8+ - Weglopen: ieder kind heeft er vast wel eens over
gefantaseerd. Maar in De weglopers, het laatste boek van de Zweedse
schrijver Ulf Stark (1944-2017), is niet het kindpersonage, maar wel zijn opa
de aanstoker van een wegloopactie.
Stark schetst in een ontroerend verhaal de
laatste weken die Klein-Gottfried met zijn oude opa deelt.
De opa van
Klein-Gottfried is een tijdje na de dood van zijn vrouw in het ziekenhuis beland.
Grootvader en kleinzoon hebben een sterke band, waar Klein-Gottfrieds vader
helemaal buiten valt. Die laatste is tandarts, toonbeeld van net gedrag, taal
en manieren. De grootvader is ‘de baas-van-alle-scheepsmotoren-ter-wereld’: een
koppige man die een stevig potje vloekt en voor wie het allemaal wat losser
mag. Stark beschrijft de personages consequent maar realistisch. Als ze even
uit hun rol vallen, maakt dat hen alleen maar menselijker en milder. Zo heeft
papa opa’s trucjes na een tijdje wel door, maar staat hij het oogluikend toe.
Omgekeerd biecht opa als het einde nadert op dat hij niet altijd een goede
vader is geweest en doet hij zijn best om gebreken uit het verleden recht te
zetten.
Klein-Gottfried
verovert dan weer de lezer als een ‘gewiekst gozertje’, een eigenzinnige jongen
met het hart op de juiste plaats die denkt, voelt, handelt en twijfelt. Het is
makkelijk sympathiseren met deze kleine jongen die zijn voetbalkleren door de
modder rolt om een stiekem bezoek aan opa te verbergen en die opa spaart als
hij merkt dat het niet meer onderhouden veldje geen aardappels meer voortbrengt.
Humor en
troost voeren de boventoon in dit boek over het levenseinde. Het slimme complot
waarmee Klein-Gottfried, Ronny/Adam en opa de ouders en verplegend personeel om
de tuin leiden om er een nachtje tussenuit te knijpen, zal de lezer
ongetwijfeld doen meesmuilen. ‘In de auto werd er niet zoveel gezegd. We waren
drie leugenkampioenen en we hadden opa vrij weten te krijgen. We lachten in
onszelf, omdat we zo doortrapt waren.’
Naast de humor
(de krokodillen! De vermeende hersenbloeding van opa!) zijn er ook gezelligheid
en de opbouw die dit boek tot de mooiste troost maken. De boottocht langs de
Zweedse eilanden, de kaneelbroodjes, de gehaktballetjes en de theelepeltjes
vosbessenjam trekken een gezellig kader op, hier goed verbeeld door de
sfeervolle illustraties in kleurpotlood van Kitty Crowther. Stark verdient ook
lof voor de zorgvuldige opbouw. Veel ligt al verscholen in de eerste zinnen van
het boek:
‘De esdoornbladeren voor het
ziekenhuis gloeiden rood en goud. Ik stond voor het raam en keek naar buiten.
En ik dacht: wat is het toch vreemd dat blaadjes op hun mooist zijn vlak
voordat ze van de bomen vallen.’
Gaandeweg bereidt Stark de weg voor naar
de confrontatie, die hier vooral transformeert in acceptatie. Als ze op reis
vertrekken is het duidelijk ‘een bijzondere dag’, ‘het was alsof de goden opa
van een blauwe hemel met zonneschijn wilden laten genieten’. Alles ademt de
sfeer van de laatste keer uit, zonder dat de toon zwaar wordt. Er is opa
die fysiek aftakelt maar dat eerst niet wil toegeven (zijn broek is zogezegd te
krap om de heuvel mee te beklimmen), en Klein-Gottfried toont steeds meer
zelfstandigheid, bijvoorbeeld als hij het vuur aanmaakt (‘al bij de eerste keer
proberen vlamde het vuur op. Er kwam niet eens rook naar binnen.’). Anderzijds
wordt de sfeer ook eens prettig onderbroken door spanning, als opa uit bed is
verdwenen en Klein-Gottfried voelt dat hij toch maar klein is en het niet
alleen kan.
Het
laatste uitstapje terug naar zijn eigen huis wordt voor opa en Klein-Gottfried
heel betekenisvol. In de aanloop naar en het omgaan met de dood enige tijd
later blijkt een verhaal heel belangrijk, een uitleg, of die helemaal waar is
of een beetje verzonnen doet er eigenlijk niet toe. Klein-Gottfried vindt
bijvoorbeeld troost bij Adam die hem vertelt: ‘Hij weet heus zelf wel of zijn
hart het aankan of niet. Hij weet verdorie alles van motoren, en het hart is
een pomp. Als het al gevaarlijk was, dan vond hij dus dat het dat waard was’.
Klein-Gottfried heeft een prachtig laatste verhaal beleefd
met zijn opa om zich aan op te trekken, en Ulf Stark schreef daarmee een
prachtig laatste verhaal voor de lezer.
Ulf Stark: De weglopers, Querido, Amsterdam 2019, 135 p. : ill. ISBN 9789045123882. Vertaling van Rymlingarna door Edward Van de Vendel.
Distributie L&M Books
© 2023 | MappaLibri