zijn ultieme
metaforen. Behalve vierendertig verhalen uit Brods keuze, waarvan enkele in
verschillende versies, bevat de bundel ook de indrukwekkende brief van Kafka
aan zijn vader en een honderdtal aforismen.
In het openingsverhaal,
'Beschrijving van een strijd', loopt een jongeman, na een feestje, in het holst
van de nacht over straat met een nieuwe kennis. De besneeuwde stad ligt er
verlaten bij. De kennis verkeert in een mengeling van droefheid en euforie om
de kussen die hij vanavond gekregen heeft. Met een jolige klap op de rug
probeert de ander hem op te monteren, maar dat gaat niet van harte. Hij benijdt
zijn kennis om diens verliefdheid. Aan de reling van de brug, in het gele licht
van lantarens, slaken beide mannen een diepe zucht. 'Het is toch merkwaardig,
nietwaar, dat juist de nacht alleen in staat is om ons helemaal in
herinneringen onder te dompelen.'
De verteller in 'Beschrijving van een strijd' gaat steeds
meer gebukt onder het geluk van de ander en bedenkt dat hij weg moet, ver van
wie hij benijdt. Hij zet het op een lopen, vlucht de werkelijkheid uit, een
andere werkelijkheid in. Zijn nachtelijke odyssee brengt hem door donkere
poorten naar binnenplaatsen waar onder het maanlicht in portalen engelen staan.
Als een schim loopt hij langs gevels en kroegen die nog geopend zijn, op zoek
naar zijn eigen geluk. Bevreemdende gesprekken met passanten leiden hem naar
illustere gezelschappen, waar hij zich overgeeft aan hallucinante fantasieën.
In de bundel
staan twee versies van dit verhaal, die samen een geheel vormen. In de eerste
versie ligt de nadruk op de existentiële zoektocht van de verteller; in de
tweede verschuift die naar de inzichten gegroeid uit die zoektocht. Ervaringen
uit de eerste versie hebben de verteller gelouterd en vervolmaakt als
personage, wat ook afstraalt op de lezer. De tweede versie lees je
onvermijdelijk anders, voortbouwend op de leeservaring van de eerste. Obscure
zijsprongen en schijnbaar onbeduidende informatie uit de eerste lezing haken
zich vast in het geheugen, waardoor je de tweede versie als een déjà vu
beleeft, een werkelijkheid die na een droom uit het onderbewuste tevoorschijn
komt.
Van het
tweede verhaal, 'Bruiloftsvoorbereidingen op het land', zijn er maar liefst
drie versies, die aanzienlijk verschillen in inhoud en lengte. Van de
tweeëntwintig pagina's van de eerste versie blijven er nog zes over in de
tweede, twee in de derde. Ook hier onderzoekt Kafka de mogelijkheden van zijn
personage en tracht hem te vervolmaken. Het regent pijpenstelen.
Kantoorbediende Eduard Raban staat weifelend in het portaal van zijn woning.
Hij is overwerkt en vraagt zich af of het raadzaam is om veertien dagen op het
platteland door te brengen. Raban weet zeker dat deze reis hem ziek zal maken.
Een blik op het portret van zijn aanstaande maakt hem nog minder overtuigd om
de reis aan te vatten. Hij steekt zijn paraplu op, loopt over straat, ziet
'door paarden getrokken rijtuigen op sierlijke hoge wielen rollen over de
straatstenen, glanzend van de regen'. Raban probeert zichzelf gerust te
stellen: hij hoeft niet eens zelf naar het land te gaan, hij kan toch gewoon
zijn aangeklede lichaam sturen. In de trein valt hij in slaap.
Geen thema is Kafka vreemd.
Meesterlijk springt hij van mythologie over geografie en recht naar
geschiedenis, dartelt van oorlog naar idylle, van stad naar platteland, van
hemel naar hel, schept al schrijvende nieuwe werelden, bevreemdend en toch
geloofwaardig. Zijn grenzeloze verbeelding metamorfoseert personages tot
ondefinieerbare zijnden. Zo ligt in 'De brug' het hoofdpersonage over een
afgrond, tenen en handen aan weerszijden in de grond geboord. Op een avond
hoort hij de voetstap van een man. De brug kwijt zich van zijn taak en brengt
de man heelhuids naar de overkant. Maar dan gebeurt het onverwachte: de man
keert zich om en springt met beide voeten tegelijk midden op zijn lichaam.
