10+ - Het gebeurt niet zo vaak dat ik vanaf het allereerste moment
wordt meegezogen in een verhaal. Het boek
van Jongen had me meteen in zijn greep en katapulteerde me terug in de
tijd. We schrijven Frankrijk in het jaar 1350, in de tijd van nonnen in een
habijt, paters wonende op de hofstee en ridders die op hun ros strijdend ten
onder gaan. De vertelstijl is lyrisch en er wordt constant gebruikgemaakt van
religieuze symbolen en gebruiken. Spanning en avontuur worden vanaf het begin
langzaamaan opgebouwd en houden je vast tot in het laatste hoofdstuk.
Jongen. Zo noemen ze
hem. Of monster. Hij heeft het gezicht van een engel en, door zijn misvormingen,
het lichaam van een demon. Zijn schoenen zijn gekregen, zijn broek wordt
opgehouden met een touwtje, hij draagt een geitenvel en een rode kap tegen de
kou.
‘Ik mocht
mezelf nooit tonen en ik mocht nooit aan mijn bochel zitten, want mijn bochel
was het kwaad en bewees dat ik een monster was – dat, en mijn andere geheim.’
Jongen, een
wees, heeft onderdak gekregen op de hofstede van Monsieur Jacques, waar hij als
geitenhoeder werkt. De zwarte dood heeft het land geteisterd en ook zijn
beschermer, Pater Petrus, werd door de vreselijke ziekte getroffen. Jongen valt
ten prooi aan de spot van de mensen. Op een dag wordt Jongen opgemerkt door
Secundus, een mysterieuze pelgrim op weg naar Rome. Secundus moet op zijn tocht
een aantal heilige voorwerpen verzamelen en ziet in Jongen een goede knecht. Rib
tand duim teen stof hoofd graf. Dit zijn de 7 relieken die de essentie van de
zoektocht behelzen.
Ondanks leugens en wantrouwen ontstaat er op de pelgrimstocht een
oprechte vriendschap tussen Secundus en Jongen. Gaandeweg ontdekken ze dat ze
zonder elkaar niet in staat zijn om de relieken te verzamelen. Stilaan merk je
dat Jongen tijdens de reis zijn eigen zoektocht onderneemt. Ook hij wil, net
zoals Secundus, het koste wat het kost bij het graf van Sint-Petrus eindigen.
Dan zou hij nooit meer bang hoeven zijn en komt er een eind aan al zijn zorgen.
Secundus is in
het bezit van een sleutel die alle deuren kan openen, waardoor ze in de
mogelijkheid zijn om verschillende relieken te bemachtigen. Deze sleutel kan
een symbolische verwijzing zijn naar de vriendschap met Secundus en de groei in
zelfvertrouwen van Jongen. Naarmate de zelfzekerheid, de aanvaarding van zijn
lichaam en de acceptatie van zijn eigenheid toenemen, openen meer deuren voor Jongen
en krijgt het leven een andere glans.
De cover weerspiegelt de weg die
Jongen en Secundus afleggen en past perfect bij de tijdgeest van het boek. Elk
hoofdstuk start met een afbeelding van een perkamentrol met een bijbehorende tekening, die een
glimp weergeeft van wat er in het hoofdstuk zal gebeuren.
Het boek werd in
Amerika bekroond met de Newbery Honor, een prijs vergelijkbaar met de Zilveren
Griffel. Literatuur, die voor de geoefende lezer met een grote interesse voor
geschiedenis, zeker de moeite waard is. Hier en daar vraagt de woordenschat wat
opzoekwerk, maar de dichterlijke schrijfstijl geeft de kans om je te verdiepen
in een andere tijd en je krijgt een mooie neerslag van het leven in 1350.
Ondanks het middeleeuws spinnenweb waarin je terechtkomt gaat het in dit boek
over een thema dat nu nog steeds actueel is: anders zijn, in jezelf geloven en
gewoon jezelf zijn. Want ‘normaal is gewoon wat je bent’.
Catherine Gilbert Murdock,
Ian Schoenherr: Het boek van Jongen, Querido, Amsterdam 2020, 271 p. ISBN 9789045124032.
Vertaling van The Book of Boy door Esther Otters. Distributie L&M
Books
© 2023 | MappaLibri