De Franse schrijfster Muriel Barbery (°1969) brak internationaal
door met Elegant als een egel (Prometheus 2008), haar tweede roman, waarin
ze een twaalfjarig meisje opvoert dat in Parijs een bijzondere band heeft met
de conciërge van het appartementsgebouw waar ze woont.
Een roos alleen is inmiddels
haar vijfde roman. Hij gaat over Rose, een alleenstaande Franse botanica van om
en bij de veertig. Haar vader, de Japanse kunsthandelaar Haru Ueno, kent ze
niet. Hij heeft zich immers consequent gehouden aan haar moeders verzoek om zijn
dochter niet te benaderen. Na haar moeders dood is ook Rose zelf niet naar hem
toe gegaan. Haar oma stuurde er nochtans op aan om die stap wel te zetten, in
de hoop dat Rose door die toenadering verlost zou worden van de verpletterende
leegte waaronder ze gebukt ging en intussen nog altijd gaat. Wanneer Rose
verneemt dat haar vader haar in zijn testament heeft opgenomen, ontwaakt ze onverwachts
toch uit haar lethargie en neemt ze het vliegtuig naar Kyoto.
Daar logeert ze in haar vaders huis,
onder de hoede van Sayoko, de vrouw die zijn have en goed bestierde. Rose komt
erachter dat haar vader in het verleden op een ongewone manier toch over haar
heeft willen waken. Die bekommernis blijkt eveneens uit de opdracht die hij
heeft gegeven aan zijn zakelijke assistent, de Belgische weduwnaar Paul. In
afwachting van de lezing van het testament neemt die haar namelijk op sleeptouw
door Kyoto. Dag na dag bezoeken ze tempelcomplexen en zentuinen. Verder voert Paul
haar mee langs restaurants en theehuizen, waarbij ze onderweg nog andere vrienden
en kennissen van haar vader ontmoet.
Paul ervaart haar in het begin als
een stugge ‘beroepszeurkous’. Wanneer hij Haru’s begraafplaats met haar aandoet,
wordt hun verstandhouding evenwel iets hartelijker en verlicht de somberte, die
in Roses binnenste gebeiteld leek. Sporadisch kan er zelfs een grapje af, zo
bijvoorbeeld wanneer ze de tempel Ryoan-ji spontaan vergelijkt met een
reusachtige kattenbak vanwege de rotstuin met daarin een ommuurde zee van witte
kiezels – een beetje als vloeken in de kerk, want voor boeddhisten is die
dagelijks aangeharkte kiezelzee wel degelijk een plek waar ze al mediterend een
staat van verlichting trachten te bereiken.
Muriel Barbery laat aan elk
hoofdstuk een fragment voorafgaan dat inzoomt op oude Japanse of Chinese tijden.
Daarin worden bloemen en planten verbonden met spirituele inzichten. Iets uit
die poëtische stukjes neemt de schrijfster dan mee naar het hoofdstuk dat erop
volgt. Na verloop van tijd voelt dit procedé echter geconstrueerd aan, hoe mooi
die inleidende schetsen ook zijn. De bloemensymboliek is overigens ook
doorgetrokken naar de romantitel, die verwijst naar een gedicht van Rilke.
De schrijfster
heeft zelf in 2008/2009 in Kyoto gewoond. De couleur locale die ze in haar
roman verweeft, heeft daardoor een stevige basis, maar blijft niettemin eerder
mat. Een roos alleen gaat zowel over verdriet om de dood als over je
herboren voelen door de liefde, maar doordat Muriel Barbery ook langs deze
grote emoties slechts oppervlakkig scheert, kruipen ze nauwelijks onder de
huid.
Muriel Barbery: Een roos alleen,
Oevers, Zaandam, 2021. 183 p. ISBN 9789492068767. Vertaling van Une rose seule door
Martine Woudt. Distributie Elkedag Boeken
© 2025 | MappaLibri