De Tsjechische auteur Bohumil Hrabal (1914-1997) is
zonder enige twijfel een van de allergrootste Oost-Europese schrijvers. Zijn
romans en verhalen zijn autobiografisch getint. De bekende romans Trouwpartijen
thuis, Vita nuova en Kaalslag zijn gebundeld onder de titel Verschoven zelfportret. Zelfs
Praagse ironie, een verhalenbundel waarin Hrabals literaire
zelfreflectie centraal staat, is autobiografisch.
Duiven en katten vormen een rode
draad doorheen het oeuvre van de Tsjechische meester. In een verhaal uit Praagse
ironie schrijft Hrabal over duiven als boodschappers tussen hemel en aarde
of als symbool van de vredelievende Tsjechen. De wijze waarop Hrabal is komen
te overlijden, is ook genoegzaam bekend: hij viel (of sprong?) vanaf de vijfde
verdieping van een hospitaal waar hij was opgenomen, terwijl hij duiven aan het
voeren was.
Hrabal
hield heel veel van katten. In zijn buitenhuisje in Kersko, op dertig kilometer
van Praag, ving hij talloze zwerfkatten op. Zijn vrouw vond het weerzinwekkend,
vies. Bijna dagelijks reisde de auteur met de bus van Praag naar Kersko om zijn
katten te bezoeken en eten te geven. Cassius, vernoemd naar de bokser Cassius
Clay (Muhammed Ali), was zijn lievelingskat.
In Avondverhaaltjes voor
Cassius de kat zijn vier verhalen opgenomen waarin Bohumil Hrabal zich
richt tot Cassius. Bij het horen van het overlijden van Alexander Dubček, het
politieke gezicht van de Praagse Lente, noteert Hrabal in het eerste verhaal:
‘Cassius, ik sterft zelf nog, mijn kameraad is heengegaan,
jij bent vandaag de zwarte begrafenisvoorhanger van mijn lichtende
herinneringen aan Sasjenka Dubček […].’
Hier verwijst Hrabal naar een
moeilijke periode in zijn leven. Na het neerslaan van de Praagse Lente en de
invasie van de Sovjet-Unie, kreeg hij immers moeilijkheden om zijn werk te publiceren.
Uit frustratie verklaarde hij zich in 1975 trouw aan de communistische partij.
Dat werd hem niet door iedereen in dank afgenomen, maar hij kon wel weer
publiceren. De vier avondverhaaltjes schreef hij kort voor zijn overlijden, na
de implosie van het communistische regime, toen hij inmiddels een gevierd
schrijver was.
Meestal zijn de onderwerpen waarover Hrabals lievelingskat wordt aangesproken
veel lichter en trivialer. Vaak wordt ook van de hak op de tak gesprongen. Hrabal
vertelt bijvoorbeeld over zijn periode bij de spoorwegen, toen hij zijn
rechtenstudies gedwongen was te onderbreken wegens de Tweede Wereldoorlog. Als
perronchef was hij steeds zijn fluitje kwijt. Daarom leerde hij op zijn vingers
fluiten, tot groot jolijt van de reizigers, tot ergernis van zijn oversten. Hij
kon het zo goed dat passagiers een omweg voor hem maakten. Vervolgens vertelt
hij over een vriend die spoorrails legt en die scabreuze teksten schreeuwt
tijdens het handenwassen, tot onvrede van moeders met kinderen. Om dan nog
tijdens hetzelfde verhaal over te gaan tot een anekdote over een vrouw die
tijdens het communisme niet wil stemmen omdat er toch nooit iets verandert.
Hrabal bezoekt haar samen met een verkiezingscommissielid terwijl ze op een
ladder staat om kersen te plukken. Ze heeft een prachtige kont.
Avondverhaaltjes voor
Cassius de kat is de derde uitgave van Hrabal bij Uitgeverij Pegasus. Alle Nederlandstalige
uitgaven van Hrabal zijn vertaald door Kees Merckx, dus ook de Pegasus-uitgaven.
Telkens gaat het om boeken die op een beperkte oplage van 500 exemplaren zijn
verschenen. Aan de vormgeving ervan werd telkens de grootste zorg besteed. Het eerste
boek uit 2015 heeft als titel Lieve Dubenka en heeft als openingszin:
‘Mijn lieve kleine poezeke is gestorven’. Het tweede boek is Beste Karel,
net zoals het eerste boek in briefvorm geschreven. De nieuwste vertaling
bestaat uit een zwarte omslag, diepblauwe pagina’s, bij elkaar geniet, waarop
de tekst zilverkleurig werd aangebracht. Dit boek is er om te koesteren.
Omwille van de inhoud, omwille van de vorm.
Bohumil Hrabal: Avondverhaaltjes
voor Cassius de kat, Pegasus, Amsterdam, 2019, 40 p., Vertaling van Večerníčky pro
Cassis door Kees Mercks. ISBN 9789061434672. Distributie Mythras Books
© 2024 | MappaLibri