Mark Cocker (1959) is een
bekende Britse auteur, ornitholoog en natuuronderzoeker. Hij groeide op in
Buxton (Derbyshire), de toegangspoort tot de Peak District National Park. Die
vroege blootstelling aan de fauna en flora van het gebied, waren essentieel in
zijn prille evolutie als natuurkenner. Hij studeerde Engelse literatuur aan de
University of East Anglia (Norfolk).
Daar werd hij ondergedompeld in de belangrijke Oost-Engelse natuurgebieden en
landschappen, waaronder het kustgebied van Noord-Norfolk, Breckland en The
Broads National Park. Dat vormde de inspiratie voor het gros van de meer dan
negenhonderd artikels die Cocker over de natuur schreef voor de nationale en
regionale pers. Hij woont en werkt op het platteland in Claxton (Norfolk) met
zijn gezin.
Als milieuactivist werkte Cocker voor de RSPB (1985), English Nature (nu
Natural England 1985–86) and BirdLife International (1988–89). In 1998
bestudeerde hij het culturele belang van vogels in West-Afrika (Benin en
Kameroen) dankzij een Winston Churchill Travel Fellowship. Hij heeft intussen
(naast enkele biografisch-historische publicaties) een achttal boeken bij
elkaar geschreven waarin ‘modern responses to the wild, whether found in
landscape, human societies or in other species’ centraal staan. (Wikipedia.org)
Bekende natuurboeken van hem zijn Birds Britannica (2005,
gebaseerd op Flora Britannica van Richard Mabey), Crow
Country (2007, genomineerd voor de Samuel Johnson Prize 2008), Birds
and People (2013, met foto’s van natuurfotograaf David Tipling), Claxton:
Field Notes from a Small Planet (2015, genomineerd voor de Wainwright
Book Prize 2015) en het recente Our Place: Can We Save Britain's
Wildlife Before It Is Too Late? (2018, opnieuw genomineerd voor de
Wainwright Book Prize 2019). Van Cocker werd nog niets in het Nederlands
vertaald.
Mark Cocker legt de lat hoog voor zijn nature writing volgens het principe van
‘the poetry of fact’: ‘I would say there's a large body of writing on nature
that is inaccurate, that sentimentalises nature, interpreting nature in a way
that suits the writer...The facts are subjugated by the writer's feelings. But
my writing is in the poetry of fact. This is not a shallow piece of study. I
have found almost every paper on the subject in the English language.’ (The independent)
Naast het adagium ‘true to nature’ wordt Cocker gedreven om de enorme rijkdom
aan culturele betekenis van de natuur in kaart te brengen. Hij combineert
biologische wetenschap, natuuractivisme en culturele antropologie en is
daardoor bijzonder goed geplaatst om de relatie tussen mens en natuur en de
impact van de mens op de natuur kritisch te belichten.
Groot-Brittannië heeft een diep cultureel gewortelde, haast idyllische relatie
met het platteland en de natuur. Maar het pastorale Engeland, waarin de wortels
liggen van de Britse traditie van nature writing, bestaat nog nauwelijks. De
teloorgang van natuur, de achteruitgang van wildlife, flora en insectenpopulaties
zijn overweldigend. Wat rest van pittoreske plekjes kent vaak een gebrek aan
biodiversiteit.
Mark Cocker gaat op zoek naar wat rest van de natuur in het Verenigd Koninkrijk
en hoe het te lijden heeft onder de impact van de mens. De vos op de cover van
het boek is een voorbeeld hoe verlies aan habitat van de vos een opportunistische
stadsbewoner heeft gemaakt. Waar eeuwenlang cultuurlandschappen met landschapselementen
garant stonden voor diversiteit, hebben industrialisering, monocultuur en
giftige bestrijdingsmiddelen de bodem 'dood' gemaak om goedkoop voedsel te
produceren.
In de traditie van William Cobbetts Rural Rides (1822) reist Cocker
door het land en graaft naar de historische ontwikkelingen die het landschap
achteruit gesteld heeft voor algemene, politieke en commerciële belangen. Grote
organisaties als de National Trust, die nu de Wainwright Book Prize financieel
ondersteunt, hebben de natuur lange tijd verwaarloosd. Maar ook grote
natuurorganisaties hebben boter op het hoofd omdat het criterium ‘van
wetenschappelijke waarde’, veel 'gewone' natuur liet teloorgaan.
Meer dan ooit zijn mensen begaan met de natuur, willen ze er tijd in
doorbrengen, zijn ze lid van een natuurorganisatie, maar toch blijft de natuur
erop achteruitgaan. De morele vraag is tot welke offers we bereid zijn om de
natuur te redden voor het te laats is? Een groot potentieel zijn de tuinen en
parken met hun eindeloze gazons. Een grootschalige verruiging van de tuinen,
zoals in de praktijk gebracht door Dave Goulson in De
tuinjungle, zou het tij kunnen keren om de natuur nog een overlevingskans te
bieden.
'Our Place is
a radical examination of Britain’s relationship with the land, by one of our
greatest nature writers. It asks: why do the British seem to love their
countryside, yet live amid one of the most denatured landscapes on Earth?
Provocative and original, Our
Place tackles some of the central issues of our time'.
(Wainwrightprize.com)
Mark Cocker: Our Place: Can We Save Britain's Wildlife Before It Is Too Late?,
Vintage London, 2019, 338 p. ISBN 9781784701024. Distributie Penguin
RandomHouse Benelux
© 2024 | MappaLibri