3+ - Mama, Mama is lief, Mijn mama is de liefste, vul iets soortgelijks in en je hebt zo een
flinke lijst mamaprentenboeken. Ze hebben met elkaar gemeen dat ze lief en
optimistisch zijn, helemaal gefocust op deze speciale relatie. Ze vertellen
over de dag van de peuter en sluiten af met het naar bed gaan. Het verhaal
eindigt nagenoeg altijd met een woord als ‘welterusten’, begeleid door een
plaatje met een bed en een raam waarachter een maan en/of sterren.
Mijn mama van
Annemarie Van Haeringen wijkt, in allerlei opzichten niet af van de gebruikelijke
kenmerken, maar weet de zoetigheid van het genre effectief te omzeilen. Er is
hetzelfde hoofdpersoontje als in Mijn papa dat vorig jaar verscheen, in de
witte broek met daarop gele sterren, die enigszins verwijzen naar de herkomst
van het olifantenideetje: Van Haeringens Chinese uitgever. Mama draagt kleding
die je Oosters van motief zou kunnen noemen, wat ook geldt voor het dekbed van
olifantje. De sterren op de broek van olifantje komen in dit geval goed van
pas: mama klopt ze ’s avonds uit, zodat ze in de lucht kunnen gaan staan boven
zijn bed. Ook op de schutbladen zijn de sterren er, net als in Mijn papa.
Mama is één bonk energie. Ze wil de hele dag spelen en
vindt nagenoeg alles goed. Nou ja, in een jurk knippen voor een hip effect, dat
hoeft van haar niet. Boos wordt ze daar niet van, dat gebeurt alleen als
olifantje zich heel smerig maakt. Het gevolg: een norse blik en een hele preek,
op een pagina die het voorplat spiegelt. Mama’s oog is gereduceerd tot een
streepje en olifantjes broek is vuilzwart.
Het boek begint fijn suggestief.
Olifantje deelt mee dat hij mama al zijn hele leven kent, en aangezien mama
duidelijk zwanger is, begon dat dus al in haar buik. De pagina is typerend voor
de rest van Van Haeringens manier van vertellen: er is meer dan voldoende te
doen voor de kleine lezer, de illustraties zijn altijd aanvullend/uitbreidend.
Bij voorbeeld als olifantje de kleine plant ‘water’ geeft, mama kwaad maakt, of
een ‘berg’ gaat beklimmen. Verder kan het lezertje ontdekken dat er een geinig
soort omkering plaats vindt: moeder mag spelen met olifantjes autootjes, hij
helpt haar ook met schommelen enz. Op de een na laatste pagina komt voorzichtig
nog wat toekomst om de hoek: alles is mogelijk, als je maar wilt. Met de
homonieme toevoeging: ‘Maar mijn moeder vindt het moeilijk om me los te laten’.
Overigens is de tekst hier en daar best pittig, voor een ik die nog peuter is (‘Rijst,
groente, fruit… vergeet ik iets?’, ‘Opruimen kan ik ook als de beste, een zak
chips is zo verdwenen!’ of ‘Ze moeten netjes geparkeerd staan in mijn
speelgoedkast’.
Van Haeringen herken je (ook)
aan de opgewekte personages, de opgeruimde sfeer is er meteen op voor- en
achterplat en op de titelpagina, met olifantje aan de waslijn. En laat een
zwierige olifant maar aan haar over. Net als in veel van haar andere werk houdt
ze het beeld rustig, op de pagina van het slapen gaan van olifantje (grijze
ondergrond) na staan alle tekeningen op helderwitte pagina’s. De tekst vind je
nagenoeg steeds links, de illustratie gebruikt de dubbelpagina.
Een geslaagd prentenboek, dat de tekst voldoende impliciet
houdt om bij het voorlezen eenrichtingsverkeer uit te sluiten.
Annemarie van
Haeringen: Mijn mama, Leopold, Amsterdam, 2019, 26 p. ISBN 9789025877125.
Distributie Standaard Uitgeverij
© 2025 | MappaLibri