Verhalen van de Fladdertak

Het wereldwijde web van verhalen 

9+ - Nooit gedacht dat ik zó betoverd zou worden door een boek vol verhalen over bomen en bossen. Want dat is wat me overkwam:

 ik raakte echt in de ban van de Verhalen van de Fladdertak. Sprookjes, mythen en legenden over betoverde bomen en wonderlijke bossen. Dat kwam op de eerste plaats door de manier waarop Margaretha van Andel ze vertelt, maar de betovering werd alleen maar groter door de overweldigende illustraties van Marieke Nelissen.
 
Margaretha van Andel verzamelde en bewerkte sprookjes, mythen en legenden over bomen en bossen uit de hele wereld, van Californië tot de Filippijnen, van Nederland tot Kenia en van Rusland tot China. Van Andel heeft heel wat internationale ervaring. Ze woont momenteel in Friesland, maar verbleef een tijd in China en in Pakistan en werkt ook als vertaalster.
 
De 34 verhalen zijn stuk voor stuk pareltjes, die extra glans krijgen door van Andels bewerking. Er zijn luchtige verhalen bij, zoals ‘Het onzekere eikeltje’ – het enige verhaal uit Nederland --, met een verrassende inleving in de ‘gedachten’ van een opgroeiende ‘puber’-eik. Of ‘De kat die hoofdboswachter werd’, een verhaal uit Rusland waarin een kat en een vos een beer en een wolf op de vlucht jagen. Maar er zijn ook spannende of zelfs griezelige verhalen, bijvoorbeeld over de kleine Kwikkie, die weet te ontkomen aan de verschrikkelijke ongloc, maar voor honderd jaar klem komt te zitten in een kokosnoot; of ‘De magische boomstronken’ uit IJsland over een afgrijselijke tovenares die zelfs de koning weet te doden en bijna het hele rijk in haar macht krijgt. En altijd weer zijn er de machtige bomen die mensen of dieren weten te helpen of te beschermen.
 
Typisch voor sprookjes en legenden zijn de levenslessen die ze meegeven. Soms gebeurt dat expliciet, zoals op het einde van ‘De ongewenste wilg’, verteld door ‘een dichterlijke eik’ in Denemarken. Daarin besluit de wilde roos: ‘Of je nu arm bent of rijk, mooi of lelijk, het gaat erom wat je de wereld te bieden hebt.’ Vaker spreken de lessen impliciet, maar daarom niet minder duidelijk uit de verhalen zelf. Zo is ‘De godenstrijd om de parijat’ uit India een waarschuwing tegen hoogmoed en ongemanierdheid en gaat ‘Het geschenk van de ijskoning’ uit de VS over het belang van gastvrijheid, een verhaal dat momenteel extra relevant is.
 
De mythen bieden dan weer vaak een verklaring voor natuurverschijnselen, bijvoorbeeld waarom de bomen hun bladeren verliezen in de winter, behalve de den, de spar en de jeneverbes, verteld door de ‘survivor tree’, de sierperenboom op ground zero die de aanslagen van 9/11 overleefde. Of ‘Hercules en de gouden appels’, verteld door de oudste drakenbloedboom op Tenerife, dat op het eind de oorsprong van het Atlasgebergte verklaart.
 
Dat de verhalen je zo sterk op sleeptouw nemen, is zeker mee te danken aan de vertelstijl van Margaretha van Andel. Ik moet toegeven dat ik op de eerste bladzijden wat moeite had om in het boek te verdwijnen. Het verhaal van generaal Sherman, waar het boek mee opent, klonk me wat te houterig en gekunsteld. Maar achteraf beschouwd bleek die zwaarwichtige stijl perfect te passen bij de eerbiedwaardige, oeroude mammoetboom uit Californië, de zwaarste boom ter wereld. Die boom blijkt aan de basis te liggen van het wereldwijde web van verhalen die bezorgd worden aan de Fladdertak, de wilg in een Nederlandse tuin die dreigt omgehakt te worden. Hij kan zichzelf en zijn vrienden enkel redden door elke dag een verhaal te vertellen. Zolang hij zijn toehoorders blijft boeien, mogen ze blijven staan.
 
