Kleedkamer in kindertijd

Al sinds zijn debuut in 1968 schrijft Nobelsprijswinnaar Patrick Modiano (1945, Boulogne-Billancourt) korte romans die baden in een mysterieus waas. Die sfeer vervoert, maar beklemt ook enigszins door déjà vu’s, die het tijdsverloop verstoren. Achter dit spel met de tijd schuilt een inmiddels beproefd Modianesk stramien: de schrijver belicht een detail uit het verleden van de hoofdpersoon – een opbollend glasgordijn, bijvoorbeeld, of een gezicht – en laat dat detail onverhoeds samenvloeien met een element uit het heden, waardoor beide tijdsframes over elkaar heen schuiven en zelfs samen lijken te vallen.  

De gewaarwording dat vroeger en nu overlappen, bekruipt ook Jimmy Sarano in Kleedkamer in kindertijd (Vestiaire de l’enfance, 1989). Hij is een Fransman van in de vijftig, die al enige tijd is verkast naar een niet nader genoemde havenstad aan de Middellandse Zee, ergens in de buurt van Tétouan, Gibraltar en Algeciras. Daar werkt hij voor Radio-Mundial, een internationale zender waarvoor hij een radiofeuilleton schrijft rond Lodewijk XVII – de telg van het Franse koningshuis leidt daarin een leven als planter op Jamaica.
 
Op een middag ziet Jimmy Sarano in café Rosal een meisje van hooguit twintig. Hij meent iets in haar gezicht te herkennen van vroeger. Wanneer zij niet veel later bij Radio-Mundial komt vragen of er geen baantje voor haar is, krijgt hij een beter beeld van deze Française, die Marie heet. Maar hoe hij ook zijn geheugen afspeurt, het wil hem maar niet lukken om te achterhalen aan wie haar gelaatstrekken hem doen denken.
 
Mettertijd komt er dan uit zijn wazige herinneringen toch een aanknopingspunt naar voren, meer bepaald de met blauw fluweel beklede kleedkamer van Rose-Marie, een theateractrice voor wie hij vele jaren eerder in Parijs een boon had. Hij wierp zich destijds op als beschermengel van haar dochtertje, in de hoop zo dichter bij de moeder te komen. Zou het kunnen dat Marie het kleine meisje van toen is?
 
Wat hem bindt met Marie, is de hoofdintrige van de roman. Die vraag is ingegeven door een thema dat zowel Jimmy Sarano als Patrick Modiano na aan het hart ligt en draait om ‘verdwenen mensen die nog in leven zijn, om de hoop degenen die je in het verleden bent kwijtgeraakt ooit weer tegen te komen. Het onherstelbare heeft nooit plaatsgevonden, alles wordt weer zoals het was.’
 
Daarnaast speelt ook Jimmy Sarano’s eigen versluierde identiteit een belangrijke rol. De naam Jimmy Sarano is namelijk een pseudoniem dat de Fransman, een gewezen romancier, in zijn zelfgekozen ballingsoord heeft aangenomen. Die naamswijziging heeft net als zijn verhuis te maken met een last uit zijn verleden die hij hoopt af te schudden.
 
Patrick Modiano is een meester in het oproepen van een dromerige, hypnotiserende sfeer, waarin het verleden – zowel letterlijk als figuurlijk – een doorslaggevende rol krijgt in het heden. Dit samenspel maakt alles in het beste geval voor even ‘intens zuiver en meedogenloos doorschijnend […] zo doorschijnend als de tijd zelf […]’. Na zo’n flits van transparantie blijven de dingen echter flou en regeert de dubbelzinnigheid onverminderd verder. Die subtiel gestileerde ongrijpbaarheid is dan ook de hoeksteen van Patrick Modiano’s oeuvre.
 
Patrick Modiano: Kleedkamer in kindertijd, Querido, Amsterdam 2021. 152 p. ISBN: 9789021424927. Vertaling van Vestiaire de l’enfance door Paul Gellings. Distributie L&M Books 

© 2024 | MappaLibri