Na zo’n tien minuten lectuur had ik een
Aha-Erlebnis: ‘Hier komt de Israëlische versie van Jonas Jonasson, de auteur
van de meeslepende roman De 100-jarige
man die uit het venster klom en verdween’! Een paar bladzijden verder, en
tot aan het einde, bleek dat een vals vermoeden te zijn geweest. Zeker, wanneer
een iets te mollige, iets te puistige tiener die als ijsjesverkoopster bijklust,
door een verwaande, al bijna vergeten popzanger de huid vol gescholden krijgt
en de man daarna prompt van aanranding beschuldigt, wordt een mechanisme in
gang gezet dat we ook bij de Zweed leerden kennen. Met dit enorme verschil, dat
de fantastische verhalen van Jonasson zonder meer bij de sciencefiction of de
ongeloofwaardige vertellingen van baron von Münchhausen gerekend mogen worden,
terwijl het uit de hand gelopen incident van Noefar, de tiener in Leugenaar, nog net had kunnen gebeuren.
Het vergeten,
eenzame en uitzichtloze bestaan van Noefar, die het altijd moet afleggen tegen
haar jongere maar veel aantrekkelijkere zus, wordt door die ene leugen als bij
toverslag veranderd. Ze wordt door de politie , de pers en dus de publieke
opinie als volwaardig #metoo slachtoffer beschouwd en gepamperd; interview volgt
op interview, televisieoptredens en uiteraard voor de allereerste keer de
populariteit op school, het kan niet op. Ze vindt zelfs een vriendje, zij het
niet zonder een schaduwzijde, want Lavi, ook zo’n eenzame ziel, de onhandige en
zwakke zoon van een militaristische vader, heeft gezien dat ze het verhaal
verzonnen had. Hij chanteert haar, iets wat zij blijkbaar helemaal niet erg
vindt, zolang ze maar een vriendje heeft zoals al haar klasgenoten. De
metamorfose is zo opvallend dat zelfs haar sexy zusje plaats moet ruimen voor
Noefar, de ster van de maand.
Intussen is er een tweede, parallel leugenverhaal aan de
gang: een vrouw in een tehuis voor ouderlingen, wordt bij vergissing voor haar
overleden medebewoonster Rivka gehouden en uitgenodigd om als ‘getuige’ met
Israëlische schoolkinderen naar Auschwitz en de andere kampen te gaan. Eerst
geniet ze van het onverwachte avontuur, de belangstelling en de bewondering van
de jonge mensen, maar daardoor geraakt ze uiteraard in het circuit van de ‘overlevenden’
en durft noch kan ze, net als Noefar, niet meer terug.
Maar waar de handige leugens van de oude bedriegster in
feite niemand kwaad doen - de auteur is trouwens bijzonder ironisch over die
alomtegenwoordige en maar niet ophoudende Auschwitzcultus -, dreigt de
vermeende aanrander van Noefar voor jaren in de gevangenis te belanden en in
ieder geval als een Israëlische Weinstein door de rest van zijn dagen te moeten
kruipen. Beide vrouwen, het jonge lelijke eendje (zo zag ze zichzelf vóór de
zogenaamde aanranding) en de zich vervelende oude vrouw, voelen hun geweten
knagen en moeten telkens nieuwe leugens verzinnen om die eerste leugen te
blijven toedekken.
Daar houdt het echter niet op: in deze roman liegt zowat iedereen, op de
integere, een beetje te empathische politie-inspecteur Doriet na. Te empathisch,
omdat ze het verhaal over die verkrachting te snel slikt als weer een bewijs
van de kwetsbaarheid van vrouwen in een macho wereld, en daardoor een paar
steken laat vallen.Maar de moeder van Lavi (en de vrouw van de zelfverzekerde
ex-militair) trekt zogenaamd elke ochtend vrolijk naar haar Pilatesklas,
terwijl ze in feite de hele dag bij haar minnaar doorbrengt. Lavi bedriegt zijn
vader met een verhaal over zijn training bij de speciale toepen, terwijl hij in
feite gewoon naar het strand gaat en zo gaat het maar door.
Leugenaar is een
ontluisterend verhaal over de alledaagse en minder gewone hypocrisie, zo
levensecht dat je na een tijdje niet langer van een parodie of komedie kan
spreken, maar je eerder medelijden krijgt met al deze losers. Juist daarom heb
ik het een beetje moeilijk met de opvallende stilte over de grote niet-Joodse
minderheid in het land, waarnaar alleen maar indirect verwezen wordt als ‘een
bedreiging aan de grenzen’ waartegen we ons te allen tijde moeten verdedigen
met wapens en veel patriottische retoriek. Ook dit stilzwijgen is immers,
waarschijnlijk onbedoeld door de auteur, een leugen die kan tellen.
Ayelet Gundar-Goshen:
Leugenaar, Cossee, Amsterdam, 2020, 285 p., ISBN 9789059368729. Distributie
Pelckmans Uitgevers
© 2024 | MappaLibri