Ik praat als een rivier

5+ - De Canadese dichter Jordan Scott worstelt al zijn hele leven met stotteren. In zijn werk is zijn motivatie om de taboesfeer hierrond te doorbreken duidelijk voelbaar. Zo schreef hij in 2008 de bijzondere dichtbundel Blert. Deze gedichten, pure onzin vanuit semantisch oogpunt, zijn bedoeld om traag en luidop te lezen en de lezer stotteren echt aan den lijve te laten ervaren. Zijn eerste prentenboek, Ik praat als een rivier, trok meteen de aandacht. Zowel Publishers Weekly als The New York Times gaven het een plaats in hun lijst met de beste kinderboeken van 2020. Scott gaat hier nog een stapje verder en gunt de lezer een intieme blik in zijn persoonlijke jeugdherinneringen.  

Al bij het ontwaken wordt een jongen geconfronteerd met zijn stotteren. In een oorverdovende stilte maakt hij zich klaar om naar school te gaan. Daar probeert hij zich onzichtbaar te maken, maar wanneer hij voor de klas iets moet zeggen, gapen zijn klasgenoten hem spottend aan. Hij voelt zich op dat moment zo anders, zo moederziel alleen. En door die toenemende frustratie wil het praten helemaal niet meer lukken. Wanneer papa hem van school haalt na deze ‘slechte praatdag’, maken ze in stilte een wandeling langs de oever van de rivier. De jongen komt tot rust, maar tegelijkertijd doen de herinneringen aan zijn schooldag hem veel verdriet. Papa knuffelt hem en zegt: ‘Zie je hoe het water beweegt? Dat is hoe jij praat.’ De jongen kijkt naar het water van de rivier. ‘het borrelt, het wervelt, het woelt en het raast.’ Uit de vergelijking put de jongen nieuwe moed om, ook voor de klas, te blijven praten.
 
Scott schrijft poëzie die raakt, bovendien prachtig vertaald door Edward van de Vendel. ‘De d van de dennenboom krijgt wortels in mijn mond en wikkelt zich om mijn tong.’ De machteloosheid die stotteren met zich mee brengt, wordt hier tastbaar. ‘Ik hou me stil als een steen.’ Zo maakt de jongen zich klaar voor zijn schooldag.
 
De speciale band tussen vader en zoon wervelt als een rode draad door het verhaal, een mooi eerbetoon aan Scott’s vader. Deze vader voelt immers haarfijn aan dat zijn zoon net iets anders nodig heeft dan de suikerzoete belofte dat alles goed komt. Eerst gunt hij hem de nodige ruimte om in stilte te bekomen van zijn dag. Met het beeld van de rivier reikt hij zijn zoon daarna precies de goede handvatten om op een andere manier naar zijn beperking te kunnen kijken, heel rustig, zonder zijn visie op te dringen. De jongen voelt zich er minder eenzaam door want ‘zelfs de rivier stottert’. Hij kan nu ook zien dat hij zoveel meer is dan zijn probleem. ‘En ik denk ook aan de rustige rivier voorbij de stroomversnelling, waar het water glad is en glinstert.’ De helende rol die de natuur kan spelen, komt hier bijzonder mooi tot zijn recht.
 
Sydney Smith weet de emoties verbluffend sterk in beeld te brengen. De illustraties van het ochtendritueel, geschilderd in sobere en zelfs wat sombere tinten, tonen alleen de jongen, zonder een spoor van andere huisgenoten. En we zien hem vaak in achter- of zijaanzicht als een anonieme figuur zonder gelaatsuitdrukking, wat zijn eenzaamheid sterk accentueert. Wanneer hij in de klas moet antwoorden, is de illustratie van het klaslokaal met de zich omdraaiende leerlingen wazig en vervagen de contouren. Uit deze chaotische verzameling van gekleurde vlekken spreekt pure ontreddering en angst.
 
Smith schildert indrukwekkende natuurlandschappen die doen dromen van lange zondagmiddagen in de buitenlucht. Zo is er de bijvoorbeeld de illustratie van vader en zoon, wandelend langs de oever in de late middagzon. Een warm gele zon piept tussen de bomen in hun mooiste herfstkleuren en weerspiegelt goud in het vredige water. Verderop in het water zijn enkele eilandjes met groepjes mysterieuze donkergroene bomen, waartussen spannende avonturen lonken.
 
De prent die me het meest raakte, is de dubbelbladige close-up van het jongensgezicht. Geportretteerd in al zijn kwetsbaarheid, sproeten op en rond zijn neus en geprononceerde oren. Zijn ogen zijn gesloten en zijn mond is een dunne streep, terwijl zijn schouders worden verlicht door de zon. Zo graag zou je weten wat er in dat hoofd omgaat. Beide zijden van die illustratie kunnen naar buiten worden opengeklapt. En dan zie je het achteraanzicht van de jongen, die in ontbloot bovenlijf tot aan zijn middel in een kalme rivier staat. De rivier is indrukwekkend lang en laat verschillende tinten groen en blauw zien, die schitteren in het zonlicht. Op dat moment voel je dat het echt goed zit. De jongen voelt zich één met de rivier die zoveel verschillende facetten in zich draagt.
 
Jordan Scott, Sydney Smith: Ik praat als een rivier, Querido, Amsterdam 2021, 48 p. : ill. ISBN 9789045126524. Vertaling van I talk like a river door Edward van de Vendel. Distributie L&M Books

© 2024 | MappaLibri