Een succesvolle
prozaïst (J.M.A. Biesheuvelprijs 2015, Libris Literatuurprijs 2019) die op
latere leeftijd debuteert als dichter: Rob van Essen (Amstelveen, 1963) doet
het, maar het resultaat is niet zo overtuigend. Poëzie is literatuur op de
vierkante centimeter. Daarbij is vorm extra bepalend voor de betekenis. Een
dichter wil op een tamelijk beknopte manier een tedere betovering bereiken. Maar
aan kwaliteit in poëzie gaat doorgaans een proces van ontwikkeling vooraf. In
het debuut van Rob van Essen vinden we nauwelijks sporen van dat proces. Er is
meer sprake van een expositie van mogelijkheden. Dat levert verschil in toon en
in kwaliteit op. Zo zijn er een handvol ongekunstelde gedichten die direct
raken, maar ook veel ‘olijkheden’, herhaal-spelletjes en niemendallen met een
Engelse titel erboven.
Ook het proza-achtige gedicht vinden we bij Van Essen. Dat
is tegenwoordig geen probleem, maar dan moet er wel een wending in het gedicht
zitten die men poëtisch kan noemen. Een geslaagd voorbeeld is ‘Wat leuk dat
jullie even komen kijken’. In een als poëzie vormgegeven babbel (monoloog)
wordt steeds, heel subtiel, hetzelfde ontregelende woord gebruikt. Het geeft
het geheel een zetje naar een andere werkelijkheid.
‘hier komt de zithoek en langs
die muur
hadden we de boekenkast gedacht want ja
wij
hebben nog boeken haha hier de eethoek
en daar komt oorlog en die
hele achterwand
wordt een schuifpui en dan kunnen we bij mooi weer
zo het terras op
de gang ja dat is een heel verhaal die hadden
de
vorige bewoners bij de kamer getrokken maar wij
hebben dat weer
ongedaan gemaakt een gang
vonden we toch wel handig daar komen
kasten
bijvoorbeeld en oorlog en daar de kapstok
[…]’
Hier wordt met
één herhaald woord een bijzonder effect bereikt. Ook in ‘In de kathedraal van
Brussel’, een lang gedicht waarin Van Essen zich tot Maria richt, wordt door
een vorm van herhaling een schurend effect bereikt. Het is jammer dat de
dichter zich in veel van zijn gedichten voorbij loopt in een poging spektakel
te bewerkstelligen. Het tot een gedicht omwerken van de videoclip van ‘Running
Up That Hill’ (een hit van Kate Bush), het werken met Engelse titels en de veelal
te nadrukkelijke lolligheid: dat is het gewoon niet.
Toch zijn er in alleen de
warme dagen waren echt aanwijzingen te vinden voor een beweging naar een
andere vorm van poëzie. ‘In die zomers’, een gedicht bijna aan het eind van de
bundel, is prettig sober en ingetogen.
‘[…]
de dag
was meegegaan met de tijd
en had de straat met zich meegenomen
hoe op sommige
momenten
dagen eindeloos konden lijken
meer was het
niet’
Poëzie
kan soms een laboratorium zijn voor sterk proza. Kijk bijvoorbeeld naar Remco
Campert, Toon Tellegen en Benno Barnard. Zij begonnen als dichter, zijn dat
trouwens gebleven, en schreven pas later proza. Een omgekeerde beweging is
kennelijk niet zo natuurlijk.
Rob van Essen: alleen de warme dagen waren echt, Atlas/Contact,
Amsterdam 2022, 62 p. ISBN 9789025473655. Distributie VBK België
© 2023 | MappaLibri