Wat alleen wij weten

Wat alleen wij weten raakt in zijn beheerste zeggingskracht de kern van wat verdriet en onmacht kunnen doen met een mens. In het openingsfragment wijst de ik erop hoe hij heeft leren vertellen, ‘door haar weet ik: verhalen helpen.’ Anticiperend op het slot van het boek en verwijzend naar het leidmotief van de vogel die de ik en zijn ongeneeslijk zieke zusje blijvend aan elkaar bindt en van wiens bestaan alleen zij weten, klinkt het op een ingehouden manier: ‘Aan mijn mondhoeken voel ik dat zich een glimlach ontplooit en iemand heeft wel door waarom, ik hoef niet precies te weten waar ze is. De hemel, dat kan alle kanten uit.’  

Het raakt diep hoe de ik zijn jongere zusje Nour bijna letterlijk omarmt in woorden. Aan de verhalen die ze elkaar vertellen (onder meer over een zeemeermin die een drenkeling had weten te redden door hem te kussen, een pijnlijk verhaal waarvoor Nour dan zelf een hoopgevend eind verzint), trekken beiden zich op, hoe onafwendbaar ook het einde nader komt. Wat aanvankelijk nog in de sfeer van een computergame wordt beleefd en waarbij beiden het ‘ik ben dood’ op een luchthartige manier benaderen, wordt allengs meer omgebogen tot een pijnlijke realiteit. Dan weet de ik: ‘Heel af en toe helpt zwijgen, als we het samen doen.’ In wezen gaat Wat alleen wij weten over de woorden die hoe dan ook te kort schieten, hoe moeilijk het is ‘de juiste verhalen te vinden’. Misschien kan de verbeelding hier een helpende hand aanreiken. De vogel waar de ik en zijn zusje Nour naar uitzien, bestaat echt in hun fantasie. Ook na de dood van Nour blijft hij levend aanwezig in het hoofd van de ik, ‘het belangrijkste is dat ik weet dat hij er nog is.’ En heel verrassend, opgenomen na de reeks tekeningen van Carlotte Peys, die de sfeer van het verhaal bijzonder goed verbeelden, is er deze belevenis van de ik:
 
‘Hoor! Hij fluit zijn melodie. Ze blijft naklinken in mijn hoofd. Kon ik maar een enkele gedachte kneden naar dit refrein, hoe sprankelend en licht zou dan mijn denken zijn.’
 
Over een zo gevoelig onderwerp als ziekte, dood en afscheid schrijven is allerminst voor de hand liggend. Dat Jos Verlooy en Nicole Van Bael, samen zijn zij het schrijversduo Elvis Peeters, het aangedurfd en aangekund heeft, bewijst hoe diep zij zich hebben ingeleefd. Het resultaat is een tekst die geen lezer onberoerd zal laten.
 
Elvis Peeters, Charlotte Peys: Wat alleen wij weten, Manteau, Antwerpen 2021, 79 p. ISBN 9789463810999. Distributie Standaard Uitgeverij

© 2024 | MappaLibri