Wytske Versteeg was laureaat van de Frans Kellendonk
Prijs 2020
voor haar romans en essayistisch werk. De
wezenlozen is haar romandebuut en de schrijfster maakte meteen een onuitwisbare
indruk: ‘Een roman als een brandglas’ (NRC). Ook haar volgende romans, Boy (2013,
Querido 2019), Quarantaine, Grime en Verdwijnpunt zijn jubelend
ontvangen. Uit het juryverslag van de Frans Kellendonk Prijs: In het
werk van Wytske Versteeg wordt ‘de menselijke conditie op vele manieren via de
verbeelding […] geëxploreerd. De inzet daarvan is niet zozeer de
eendimensionale geloofwaardigheid van een verhaal als wel de ambitie om de
kwetsbaarheid en de complexiteit van alle menselijk streven op de lezer over te
brengen; het drama dat in feilbaarheid besloten ligt.’
De wezenlozen is opgebouwd
rond vijf personages. Versteegs nauwkeurige uitwerking van deze stuk voor stuk
tragische figuren vormt de kern van het boek. De plot lijkt bijzaak. Het
centrale personage heet Gone. Hoewel Gone het centrum is waarrond de levens van
de vier anderen draaien, is ze een buitenbeentje in de roman. Zo krijgt elk
personage zijn eigen hoofdstuk waarin de lezer het leven ziet vanuit hun
perspectief, behalve Gone. Zij komt zelf nooit aan het woord, want door een
bepaald syndroom verloor ze haar taal en elk contact met de werkelijkheid. We
kunnen ons een beeld vormen van Gone via de verhalen van anderen, maar hoe zij
de werkelijkheid precies ervaart, is zowel voor de personages als
voor de lezer een raadsel.
Eerst krijgen we het verhaal van
Ismeen, Gones tweelingszus, die een sterke band met haar heeft, maar door haar
ziekte het contact verliest.
'Toen ik haar voor het laatst zag leek ze inderdaad alleen
nog maar uit ogen te bestaan, twee veel te grote ogen en een glasachtig
lichaam, en ik heb echt geprobeerd om iets te lezen in die ogen, iets te voelen
van het lijf dat vroeger deel was van het mijne, maar dat nu mager was en
vreemd.'
Haar
gemis gaat echter gepaard met jaloezie. Ismeen verafgoodt haar vader en doet
alles om hem te behagen, maar hij lijkt enkel oog te hebben voor Gone.
Vervolgens krijgen we het verhaal van George, de dikke, lelijke en — in de
publieke opinie zelfs — monsterlijke broer van Gones vader. Hij ziet zichzelf
als een ‘zwart gat’ dat alle licht van de wereld opslorpt. Met zijn broer heeft
hij nauwelijks contact, maar uitgerekend hij lijkt een band te hebben met Gone.
Na George is het de beurt aan Clarissa, Gones moeder. Clarissa wil een goede
moeder zijn, maar schaamt zich voor de verwilderde en dierlijke trekken van
haar dochter. Bovendien lijkt ze niet door het pantser van haar man te kunnen
dringen.
'Ze
had het jaren volgehouden maar het had haar langzaam opgegeten, laag na laag
van haarzelf was verdwenen in de hongerige ogen van Gone, in Siegs smalende
opmerkingen, totdat ze niet meer wist wat ze nog kon vertrouwen, er was
simpelweg niets over.'
Tot slot volgt het verhaal van Siegfried, de vader, een
classicus die zichzelf opsluit in een dode taal en het leven vastzet in Idylles, de belichaming van zijn ideale
afgesloten wereld. Siegfried wantrouwt de taal omdat die geen
een-op-een-relatie met de werkelijkheid onderhoudt: 'Hij zuchtte omdat alle
woorden hopeloos tekortschoten om over te brengen wat hij echt wilde zeggen,
niet precies genoeg waren.' Daarom voelt hij zich erg aangetrokken tot Gone en
benijdt hij haar, omdat ze volgens hem 'zonder een taal die zou bepalen wat ze
zag' een zuiverder werkelijkheid ervaart.
De tragiek van al deze
personages, die Versteeg op een mooie en soms cryptische manier thematiseert,
is het onvermogen tot contact, waardoor ze dreigen op te gaan in het niets.
Ironisch genoeg lijkt Gone (wiens naam ook alludeert op het Engelse ‘gone’) van
alle personages diegene die het meeste contact heeft met de anderen. Zij is de
zwijgende, afwezige schakel tussen de vier, maar door haar ongeremdheid
tegelijk ook het meest aanwezige personage. 'Mijn zusje was het leven zelf […]
Gone was eraan gewend om met haar lijf de aandacht te trekken die ze niet met
woorden kon krijgen.' Zo is Gone tegelijk de ontkenning van zichzelf, oftewel
Antigone, zoals haar vader haar noemde.
Wytske Versteeg: De wezenlozen,
Querido, Amsterdam 2021, 240 p. ISBN 9789021437972. Distributie L&M Books
© 2024 | MappaLibri