Toch. Nagelaten werk

Een jaar na het overlijden van Armando ligt nu een publicatie voor die zijn nagelaten werk onder de aandacht brengt. Het lijkt niet veel meer dan een restje bij het monumentale verzamelde werk van de auteur, maar die indruk is fout. Toch bundelt een aantal gedichten en een reeks korte prozaschetsen (haast prozagedichten) die door de auteur zelf als voltooid werden beschouwd.
 
In zekere zin kan dit boekje zelfs als een soort van sleuteltekst gelden voor Armando’s oeuvre. Allereerst is er de manier waarop beide genres, proza en poëzie, van elkaar gescheiden worden en toch onmiskenbaar ook op elkaar betrokken zijn. De gedichten van Armando zijn een soort van beeldrijke momentopnamen waarin evenwel bijna altijd een soort van chronologie optreedt, waarin veranderingen worden geregistreerd. In die zin gaat het haast om verhalen, ook al wordt de traditionele logica van het verhaal en de gedachte van een centraal personage doelbewust ondergraven. Omgekeerd zijn de prozateksten haast ontdaan van alle overtollige beschrijvingen en details waardoor ze haast een raamwerk van complexe betekenissen lijken.
 
Thematisch hangen beide teksttypes zo mogelijk nog nauwer samen. Telkens is de kale zegging een metafoor voor de kaalslag die in deze teksten wordt opgeroepen. De verteller is omzeggens een registrator die ogenschijnlijk emotieloos observeert. Vaak beperkt hij zich daarbij tot wat uiterlijk waarneembaar is, en hij onthoudt zich grotendeels van samenhangen, diepere betekenissen of morele oordelen. Tegelijk echter lijkt het vrijwel steeds te gaan om sterk traumatiserende gebeurtenissen die zijn kijk beïnvloeden. Voortdurend is sprake van dreiging of daadwerkelijk geweld; zelfs het landschap en de weersomstandigheden worden actieve of ronduit destructieve krachten. De sfeer wordt daardoor gedetermineerd, alsof het einde onafwendbaar is.
 
De houding van de mens is in die dominerende omstandigheden noodgedwongen dubbelzinnig. Voor emoties is er ogenschijnlijk weinig ruimte, voor verzet al evenmin. De mensen in deze bundel, of het nu om de verteller gaat of om de personages, laten alles nogal gelaten over zich komen. Meermaals verdwijnen ze letterlijk uit het decor. Gaandeweg ontstaat echter in de teksten ruimte voor iets als actief gedrag, maar in plaats van een felle reactie betreft het dan een zich ‘actief’ neerleggen bij de omstandigheden. Daardoor doet de titel Toch ook wel programmatisch aan: hij drukt een zekere tegenwerping uit, een soort van bezwaar, maar de inhoud daarvan lijft onuitgesproken. Het lijkt een actuele vorm van existentialisme: in een absurde (letterlijk zin-loze) wereld rest de mens niet meer dan zijn lot te dragen, telkens opnieuw, zoals de Sisyfus van Albert Camus. Het is een schrijven tegen de achtergrond van een onmetelijke leegte: de handtekening van een groot schrijver die zelf ook het decor van de taal en de wereld heeft verlaten, maar blijft dreigen.
 
Armando: Toch. Nagelaten werk, Augustus, Amsterdam 2019, 68 p. ISBN 9789025456894. Distributie VBK België 

© 2024 | MappaLibri