4+ - Vijf jaar na Maurits Muis, en ter gelegenheid van het
Rembrandtjaar, brengen Ingrid en Dieter Schubert een nieuw deel over deze muis
op de markt. Natuurlijk in opdracht van het Mauritshuis, waar Maurits inmiddels volop ingezet wordt door de
educatieve dienst, met rondleidingen door deze muis. Je kunt ook bij hem op
kinderfeest. Maurits Muis heeft niet
de allure van de vele kunstprentenboeken die Leopold samen met het
Gemeentemuseum Den Haag op de markt gebracht heeft. Incidenteel deden andere
museums dat ook, zoals het Stedelijk Museum Amsterdam, en kort geleden het
Eschermuseum in Den Haag. De illustrator die op de klus gezet wordt, altijd een
gerenommeerde, geeft in zijn of haar herkenbare stijl én in die van de
kunstenaar een beeld of een portret van een artiest of een stroming, soms samen
met een jeugdboekenschrijver. Bij de Maurits Muis-boeken gaat het meer om
promotie van het museum, kennismaking met de collectie, voorbereiding van het
bezoek en hulp bij het kijken en nagenieten. Er is een sterk didactisch
element, terwijl in de kunstprentenboeken van het Gemeentemuseum, het Stedelijk
en het Eschermuseum dat didactische element liefst nagenoeg onzichtbaar moet zijn.
De nadruk wordt gelegd op literaire en artistieke kwaliteit, waarbij in beide
opzichten een dubbel publiek bereikt wordt.
De literaire kwaliteit van de
Maurits Muis-boeken is matig. Het verhaal is tamelijk inconsistent en heeft
niet veel om het lijf, een vriendelijk soort spanning is voldoende. De nadruk
ligt op het tonen van werk en het geven van informatie. In het eerste boek
moest Maurits samen met de dieren op de schilderijen een dief verhinderen
ervandoor te gaan met de hit van het museum, Vermeers Meisje met de parel. Al ‘speurend’ (bijna meteen vinden ze de dief,
die nog wat nadrentelt en een hoop licht verspreidt) passeren ze allerlei
beroemde schilderijen.
In De meester en zijn muis wordt Maurits uit de rust van zijn bad
gehaald door twee cavia’s omdat er onrust is onder dieren op de schilderijen
(we krijgen er een paar te zien): ze hebben gehoord dat ze plaats moeten maken
voor een of ander beroemd iemand. Het is vreemd dat Maurits dat niet weet, hij
is immers de bewaker van het museum. Maurits ziet dan ineens een piepklein
(muizen)gaatje onder een zelfportret van Rembrandt. Hij kruipt er, met hulp van
zijn vriendjes, doorheen en belandt in de 17de eeuw, precies in de
molen waar Rembrandt nog bij zijn ouders woont. Deze oude tijdreistruc wordt
verder niet gemotiveerd. Maurits mag gaan poseren voor de jonge, ambitieuze Rembrandt
en hij (en de jonge lezer dus ook) leert iets over Rembrandts aanpak,
handtekening en techniek. Als Rembrandt uit huis gaat, keert Maurits terug naar
zijn eigen tijd en ruimte. Ineens blijken de andere schilderijen te mogen
blijven hangen. We zien al wel een heleboel Rembrandts klaarstaan, een mooie
pagina levert dat op. Gek genoeg kent Maurits die niet, maar het zijn de
onbetwiste Rembrandts die er altijd hangen.
Het verhaaltje mag dan wat gezocht en mager zijn, de
illustraties zijn hier en daar erg geslaagd. De schutbladen vormen zo’n
hoogtepuntje: het Mauritshuis in fraai schemerig blauw achterin, Maurits is immers
’s nachts actief. Deze tekening werd ook gebruikt voor de schutbladen van Maurits Muis, toen met de ladder en de
auto van de dief, nu met Maurits tegen een verlicht raam onder het Meisje met de parel. De schutbladen
voorin tonen het vroege Amsterdam. Van grote schoonheid is ook de scène waar
Maurits en Rembrandt (Rem genoemd door Maurits) hun afscheid aan het bespreken
zijn, starend over het water, met molen, ophaalbrug en zijaanzicht van de stad,
waarin het huis oplicht waar Rembrandt aan het werk mag bij een
meesterschilder. Verder zijn er aardig wat humoristische elementen. Een zwarte
kat die om de hoek loert als Rem het heeft over de hekel die molenaars hebben
aan muizen, we zien hem later ook in een raamopening.
Op de slotprent maakt het Rembrandt-zelfportret het mondje-dicht-gebaar
en zien we het muizengaatje onder dat schilderij met rood afgeplakt. Ook op
andere plekken worden de jonge lezers actief gehouden met kleine details als oogjes
achter een muizengaatje of een kier van de badkamerdeur. De volwassenen worden
bediend met de poseersessies van Maurits als Badende vrouw, met opgehouden hemdje, of met bekende Rembrandt-hoofddeksels
op, en ook met een 17de-eeuws kerkinterieur. Geinig is ook de letter
die Maurits, dit wordt bijna terloops verteld, voor altijd toevoegt aan
Rembrandts signatuur: de d! Hier kan dus nog het een en ander toegelicht worden
door de mee- of voorlezer, en meteen kunnen dan ook wat lastige zinnen
‘vertaald’ worden. De tentoonstelling, trouwens ook het muizengaatje van
Maurits, is nog t/m 15 september te zien.
Ingrid & Dieter Schubert:
Maurits Muis en Rembrandt. De meester en zijn muis, Leopold, Amsterdam, 2019,
26 p. : ill. ISBN 9789025876968. Distributie Standaard Uitgeverij
© 2025 | MappaLibri