6+ - Een kleine jongen, een sleutelkind, wil
na schooltijd graag zijn bijzonder verhaal vertellen. De stad gonst van de
drukte en de andere kinderen razen hem voorbij, op weg naar hobby’s en andere
activiteiten. Niemand luistert en teleurgesteld loopt hij naar het park. Op
datzelfde moment trekt een rouwstoet kevers in de richting van het park. Ze
dragen het lege dekschildje van Trude met zich mee, die opgegeten werd door een
kraai. Haar kersverse echtgenoot loopt verslagen voorop.
In het park lijkt iedereen druk
bezig met zijn eigen leven. Zelfs het vogeltje en de hond die de jongen
aanspreekt, hebben geen tijd voor zijn verhaal. Wel verwijzen ze hem door naar
de boom met het oor, de allerhoogste in het park. Met de jongen arriveert ook
de rouwstoet bij de boom, maar ze merken elkaar niet op. Een lange wachtrij van
kleine dieren staat te popelen om de boom te spreken, maar de rouwstoet krijgt
prioriteit.
De jongen heeft ondertussen zijn
moed bij elkaar geraapt en stapt naar de boom toe, klaar om te vertellen.
Nietsvermoedend trapt hij de rouwstoet uit elkaar en de kevers zijn razend. De
jongen is alle moed om te praten weer kwijt, maar de kevers vinden dat ze
minstens recht hebben op zijn verhaal. Wanneer hij aarzelend vertelt dat hij
vandaag opeens niet meer de kleinste was in de rij voor het gym, ontdooien de
dieren en ontstaat er een boeiende conversatie.
Tot voor kort kenden we Annet Schaap
enkel als de illustrator. In 2017 schreef ze haar eerste boek, Lampje. Dit ijzersterk debuut viel
meteen in de prijzen, waaronder zowel de Woutertje Pieterse Prijs als de Gouden
Griffel in 2018. De boom met het oor schreef
ze op vraag van het Internationaal Kamermuziek Festival van Utrecht 2018 voor
de uitvoering van De schilderijententoonstelling
van Modest Moesorgski.
Schaap verstaat als geen ander de kunst om haar lezers even
te laten stilvallen en nadenken. Kunnen wij nog echt naar mekaar luisteren in
onze jachtige samenleving waar de sociale media hoogtij vieren? De boom
beluistert elk verhaal met evenveel aandacht. De keverweduwnaar kan zelfs
rekenen op grote empathie van de andere dieren. Nergens wordt de verhaallijn
over dood en rouw echter zwaar op de hand. Het sprankelend taalgebruik laat in
het grote keververdriet hier en daar fijnzinnige vleugjes humor doorschemeren.
Zo klaagt de kever hartstochtelijk tegen de boom: ‘Hoe kan ik vertellen hoe
lief ze was? Ons hele huwelijk lang, een hele halve dag lang…’.
Schaap speelt ontroerend mooi met de dubbele betekenis van
groeien. De jongen is letterlijk groter geworden, dat is immers zijn bijzonder
verhaal. Maar door elkaar te beluisteren groeit ook het zelfvertrouwen van de
jongen en de kever. Zo ziet de kever weer een toekomst en durft aan het eind
van het gesprek hopen: ‘Wie weet ontmoet ik nog een andere knapperd om mee te
trouwen.’ De jongen, aanvankelijk een bedeesd sleutelkind, gaat naar huis in de
volle overtuiging dat hij zijn moeder zal omverblazen met zijn verhaal. Grote
vraag blijft of de boom echt een oor heeft. Misschien biedt hij enkel de nodige
rust en ruimte om in alle openheid naar elkaar te kunnen luisteren.
De typische
tekenstijl van Philip Hopman, fijne, vooral zwarte lijntekeningen ingekleurd in
zachte, frisse kleuren, tilt dit tedere verhaal naar een nog hoger niveau.
Hopman heeft oog voor detail. De illustraties van de stad en het park lijken
zoekplaten, waarin steeds nieuwe dingen te ontdekken zijn. De esthetiek van stad
en park wordt benadrukt in de idyllische smeedijzeren balkonnetjes,
straatlantaarns in victoriaanse stijl en prachtig uitgewerkte kerktorens. Maar
ook de hectische en egocentrische sfeer die Annet Schaap creëert, wordt knap in
beeld gebracht. De straten zijn volgestouwd met een bonte verzameling van alle
mogelijke vervoersmiddelen, mensen krioelen als mieren. In het park kijkt een
mama, de kinderwagen voortduwend, op haar smartphone. Een jongen jogt voorbij
met de koptelefoon op en een oude man zit op een bank voor zich uit te staren.
Het groeiproces van de jongen vangt Philip Hopman in
beelden die raken. Vóór hij naar het park gaat, is hij een nietig figuurtje in
de hoek van een wit blad, starend naar zijn grijze schaduw. Wat een verschil
met de trots marcherende jongen die op het einde de bladzijde uit wandelt. Nu
is hij zó groot dat zowel zijn voeten als zijn hoofd deels buiten het blad
vallen. De drukte op straat deert hem niet en hij verheugt zich duidelijk op
wat komen gaat.
Annet Schaap, Philip Hopman: De boom met het oor, Querido, Amsterdam 2019, 56 p. : ill. ISBN 9789045122830.
Distributie L&M Books
© 2023 | MappaLibri