René Smeets heeft jarenlang gedichten verzameld uit binnen- en
buitenland waarin het nuttigen van drank het centrale thema vormt. Dat
resulteerde eerder al in enkele boeiende bloemlezingen over onder meer wijn en
bier. Deze nieuwe bloemlezing sluit perfect aan bij het vertrouwde recept maar
richt zich ditmaal op jenevergedichten. Daarbij heeft de samensteller ditmaal
kunnen rekening op de medewerking van hogeschoolstudenten Grafische vormgeving
en van het Hasseltse Jenevermuseum. Daardoor is dit, behalve een leesboek, ook
in meer dan één opzicht een kijkboek geworden. De typografie is leesbaar maar
tegelijk ook creatief, en het boek is verlucht met illustraties in vier kleuren,
die reclame uit de oude doos voor jenever doen herleven. Kortom, dit is een
aantrekkelijke publicatie om in te grasduinen en om aan iemand (of jezelf)
cadeau te doen.
De geselecteerde poëzie is uiteraard sterk wisselend van toon en van
kwaliteit. Dat is een noodzakelijk gevolg van de thematische selectie. Dat
heeft anderzijds wel het grote voordeel dat in dit boek tal van ontdekkingen te
doen vallen. Gevestigde dichters en klassiek geworden teksten staan er immers
naast marginale teksten en tot dusver ongepubliceerde verzen (waarbij de
bloemlezer, hoe kan het anders met een naam als een jenevermerk, ook een
kwatrijn van zichzelf heeft binnengesmokkeld). Boeiend is ook hoeveel anonieme
liederen er aan de jenever zijn gewijd: zelfs het kinderlied ‘Altijd is
Kortjakje ziek’ blijkt een tekst over een alcoholiste te zijn (althans in de
opgenomen versie). Ook in andere vormen van volkscultuur uit vroegere tijden
wordt het alcoholgebruik vaak als thema gebruikt: soms gebeurt dat op een
spottende, humoristische wijze, elders is de toon nadrukkelijk moraliserend.
Dat gebeurt bijvoorbeeld in sommige teksten die vandaag als ‘smartlap’ door het
leven zouden gaan omdat ze op een expliciet romantische wijze de tragiek van
het alcoholisme uitvergroten.
Daarnaast bundelt de bloemlezing
uiteraard veel werk van dichters die in het verleden of vandaag enige
bekendheid genoten. Sommige onder hen zijn notoire drinkers (en spreken dus uit
en over eigen ervaring), bij anderen gaat het veeleer om een occasionele
vermelding in één of ander vers. Hoe dan ook, René Smeets heeft blijkbaar een
‘zoekfunctie’ waarmee hij in bundels tal van onopgemerkte gedichten op het
spoor is gekomen. De gedichten zelf zijn, zoals te verwachten viel, erg divers,
en dat geldt ook voor de manier waarop jenever ter sprake wordt gebracht. Soms
is er ronduit sprake van euforie, maar over het algemeen wordt de roeservaring
gekoppeld aan escapisme, de mogelijkheid om alles te vergeten en rust te
vinden. Op andere plaatsen domineert een soort van schuldgevoel of
machteloosheid. In die zin verschillen de meeste gedichten in deze bloemlezing
nauwelijks van de gangbare kijk op jenevergebruik, vroeger en nu. Behalve als
een verzameling esthetische gedichten kan dit boek dan ook zeker gelezen worden
als een cultuurhistorische terugblik. De prachtige illustraties zullen die
dimensie ongetwijfeld extra cachet geven. Een boek voor liefhebbers van
sterkedrank, zeker, en zij zullen (hopelijk) de poëzie er als een extraatje
bijnemen.
René Smeets (red.): Straks gaat
het jenever sneeuwen, Poëziecentrum, Gent 2020, 265 p. ISBN 9789056554385
© 2024 | MappaLibri