Oude, koude nachten. Memoires in 100 gedichten

Patrick Conrad is de auteur van een veelzijdig oeuvre. Zijn romans hebben allicht de grootste schare lezers (vooral dan zijn succesvolle misdaadverhalen), maar ook zijn poëzie kan sinds jaar en dag rekenen op een duidelijke belangstelling. De dichter is daarbij in de loop der jaren geëvolueerd van een maniëristische, sterk op het esthetische gerichte taalkunstenaar naar een meer herkenbare lyriek met een sterkere autobiografische inslag. Toch blijft ‘stijl’ een sleutelwoord voor wie Conrad als auteur wil karakteriseren: hij mag dan wel bij momenten realistisch en herkenbaar schrijven, dat neemt niet weg dat literatuur het leven ver-taalt en daardoor ook in zekere zin creëert. Dat geschreven leven vormt een soort van intieme dubbelganger die tegelijk vreemd is maar bij momenten ook intenser en oprechter dan de biografische persoon zelf. Het contrast tussen de geposeerde vroege verzen, vol glamour en verwijzingen naar de film, en de recente, autobiografische bundels is daarom minder groot dan doorgaans wordt aangenomen.  

In die zin is deze nieuwe bundel dan ook geen verrassing. Oude, koude nachten dient zich aan als een reeks ‘memoires’, momentopnamen uit een rijk leven. Die chronologische episodes zijn hier echter nauwlettend gestructureerd in tien thematische reeksen van ieder tien gedichten: het is een structuur die als het ware over het continue leven is gelegd om er greep op te krijgen. De bundel kan daarom evenzeer gelezen worden als een soort van filosofische miniverhandelingen over het leven. De dichter spreekt daarbij vaak de lezer aan om hem mee in het relaas te betrekken (zoals in de middeleeuwse gedichten gebruikelijk was), maar het kan evenzeer gaan om een spiegelbeeld van zichzelf.
 
De eerste reeks evoceert de kinderjaren op een sfeervolle maar tegelijk unheimliche manier. De nasleep van de Tweede Wereldoorlog komt daarbij onvermijdelijk aan bod, maar het is veelzeggend hoe Conrad dat doet via sprekende beelden van de stad Antwerpen. Toch geeft hij aan hoe het kind net daardoor een toevlucht heeft gezocht in verbeelding en het vrouwelijke schoon van filmaffiches en magazines. Op die manier wordt het persoonlijke verleden als het ware ingekleed in de historische omstandigheden. Datzelfde gebeurt met de gezinssituatie: de ouders en grootouders spelen wel degelijk een rol maar ze verschijnen eveneens als personages in de film van het leven, met hooguit vage allusies op hun professionele loopbaan. Het ‘gedroomde leven’ is onmiskenbaar boeiender, rijker en raadselachtiger dan het banale bestaan.  
 
Die spanning tussen realiteit en verbeelding vormt inderdaad de rode draad in deze poëtische memoires. Daarbij overheerst onmiskenbaar een melancholische toon: de dichter kijkt terug op wat verloren is gegaan in de loop der jaren, en zelfs minder prettige herinneringen krijgen daardoor een patina waardoor ze gekleurd worden. De dichter is zich overigens bij uitstek bewust van die vertekening; hij realiseert zich dat het geheugen feilen vertoont en dat hijzelf gaandeweg tot een boek ‘transformeert’. Veel precieze informatie over het leven van Conrad zal de lezer hier overigens niet aantreffen, want het gaat meer over de sfeer van gemis en de kleuren van het verleden dan om specifieke details. In die zin is dit een best leesbare bundel over wat voorbij is en wat, zonder de poëzie althans, verloren dreigt te gaan.  
 
Patrick Conrad: Oude, koude nachten. Memoires in 100 gedichten, Vrijdag, Antwerpen 2022, 126 p. ISBN 9789464340839. Distributie Elkedag Boeken

© 2024 | MappaLibri