De dag dat ik mijn naam veranderde

Geweld, terreur en onmacht voeren de boventoon in de familiegeschiedenis die Bibi Dumon Tak, gelauwerd met de Theo Thijssenprijs, als een uppercut aan de lezer serveert. In De dag dat ik mijn naam veranderde, ‘geworteld in een waargebeurde familiegeschiedenis’, legt Anna een puzzel van scherven samen. Centraal in het verhaal staan zij en haar jongere zusje Lize, die aan een ongeneeslijke ziekte lijdt. Lizes ex-partner maakt de laatste periode in haar leven en wat er voor haar omgeving op volgt tot een plek waartegen de hel als een zonnige bloemenweide verbleekt.
   
Dumon Tak blinkt zoals steeds uit in haar stijl, erudiet maar ‘prettig’ leesbaar, in lichte zinnen die toch blijven naklinken (‘”Niemand” is maar een woord dat je telkens weer op de juiste manier moet wegen.’, ‘[Ik heb] de pannenkoek ontdekt, besteld, bekeken, geproefd en als oneetbaar weer weggelegd.’). Haar stilistische talent is een van de grote sterktes van dit boek, samen met de anekdotiek (de scènes rond en in het akkerhuisje of het Duitse ziekenhuis bijvoorbeeld), die kleur geeft aan wat ook een rechttoe rechtaan ziektegeschiedenis kon zijn in combinatie met het relaas van een gewelddadig huwelijk en een vernietigende echtscheiding. De volgehouden miserie die Lize en ook haar zus en moeder treffen, is overrompelend en lijkt niet minder dan het noodlot - als het tenminste niet grotendeels terug te leiden viel tot het schrijnende wangedrag van een aantal mannen in hun omgeving.
 
De ellende waarvoor deze mannen al dan niet verantwoordelijk of medeplichtig aan zijn, grijpt naar de keel. Maar hoe puntig en desondanks met een klein beetje lucht Dumon Tak het ook probeert (?) te brengen, het boek kampt toch met enkele tekortkomingen. De liefde voor Lize primeert en daardoor blijft de lezer toch ook wat op zijn honger over onder meer het personage van Anna. Ondanks de relatie tot Lize, die ruim wordt belicht, de gesprekken met psychologe Stien, de brieven aan haar neefjes en vooral haar woede (die Dumon Tak bij monde van Anna homerisch aanzet door de ex-partner consequent te overladen met vervloekingen, genre ‘moge een teek zijn donkerste plekje permanent bewonen’), blijft Anna toch nogal ver van de lezer af staan. Een aantal personages als Jesse en Nina, of zelfs Zofia lijken er bovendien wat bij gesleurd, of laten te veel de techniek van het schrijven zien.
 
Het spijt me om te zeggen, maar De dag dat ik mijn naam veranderde is dan ook het eerste boek van Bibi Dumon Tak dat ik liever niet had hoeven lezen.
 
Bibi Dumon Tak: De dag dat ik mijn naam veranderde, De Geus, Breda 2020, 272 p. ISBN 9789044542714. Distributie L&M Books 

© 2024 | MappaLibri