In 1980 werd Helga Schubert, die in de toenmalige DDR
woonde, uitgenodigd om deel te nemen aan de Tage
der deutschsprachigen Literatur in Klagenfurt, waar de Ingeborg
Bachmann-prijs wordt uitgereikt. Omdat de juryvoorzitter de beroemde criticus
Marcel Reich-Ranicki was, die door de Stasi gezien werd als een bestrijder van
het communisme, kreeg Schubert geen toelating om te gaan. Veertig jaar later,
op haar tachtigste, ontving ze alsnog de Bachmann-prijs voor haar verhaal
‘Altijd weer opstaan’, het slothoofdstuk van Altijd weer opstaan. Een Duitse geschiedenis. Dat boek bestaat uit
allemaal scherven van de biografie van de auteur vanaf haar geboorte in 1940
tot op de dag van vandaag. De Duitse ondertitel, Leben in Geschichten (‘een leven in verhalen’), duidt dat fragmentarische
karkater aan en is tegelijk een toespeling op het leven als schrijver, wat in
de vertaling helaas verloren gaat. Niettemin is ook Een Duitse geschiedenis geen slechte ondertitel, aangezien de
autobiografische anekdotes een caleidoscopisch beeld geven van Duitsland sinds de
Tweede Wereldoorlog.
Het leven van Schubert speelt zich namelijk af tegen de achtergrond van die
turbulente geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, de Oost-Duitse socialistische
dictatuur, de val van de Berlijnse Muur en ten slotte het verenigde Duitsland. We
krijgen het verhaal van vader Schubert, die al in het eerste oorlogsjaar valt
en dus een grote afwezige in het leven Helga is. We lezen over de vlucht van
moeder en dochter uit Berlijn en de ziekte Helga, die maar ternauwernood de
oorlog overleeft. Ze vertelt over de wijze waarop ze in de gaten gehouden wordt
door de Stasi, en hoe sommige van haar boeken enkel in het buitenland kunnen
verschijnen, maar ook over het verbod om naar Klagenfurt af te reizen. En ze
maakt duidelijk wat voor bevrijding van de val van het regime betekent.
Maar in de kern gaat
het boek over de problematische verhouding met haar moeder, die haar dochter op
haar sterfbed nog eens inwrijft dat ze eigenlijk een ongewenst kind was, nadat
ze eerder al had laten verstaan dat Helga misschien beter toch gestorven was
bij de bevrijding. Schubert gaat op zoek naar de oorzaak van die moeilijke
relatie – is het omdat haar moeder door haar eigen vader geslagen werd? – en
vraagt zich af waarom zij blijkbaar wel liefde voelt voor haar kleinkind, maar
niet voor haar. En ze worstelt met een schuldgevoel, want hoewel ze graag
radicaal wil breken met haar verwekster, is dat moeilijk. Ze vindt dat ze niet
tegemoet komt aan het vierde gebod (‘Eert uw vader en uw moeder’), waarbij haar
tot twee maal toe wordt uitgelegd dat dit niet betekent dat je verplicht van je
ouders moet houden…
Door de opbouw van het boek, dat voornamelijk via associaties werkt, wordt
de liefdeloze, vijandige omgang van de moeder met haar dochter eigenlijk gelijk
gesteld aan de nazi- en Stasi-terreur – voor de auteur is dat allemaal even traumatiserend.
Maar ook aan zelfanalyse ontbreekt het niet: ‘Waarom schrijven’ is een
poëticale bespiegeling, ‘Beschouwingen’ een klein filosofisch onderzoek naar de
manier waarop de auteur waarnemingen inzet in het leven, en er zijn de vele
overdenkingen over het ouder worden, waarvan het titelverhaal het mooiste
voorbeeld is. Opmerkingen over de zowel fysieke als psychische worsteling met
het opstaan ’s ochtends worden er afgewisseld met kinderherinneringen aan de
mooie zomertijd in de tuin bij de grootmoeder.
Schuberts stijl is franjeloos en
objectiverend – haar schrijven moet verhelderen: ‘Het verhaal heeft iets
uitgelicht uit de stroom van het leven wat ik nu kan beschouwen, met
welwillendheid of verdriet, met bewondering of afschuw.’ Dat is wat ze doet:
gebeurtenissen naar voren halen en erop inzoomen om er een beter zicht op te
krijgen, om beter te begrijpen: ‘Verhalen als een microscoop. Verhalen als een
spiegel.’ Uiteindelijk leidt het vertellen en formuleren tot inzicht, ook al
zijn de conclusies soms hard en confronterend. Altijd weer opstaan is genadeloos, maar daardoor net ook zo
krachtig. Hier is iemand aan het woord die niet klein te krijgen is, maar steeds
weer recht krabbelt.
Helga Schubert: Altijd weer
opstaan. Een Duitse geschiedenis, Pluim, Amsterdam 2021, 224 p. ISBN
9789493256293. Vertaling van Vom Aufstehenein. Leben in Geschichten door
Goverdien Hauth-Grubben
© 2024 | MappaLibri