Kafka's proza
is in de eerste plaats taal. Door middel van taal zet hij de werkelijkheid naar
zijn hand. In zijn verhalen komt een wereld tot leven die steeds verder
verwijderd raakt van de 'werkelijke wereld', tot de metafoor werkelijkheid
wordt. Naar welke bevreemding de weg van een zakenman kan leiden, lees je in
het subtiele verhaal 'Het echtpaar'. Een gehaaide zakenman is tijdens een
werkbezoek getuige van een intiem samenzijn tussen een zieke zoon te bed, aan
het voeteneinde zijn dementerende vader die in slaap sukkelt en op een
afstandje, handenwrijvend, de ijverige moeder. Terzijde staat afwachtend een
handelsreiziger. Als enige dissonant in het ingetogen tafereel tracht de
zakenman de intimiteit te doorbreken door met luide stem zijn koopwaar aan te
prijzen. Maar niemand luistert.
Kafka ten voeten uit en zonder twijfel het krachtigste
verhaal uit de bundel is 'Het hol'. 'Ik heb het hol afgemaakt en het lijkt goed
gelukt', luidt de openingszin. Ergens ondergronds ligt een ingenieus ontworpen
gangenstelsel, eigenhandig gegraven door een naamloze verteller. Door een
wirwar van gangen kruipt een ongedefinieerd wezen. Is hij een mol? Een
roofdier? Een paard? Een mens? Nu eens sleept hij zich voort, dan weer
galoppeert hij door zijn behuizing, leeft er vredig in volstrekt isolement.
Toch is hij beducht op een mogelijke vijand, die zich zomaar ineens door een
laag losse aarde heen zou kunnen woelen. Hij graaft zich steeds dieper in,
verandert de inrichting van het hol, verstevigt de wanden, versleept zijn
voorraden. Op een dag hoort hij een vreemd gesis.
Dat ook dit verhaal midden in
een zin abrupt stopt, stoort niet, werkt eerder suggestief. De lezer weet
inmiddels dat dergelijke verhalen bij Kafka sowieso nooit eindigen. Een
labyrint is een labyrint, een obsessie een obsessie, een droom een droom: je
raakt er in Kafka's werk met geen mogelijkheid uit, meer nog, je wórdt het
ongedefinieerde gravende wezen.
'Lieve vader,' zo begint de indringend intieme brief van
meer dan vijftig vellen, die Kafka vijf jaar voor zijn dood, op zijn
zesendertigste schreef en die de bestemmeling nooit bereikte. Kafka had niet de
moed hem af te geven en zijn moeder weigerde dat in zijn plaats te doen. Het is
een document van onschatbare waarde voor iedere zoon, dochter, vader en moeder,
een goudmijn voor psychologen. Een overdaad aan woorden, maar ieder woord
afgewogen, elke formulering genuanceerd. De brief is een getuigenis van een
gekwelde man, die opgroeide in angst en ontzag voor zijn imposante, maatgevende
en in alle opzichten superieure vader. Hoe kon hij anders dan hem zijn leven
lang teleurstellen? Toch is de brief verre van een klaagzang. Kafka spaart
zichzelf niet, gaat moedig de confrontatie aan met schuldbewustzijn, schaamte
en onmacht. 'Brief aan mijn vader' is tegelijk een vlijmscherpe aanklacht en
een uitgestoken hand.
John Updike noemde Kafka ooit 'de laatste heilige
schrijver' en 'de opperste fabeldichter van de kosmische verwarring van de
moderne mens'. Als grootmeester van de nuance, de verbeelding en de metamorfose
heeft Kafka de literatuur dermate vervolmaakt dat het moeilijk is hem niet als
een messias te zien. Zijn raadselachtig-lucide proza openbaart een wereld van
mogelijkheden. Kafka opent talloze deuren, wat zijn werk verheft tot een
labyrintische weerspiegeling van de geest.
Franz Kafka: Brief aan mijn
vader en ander proza uit de nalatenschap, Athenaeum-Polak & Van Gennep,
Amsterdam 2019, 418 p. ISBN
9789025308490. Vertaling van Beschreibung eines Kampfes. Beim Bau der
chinesischen Mauer. Zur Frage der Gesetze. Das Ehepaar und andere Schriften aus
dem Nachlass door Willem van Toorn. Distributie L&M Books
© 2023 | MappaLibri