4+ - Het fraai uitgegeven, activerende prentenboek van Marianna Oklejak
start met een pagina met daarop een sleutel. Op de tegenoverliggende bladzijde
vind je een slot, niet per se het slot waarop de sleutel past, dat is misschien
pas verderop. Maar de bedoeling is duidelijk: je moet als lezer en als
personage iets oplossen om ergens te komen. Dat ergens is daar waar het bos
waar je doorheen moet, ophoudt. In dat bos bevinden zich vriendelijke en minder
fijne dieren, feeën en heksen, helpers en duivels. Het is zoals in het
sprookje: je vertrekt met een opdracht, moet je door de moeilijkheden zien heen
te werken en komt gelouterd terug, het aloude home-away-home.
Het gaat in dit geval om twee broers, Jan en Joris. Ze zijn
ongelukkig: hun ouders zijn dood, ze hebben erg weinig te eten en het huis
waarin ze wonen, is nauwelijks meer dan een bouwval. Ze kunnen elkaar niet meer
steunen en krijgen zelfs een hekel aan elkaar. Er zit niks anders op dan op weg
te gaan om het geluk te vinden. Onderweg krijgen ze hulp van dieren, maar niet meteen
voor niks, soms hoort er een opdracht(je) bij. Zo wijzen bonte vogels de
jongens de weg naar de huisjes van goede feeën als ze slakjes voor ze vinden.
Vanaf dat moment scheiden de wegen van Jan en Joris. Jan plukt
een foute bloem en wordt door een heks veranderd in een pauw. Joris helpt onder
andere de dwergen en een haas, tot hij hoort dat Jan in nood is. Samen weten ze
(op niet heel spannende wijze) de heks en de gemene bosduivel achter de tralies
te krijgen. Bevrijd van zorgen en animositeit vinden ze hun huis terug, dat ze
vervolgens kunnen opknappen met hulp van de dieren en de dwergen die ze
geholpen hebben. Ook de vos en de haas werken samen, immers, zegt het tegeltje
aan de wand:
‘Vriendschap
brengt
geluk,
ruzie maakt
alles stuk.’
De lezer ondertussen heeft dan
al een heleboel puzzels kunnen oplossen. Zoals: zie je welke sleutel heel
anders is dan alle andere? Zie je over welke weg je in het hol van de vos kan
komen? Welk meisje heeft de magische ring van Jan verstopt? Het zijn de
opdrachten die je in veel doe-, vakantie- en knutselboeken kunt vinden, maar
hier hebben we dan wel een hoger niveau. Meerwaarde is uiteraard het verhaal
met sprookjeselementen, maar om dat nu een magisch avontuur te noemen…
Het oplossen van de puzzels
zou een kleuter van een jaar of vier vrij snel kunnen gaan vervelen, vooral omdat
ze vrij pittig zijn. Een weggetje vinden (gaan de kinderen het boek te lijf met
een potlood?) is nog relatief eenvoudig. Maar één afwijkend iets of twee
identieke dieren vinden op een heel volle, drukke pagina is andere koek. De
voor- of meelezer kan dan meer de nadruk leggen op het verhaal, dat
gepresenteerd wordt door onderstreepte zinnen met een grote(re) letter; de
opdrachten, gericht aan ‘je’, staan er in een kleinere letter onder. Wat oudere
kinderen zullen het oplossen van de kijkpuzzels en het wegen zoeken beter
kunnen waarderen. Het oplossen van een puzzel of een raadsel helpt de helden
van het verhaal bij een moeilijkheid of een opdracht, wat je een (heel) eind
verderop in het boek kan brengen of juist ‘alleen maar’ naar de volgende
pagina. Oklejak heeft die mogelijkheid er vernuftig in gestopt.
Alles bij elkaar is Het magische avontuur een boek dat
ouders en jonge kinderen samen of alleen enkele genoeglijke uren kan bezorgen.
En op een gegeven moment, ja, dan zijn de antwoorden wel bekend.
Marianna Oklejak: Het
magische avontuur, Querido, Amsterdam 2019, 62 p. : ill. ISBN 9789045123844. Vertaling van Cuda Niewidy door Jo Govaerts. Distributie L&M
Books
© 2024 | MappaLibri