Na de
overzichtstentoonstelling in het Fries Museum is in Nederland de belangstelling
voor de Vikingen toegenomen. In korte tijd verschenen een uitbreiding van de
game Assassin’s Creed (Valhalla), een speelfilm (Thor) en
verschillende romans waarin het dagelijks leven en de mythologie van deze
zeevaarders verbeeld worden. Ook Onheilsdochter, de nieuwste jongerenroman van Jean-Claude van Rijckeghem, speelt zich af
in de tijd dat de Vikingen in de Lage Landen handel dreven én op strooptocht
gingen.
Onheilsdochter
is opgebouwd uit twee delen. Het eerste deel speelt zich af in het dorp Mimirs
Krukje aan de Deense kust. Als de mannen met handelswaar naar het zuiden vertrekken,
blijft de vijftienjarige dochter van de stuurman in het dorp achter. Yrsa is
een buitenbeentje. Zij weet weinig over haar moeder, een koopmansdochter uit
Frisia die vlak na haar geboorte gestorven is. Als Njall, de jongste zoon van
de hoofdman, haar broertje Kleine Sten mishandelt, vervloekt zij hem. In zijn
woede noemt hij haar een slavendochter, waarna haar stiefmoeder haar een deel
van het geheim rondom haar afkomst openbaart.
Yrsa weigert Njall excuses aan te bieden en moet voor straf
de vissersdochter Revna helpen met het schoonmaken van de netten. Op een ochtend
raakt Yrsa in trance en voorspelt Revna’s dood. Net voordat het schip van haar
vader terugkeert, krijgt zij een tweede visioen: ze ziet de dood van de
speermeester Kveldulf en van een onbekende jonge vrouw. Opnieuw wordt een deel
van het geheim geopenbaard, maar pas als zij in trance haar vaders dood oproept,
wordt duidelijk wie haar moeder was en waarom zij op het ijs moest sterven. Met
haar voorspellingen verwerft Yrsa zich een reputatie als helderziende, waardoor
de rijke Rikiwulf bereid is haar als zijn derde vrouw te nemen.
Tijdens hun tocht
naar het zuiden hebben de Vikingen het klooster in Ganda overvallen en veel
geld verdiend met de verkoop van de gevangenen op de slavenmarkt van Hedeby. Zuster
Job, die beweert de kleindochter van de koning der Franken te zijn, is echter als
gijzelaar meegenomen naar Mimirs Krukje. Om ervoor te zorgen dat haar niets
overkomt voordat het losgeld is ontvangen, wordt zij aan Yrsa’s zorg
toevertrouwd. In het begin hebben de meisjes moeite met elkaars gewoonten, maar
langzamerhand krijgen zij begrip en respect voor elkaar. Als Njall Job aanrandt
en Yrsa haar wil redden, richt zijn woede zich op haar. In het gevecht dat
ontstaat, begaat Job een misdrijf en moet Yrsa kiezen tussen haar familie en
haar vriendin.
Het tweede deel, Ganda, begint in Hedeby, waar de meisjes naartoe gevlucht zijn.
Hier blijkt dat Job niet is wie ze beweerd heeft te zijn. Als de Vikingen die hen
op de hielen zitten, ook in Hedeby aankomen, besluiten zij naar het klooster in
Ganda te reizen. Een lange reis vol gevaren volgt. In Dorestad, waar haar
moeder gevangen genomen werd, komt het tot een confrontatie tussen Yrsa en haar
Deense familie die eindigt met de dood van de hoofdman Naefr. Als ze eindelijk
in het klooster aankomen, wordt Job met open armen ontvangen. Ook Yrsa wordt in
de kloostergemeenschap opgenomen, maar zij voelt er zich niet thuis. Op het
moment dat ze Job van haar beslissing om te vertrekken vertelt, komen de
Vikingen haar halen. Zij hebben met Jobs vader onderhandeld over haar uitlevering,
omdat ze de kloosters van Parijs willen beroven en haar als zieneres nodig
hebben.
Job
voelt zich eenzaam zonder Yrsa en besluit haar - verkleed als monnik - achterna
te reizen naar het kamp in Walacria. Als ze door Yrsa wordt weggestuurd,
monstert ze aan op een schip dat naar Zweden zal varen. Toch blijft ze hopen
dat Yrsa ook aan boord zal komen. Intussen vindt tussen Yrsa en haar
grootmoeder een laatste gevecht plaats, waarbij Yrsa gewond raakt. Of zij haar
verwondingen te boven komt, blijft ook voor de lezer ongewis.
Jean-Claude van Rijckeghem (1963)
is een succesvolle (scenario-)schrijver en filmproducent. Negen jaar na het
beëindigen van de samenwerking met Pat Van Beirs, met wie hij de historische
jeugdromans Jonkvrouw
en Galgenmeid (resp. Davidsfonds 2019, 2020) schreef, verscheen in 2019 zijn
eerste solo-roman IJzerkop,
waarmee hij onder andere de Thea Beckmanprijs 2021 won en zijn reputatie als
‘rasverteller’ vestigde (NRC, 23.05.2019). Hoewel Onheilsdochter
door de opbouw minder meeslepend is dan IJzerkop, bevat het verhaal voldoende elementen om
de lezer geboeid te houden. Ook in deze roman staat de vraag centraal: ‘Ligt je
lotsbestemming vast of is het mogelijk om je eigen levenspad te bepalen?’
De hoofdpersonages
zijn zelfverzekerde jonge vrouwen die geen genoegen nemen met de rol die hen is
toegewezen. Door de Noordse mythen en heldenverhalen met het verhaal te
verweven en de opvattingen van Yrsa tegenover die van zuster Job te plaatsen,
krijgt het verhaal een diepere laag die interessant genoeg is om ook de
volwassen lezer geboeid te houden. Adolescenten zullen bovendien de gevoelens
van onzekerheid over een eerste verliefdheid herkennen.
De verwijzingen naar het doorbreken van opgelegde genderrollen vormt de
rode draad die Onheilsdochter met Van Rijckeghems eerdere romans verbindt. Ook door de bloemrijke taal en
de plot-gedreven schrijfstijl past Onheilsdochter binnen zijn oeuvre. In de beschrijving van de gebeurtenissen
toont zich het meesterschap van de scenarioschrijver: veel scenes uit deze
geslaagde jongerenroman zouden niet misstaan in een spannende avonturenfilm,
terwijl het open einde mogelijkheden biedt voor een vervolg.
Jean-Claude van Rijckeghem: Onheilsdochter,
Querido, Amsterdam 2022, 364 p. ISBN 9789045127248. Distributie L&M Books
© 2024 | MappaLibri