Aleksandra, de grootmoeder van de Oekraïens-Nederlandse
schrijfster Lisa Weeda, is ruim in de negentig nu. Dat ze nu, ver van haar
familie in haar geboorteland, moet meemaken hoe de Russen het land zijn
binnengevallen en anno 2022 Europa dreigen mee te sleuren in een vernietigende
oorlog, geeft Aleksandra, het boek waarin Lisa Weeda de
familiegeschiedenis in kaart brengt, een pijnlijke actualiteitsdimensie. Het
boek verscheen eind vorig jaar en is erop gericht doorheen het levensverhaal
van oma Aleksandra een beeld op te hangen van de verscheurdheid van het land.
Het verhaal
neemt een aanvang in 2018, wanneer Lisa op vraag van haar oma vanuit Oekrïne
naar het door Russische rebellen overheerste Loegansk wil reizen om daar haar
verdwenen neef Kolja te zoeken en op diens graf het doek te leggen dat de
familiegeschiedenis verbeeldt. Generaties lang hebben de vrouwen in Weeda’s
familie aan het doek met rode en zwarte patronen gewerkt,
‘twee kleuren, o mijn twee
kleuren, allebei in de stof, allebei in mijn ziel. Twee kleuren, o mijn twee
kleuren, rood voor de liefde en zwart voor het verdriet.’
Lisa waagt het erop de
grensovergang met Loegansk (thans een door Poetin erkende ‘volksrepubliek’)
over te steken. Daar komt ze terecht in het ‘Paleis van de verloren Don Kozak’,
ze valt in een gat in de tijd en verneemt uit de mond van haar overgrootvader
Nikolaj, die in 1953 is overleden, hoe het de familie is vergaan. Het paleis,
ooit een droom van de Sovjetleiders, kwam er nooit, het bestaat alleen in de
plannen die ooit werden gemaakt en de grootsheid van het regime moesten
aantonen: overweldigende luxe, tonnen aan graan en levensmiddelen, terwijl de
boeren in armoede leefden, ontelbare kamers, waar de geesten van de verdwenen
familieleden verder leven.
Nikolaj brengt Lisa stap voor stap op de hoogte van wat
Aleksandra en haar familie in een wereld van blinde terreur en onderdrukking is
overkomen. Met sprongen in de tijd – van de Maidanrevolutie in 2013 tot en met
de Krimcrisis en de ‘oprichting’ van de volksrepubliek Loegansk en alles wat erbij
kwam kijken in 2014 – herbeleeft Lisa de geschiedenis van haar familie. Voor
Lisa is veel, zo niet alles, nieuw daarin, want, zoals Nikolaj haar vertelt:
‘je oma is opgegroeid
in stilte. In een bad van zwijgzaamheid. We hebben dit aan haar overgedragen.
We deden het voor onze veiligheid, zwijgen.’
Het familieverhaal is gedrenkt
in bloed, machteloos als ze waren tegenover de wreedheid en willekeur van hen die
meeheulden met de pro-Russische rebellen. Duidelijk laat Lisa Weeda, zonder te
oordelen of te veroordelen, aanvoelen dat keuzes gemaakt dienden te worden, in
zoverre dat leden van een en dezelfde familie tegenover elkaar kwamen te staan.
Dit is meteen ook de tragiek van het land, ‘in ons land, in onze familie
verdwijnen mensen soms om nooit meer helemaal terug te keren, die blijven voor
altijd in het midden. Tussen komen en gaan.’
Hoe Aleksandra in Nederland
terechtkwam, heeft dan weer te maken met de situatie in de Tweede Wereldoorlog,
toen ze op transport werd gezet om in Duitsland te gaan werken. Daar leerde ze
haar (eerste) man kennen met wie ze na de bevrijding naar Nederland kwam. Hoe
Aleksandra het werkkamp heeft overleefd, zelf behorende tot de groep van Untermenschen
en daarmee op een lager niveau geplaatst dan de Fremdarbeiter mag in
wezen een wonder heten. Hier speelt mee wat haar vader Nikolaj haar zei bij het
afscheid: ‘Niet vergeten dat je vader een Don Kozak is, draag dat bij je, dat
je een Don Kozakken-kind bent.’ En al even belangrijk en tekenend voor de
onverzettelijkheid van haar familie, is wat haar moeder haar op hetzelfde
moment meegeeft: ‘Het volk van je vader breekt voor niemand, Don Kozakken
buigen mee en staan weer op.’
Aleksandra is een roman die de pijnlijke
geschiedenis van Oekraïne, en binnen dit geheel de geschiedenis van de Don
Kozakken-groep waartoe de schrijfster behoort door haar afkomst, inbedt in een
gedurfd en overtuigend literair project. Werkelijkheid en fictie zijn nauw in
elkaar verstrengeld, directe zegging en symboliek, onder meer die van het hert
met de gouden pijl in de flank – het symbool van de Don Kozakken – schuren
langs elkaar heen in een tekst die zoveel meer te bieden heeft dan alleen het
portret van een familie.
Lisa Weeda: Aleksandra, De Bezige Bij, Amsterdam 2021, 349
p. ISBN 9789403130811. Distributie Standaard Uitgeverij
© 2023 | MappaLibri