De nobelste
zoon van het stervende volk
Hoewel de tijd al vele
jaren achter mij ligt, dat ik in de ban raakte van onversneden helden met
nobele trekken en een even nobel hart, heb ik het eerste deel Karl Mays Winnetou-trilogie (1893), met wijsneuzige
terughoudendheid, maar ook met plezier gelezen. Deze eerste integrale vertaling
kwam er mede op initiatief van de Karl May
Vereniging en is gebaseerd op de
historisch kritische uitgave van het Duitse Karl May Gesellschaft. Ze moet
leiden tot een grotere erkenning van het werk van May als wereldliterair
erfgoed. Want wij kennen Old Shatterhand, Winnetou en Sam Hawkens van
jongensboeken uit de jaren 1960 en ‘70, maar voor Karl May (1842-1912) dienden
zijn indianenverhalen (dat zijn ze in de beide betekenissen van het woord) een
romantische missie.
In Winnetou stelt de
ik-persoon, die vanuit Duitsland naar het wilde Westen is getrokken en als surveyor
gaat werken aan de aanleg van de spoorlijn, zichzelf met veel ironie voor als
een ‘greenhorn’. Een greenhorn -- de Lucky Luke-lezer weet het wel -- die ‘ziet
de pootafdrukken van een turkey
aan voor een berenspoor’, legt een laaiend kampvuur aan en is verbaasd dat de
indianen hem vinden, laadt zijn geweer verkeerd om, snelt naar de rechter als
hij een oorvijg krijgt in plaats van de dader neer te knallen, poetst zijn
laarzen, godbetert, en neemt een badspons mee naar de prairie. De greenhorn is
goed voor bladzijdenlang gesneer wanneer de vers in de VS aangekomen ik-persoon
onder de bescherming van échte westmannen aan zijn job begint. Maar wat blijkt?
Hij die het westen alleen maar kent uit boeken, breekt in geen tijd een onwillig
paard, schiet bizons alsof hij nooit anders deed, velt in zijn eentje een
grizzly met een mes en veegt met alle schoeljes de vloer aan. Hij weet zijn
vuisten zodanig goed te gebruiken dat ze hem misschien wel ‘Old Shatterhand’ moeten gaan noemen. En wat
opvalt, hij legt alleen degenen neer die het verdienen, want hij onderscheidt
feilloos de goeden van de slechteriken.
Old Shatterhand komt al snel
tegenover de Apache-indianen te staan. Het opperhoofd van de Mescalero en zijn
zoon Winnetou komen de spoorweglui vertellen dat ze ongewenst zijn op hun
grondgebied. Old Shatterhand, die een baken van cultuur en beschaving is tussen
zijn barbaarse metgezellen, ziet het meteen: Winnetou is een uitzonderlijke
indiaan, de verpersoonlijking van een natuurlijke orde die haast verdwenen is:
‘zijn gezicht was bijna nog edeler dan dat van zijn vader […] Ik voelde dat hij
een goed mens was en buitengewoon begaafd moest zijn’. Ze starten als vijanden,
maar worden bloedbroeders. Twee volstrekt rechtschapen helden zullen in dat
‘duistere en bloeddorstige land’ waarvan ‘de bodem bij elke stap die je zet met
bloed is doordrenkt’ hun heroïsche strijd voeren. Leest u nog verder of is dit
al te veel voor het gezond verstand en de gezonde smaak? Winnetou gaat anders nog ruim 400 bladzijden op hetzelfde elan
verder.
Ger
Tielen, voorzitter van de Nederlandse Karl May Vereniging, stelt dan wel dat we
de schrijver geen recht doen als we zijn Wild West-verhalen als jeugdboeken
bestempelen, maar het is toch geen goed idee om als volwassene de bliss
van je jeugdlectuur te willen herbeleven in Winnetou.
May had zelf wel een volwassen publiek voor ogen en Jaap van Marle, hoogleraar
literatuurwetenschap, pleitte er in het Karl May-symposium van 2012 voor om hem
toch serieus te nemen, ook al tarten de avonturen die hij opdist, regelmatig
het gezond verstand en is enige ernstige psychologische uitdieping van de
karakters onbestaande. Maar May was een kind van zijn tijd en Van Marle evalueert
hem als een romantisch schrijver die zijn lezers wil onderrichten met
stichtende vertellingen over het onrecht dat de bewoners van gekolonialiseerde
gebieden wordt aangedaan (in die zin wijst hij op verwantschap met Mulatuli). May
deed dat met spanning en avontuur, want daarmee kon hij het brede publiek
boeien. Zijn missie blijkt uit zijn inleiding, waarin hij het onrecht aanklaagt
dat de indianen is aangedaan, als had hij het uit de eerste hand van zijn
goede, trouwe vriend Winnetou.
Feit is wel dat we tot nu toe in het Nederlands de échte
Karl May niet konden lezen, want we kennen hem vrijwel uitsluitend uit intensief
bewerkte versies voor jongeren – van het eerste deel van Winnetou zouden er zo’n 11.000 variaties bestaan. Gerard Koolschijn
wees er op het symposium in 2012 op dat er voor een Nederlandse vertaling die
May recht doet, een topvertaler aan te pas zou moeten komen. En dat is dan nu
gebeurd, twee topvertalers zelfs, Josephine Rijnaarts en Elly Schippers, hebben
Winnetou vertaald in prettig lezend, goed afgewogen modern
Nederlands. Recht doen aan de stijl van een negentiende-eeuws boek en daarbij
de lezer van vandaag aanspreken, dat ligt niet voor de hand. Maar de vertalers
geven May de eer die hem toekomt, in haar ‘Nawoord bij de vertaling’ schrijft
Josephine Rijnaarts:
‘De taal van Karl May (1842-1912) is zo fris en volstrekt niet gedateerd,
dat we zeker bij de verhalende delen en de vaak geestige dialogen bijna het
gevoel hadden het boek van een tijdgenoot te vertalen.’
Een lastige kwestie was dan weer
wel de vertaling van beladen termen als ‘roodhuiden’. In het Duits is er geen
probleem, ‘Rote’ en ‘Weiße’ zijn logische antoniemen, maar tegenover het
Nederlandse ‘roodhuiden’, dat tot voor kort gangbaar was maar nu als racistisch
wordt ervaren, moest een evenwaardig alternatief komen te staan. ‘Blanken’ kon
niet, want dat wordt als neerbuigend beschouwd tegenover de bevolkingsgroepen
die niet-blank (lees niet-puur, niet-zuiver) zijn. Rijnaarts en Schippers
vonden een oplossing in de vertaling van ‘Weiße’ door ‘withuiden’. Roodhuiden
tegenover withuiden, beide denigrerende termen en dus in evenwicht.
Deze uitgave laat wel
degelijk zien dat Karl May beter verdiende dan de vele bekorte en sterk
bewerkte jongensverhalen die we tot nu toe hadden. De levendige taal, de
puntige dialogen, de humor, de doordachte verhaalopzet houden je aan het lezen,
ondanks lange moraliserende passages, het hemeltergende superioriteitsgevoel
van de ik-persoon en de overtrokken heroïek. Bovendien is Mays aanklacht tegen Amerika’s
expansiedrang en het systematisch laten verdwijnen van de oorspronkelijke culturen
ondanks het romantische pathos nog altijd relevant.
Karl May: Winnetou, IJzer,
Utrecht 2021, 452 p. ISBN 9789086842100. Vertaling van Winnetou I door Josephine
Rijnaarts en Elly Schippers. Distributie EPO
© 2025 | MappaLibri