Dit kaderverhaal in de traditie van 1001 nacht sleurt de lezer meteen mee, en ook hier is dat mee te danken aan de stijl van de bewerker. Het gesprek tussen de verschillende bomen klinkt meteen heel levendig en de slotzin van het kaderverhaal maakt duidelijk hoe Van Andel met enkele woorden een boom weet te typeren:‘”Je bent een held”, zei de kers en ze lachte zoals alleen een kersenboom kan lachen. Vol en sappig.’ Ook het begin van de verhalen is vrijwel altijd sterk verwoord. Je verdwijnt meteen in de ritmische en beeldende openingszinnen van ‘De twee vrienden’, verteld door de oudste boom ter wereld uit Zweden:
 
‘Aan de rand van het bos groeide een spar die groter en mooier was dat alle bomen om hem heen. Je kon hem al van ver zien staan, hoog was hij, met een prachtig geveerde top die zacht heen en weer wiegde als de wind over de velden blies.’
 
Of herken het typische sprookjesbegin van ‘De eik die een os kocht’, spits en zonder een woord te veel: ‘Er was eens een oude boer die drie zoons had. Twee van hen waren slim en hadden altijd hun woordje klaar, maar de jongste was niet bepaald snugger’.
 
Extra verdienstelijk is dat je achteraan informatie vindt over de verschillende bomen: hun vindplaats, soms ouderdom en bijzondere kenmerken. Ook die informatie wordt knap verteld in de vorm van mooie verhalen. Zo begint de tekst over Methusalem, bijna de oudste boom ter wereld, als volgt:
 
‘Op een eenzame bergrug, hoog in de harde, gure woestenij van de White Mountains, staat de oeroude borstelkegelden Methusalem. Hij was een jonge scheut toen de Egyptische piramiden werden gebouwd; een volwassen boom in de tijd van Christus. Hij zag beschavingen komen en gaan.’
 
Op de ‘verhalen’ over de bijzondere bomen volgt een volledige bronnenlijst met de herkomst van de verhalen en soms wat extra uitleg over de oorspronkelijke auteurs, mythologische personages, eerdere bewerkers of veranderingen die Margaretha van Andel aanbracht. Ten slotte wordt op de schutbladen voor- en achteraan in het boek een wereldkaart afgedrukt met daarop de vindplaatsen van de bomen die de verhalen vertellen.
 
Niet alleen de teksten maar ook de tekeningen zijn betoverend mooi. Sla de eerste bladzijde om en je wordt meegezogen, de hoogte in met de reusachtige mammoetbomen. Knap hoe Marieke Nelissen hier werkt met het kikvorsperspectief. Dat doet ze wel vaker in het boek om de grootsheid van de woudreuzen in de verf te zetten. En knap is hoe ze geregeld inzoomt en daardoor iets kleins alle aandacht geeft, zoals de kolibri tegen een gouden vuurzee of de minuscule Jack, bungelend aan een boon onder een reuzenvoet. Indrukwekkend ook hoe ze elementen uit kledij, natuur en architectuur van verschillende culturen in haar prenten verwerkt, van Japan over Rusland en Ierland tot India. Haar illustraties deden me meteen denken aan het schitterende tekenwerk van Charlotte Dematons in Grimm (Lemniscaat, 2005). Dat is voorwaar een groot compliment! Mede door haar illustraties staat dit boek er als een eik. Of als een mammoetboom.
 
Margaretha van Andel, Marieke Nelissen: Verhalen van de Fladdertak : sprookjes, mythen en legenden over betoverende bomen en wonderlijke bossen, Lemniscaat, Rotterdam 2022, 256 p. : ill. ISBN 9789047712220


© 2024 | MappaLibri